Spring naar de content

5 redenen waarom dit de Tour van de Nederlanders wordt

Met een eerste etappe die druipt van de historie, compleet met toeristische trekpleister bij de start en een finish bij een aan D-Day gelieerd strand, begint het peloton zaterdag aan de 103e Tour de France. Een editie die de nodige kansen voor Nederlands succes herbergt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Rick Stet

Er staan zaterdag vijftien Nederlanders aan de start in Mont Saint-Michel, vijf minder dan bij de Grand Départ van vorig jaar in Utrecht. In 2015 vielen er wederom geen Nederlandse dagsuccessen te vieren in La Grande Boucle. De heroïsche etappewinst van Lars Boom in 2014 is de enige zege in de laatste tien jaar. Vijf redenen waarom dit jaar alles anders is.

1. De resultaten in de andere wedstrijden
Pieter Weening die solo over de streep kwam in de Ronde van Zwitserland. De sterke Wout Poels die Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef. En vooral: vier etappezeges in de Veulta van vorig jaar, een in de laatste Giro. De oogst in Frankrijk mag dan al jaren tegenvallen, in de overige koersen viel er genoeg te vieren. Het is slechts een kwestie van tijd voordat het glazen plafond der etappezeges ook in de Tour doorbroken wordt.

2. We hebben weer een sprinter
Met het rood-wit-blauwe tricot dat toekomt aan de Nederlands kampioen om zijn schouders, rijdt Dylan Groenewegen zijn eerste Tour. De 23-jarige renner met de majestueuze dijen is de troef van LottoNL-Jumbo in de vlakke etappes. Hij moet zich tussen bewezen winnaars als Mark Cavendish, André Greipel en John Degenkolb in het sprintgeweld mengen. Groenewegen vreest die strijd en druk niet. Hij versloeg Greipel dit seizoen al in een rechtstreeks duel en ook de favorietenrol bij het NK vulde hij met verve in. Een extra steun in de rug: Danny van Poppel bewees vorig jaar tijdens de Vuelta al dat je als jonge, relatief onbekende hardrijder een sprint in een grote ronde kan winnen.

3. Tom Dumoulin doet mee
De verwachting was lange tijd dat hij de Tour niet zou rijden. Het zou niet passen in zijn voorbereiding richting de olympische tijdrit. Na zijn vroegtijdige vertrek uit de Giro, besloot de nationale knuffelrenner om toch deel te nemen aan de grootste wielerwedstrijd van het seizoen. En dan gaan de ogen direct naar de dertiende etappe, wanneer er een tijdrit over glooiend terrein gepland staat. Een kolfje naar de hand van Dumoulin, die alweer drie overwinningen in een grote ronde achter zijn naam heeft staan. Voor de klimtijdrit, zes dagen later, lijkt Wilco Kelderman een belangrijke kandidaat om mee te strijden om de bovenste plaatsen.

4. Klassementsaspiraties zijn uit het raam
Diezelfde Kelderman mag dan de kopman van LottoNL-Jumbo zijn, hij heeft zelf al aangekondigd toch vooral voor dagsuccessen naar Frankrijk af te reizen. Geen aanhaken voor een redelijk klassement, maar aanvallen om in de geschiedenisboeken te belanden. Met negen bergetappes, waarvan er vier met een beklimming eindigen, zijn er volop kansen voor de renner die in de Ronde van Zwitserland al bewees in een goede vorm te steken. In het hooggebergte liggen er ook kansen voor Laurens ten Dam, als hij niet als meesterknecht van Warren Barguil hoeft op te treden. Wout Poels is ook kansrijk, mocht hij een dag vrijaf als begeleider van kopman en topfavoriet Chris Froome.

5. De avonturiers kunnen op avontuur
Ondanks dat Cannondale met Pierre Rolland een kopman heeft die toptien kán rijden, lijkt Amerikaanse ploeg toch vooral te gokken op etappezeges. De drie Nederlanders in de ploeg zijn uitermate geschikte kandidaten om mee te springen in een lange ontsnapping, zo bewezen ze al eerder. Aan Sebastian Langeveld, Tom-Jelte Slagter en Dylan van Baarle de kansen die ze krijgen te grijpen. Hetzelfde geldt voor Bert-Jan Lindeman (LottoNL-Jumbo) – vorig jaar nog goed voor een zege in de Vuelta – en Stef Clement (IAM Cycling).