Spring naar de content

Vroeger naaiden corpsballen gewoon een dooie hoer in een ambulance

Ik kwam in mijn Amsterdamse periode graag in d’Oude Herbergh in de Handboogstraat, het bolwerk van corporaal Amsterdam. We hebben het over de late jaren zeventig. Ik was nog een vette vieze gore punker met groene hanekam en uiteraard tribale ringen door neus, oren, wenkbrauwen en de diverse genitaliën.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Arthur van Amerongen

Ik meen dat ik – de avantgardist die ik nu eenmaal ben – zelfs toen al een anal bleeching had, op aanraden van Malcolm McLaren en Vivienne Westwood. Die bipsbleking had ik laten zetten in hun sjopje op Kings Road 430 te Londen. Goor en Geer waren nog niet geboren.

De reden voor mijn nachtelijke visitaties aan dat corpsballenbolwerk in hartje Amsterdam: ik was een beetje klaar met die vieze gore communistische Brabantse meisjes in de diverse kraakpanden die ik uitwoonde. Als ik alleen al naar ze keek had ik een dubbele gonorroe te pakken, plus een Spaanse kraag en een harde anussjanker en een gemene herpes over mijn hele smoelwerk (denk Elephant Man maar dan punk).

Ik kwam dus in de d’Oude Herberg om onbeschermd met de frisse corpsmeisjes te seksen. Die roken zo lekker en hadden geen slakkensporen in de onderbroek omdat ze zich elke twee uur dwangmatig verschoonden.

De mascotte van de Herbergh was Manfred de Graaf die we eigenlijk alleen kennen als de olijke dokter Hans Lansberg in Zeg ‘ns aaa. De vleesgeworden corpsbal dus, met zo’n roze Lacoste-polo nonchalant om de schouders geslagen, een ribfluwelen drollenvanger (ook wel knickerbocker geheten), suède bordeelsluipers en vooral veel joviaal en amicaal taalgebruik zoals je dat vaker ziet bij mannenmannen zonder universitaire graad. Dokter Manfred had namelijk met de hakken over de sloot in 1948 het diploma blindtiepen gehaald bij het overigens eerbiedwaardige instituut Schoevers en werd dus in het geheel niet gehinderd door academische ballast. Enfin, dokter Lansberg had wortel geschoten in de d’Oude Herbergh en ik pikte zijn afdankers op, om een lang verhaal kort te houden.

Wie daar ook kwam was Hansje van Baalen, de agent-provocateur van filantroop Soros.

Herr Hans zette zijn Messchersmitt Kabinenroller dan tegen de urinemuur in de Handboogsteeg, leverde zijn staalhelm in bij de garderobejuffrouw van d’Oude Herberg en werd vervolgens volledig genegeerd door de hoofdstedelijke ‘gleufdieren’ (mijn term is het niet) omdat de beste man nou eenmaal niet vooraan stond toen de Hemelse Kleier smoeltjes aan het uitdelen was. (De Messerschmitt Kabinenroller is een kleine twee-persoonsauto van Duitse afkomst. Het is een zogenaamde dwergauto. De auto werd tussen 1953 en 1956 geproduceerd door de Duitse fabrikant Messerschmitt en tussen 1956 en 1964 door Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH. Dus dan weet u dat ook weer).

Aart Brouwer (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn) was mijn trouwe koempel bij De Groene Amsterdammer en verdiepte zich in het vermeende nazi-verleden van Hans nadat Vrij Nederland de suggestie had gewekt dat van Baalen bruine sympathieën had omdat hij betrokken was geweest bij uitspattingen van Pro Patria, een clubje dat door de overige leden van studentencorps Minerva met tegenzin als subvereniging werd gedoogd. Van Baalen was bestuurslid en praeses van de Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel Pro Patria. Ik citeer Aart, die ik nog elke dag mis, eventjes: ‘In de praktijk oefenden deze lieden zich vooral in permanente dronkenschap en namen zij zichzelf niet half zo serieus als Vrij Nederland nu doet. Ik zie ze nog in hun deftige flikkerpakjes over het Rapenburg marcheren, stijf van de zenuwen omdat ze steevast op afkeurend gejoel werden onthaald. Volgens VN zou Pro Patria een studentenflat aan de Klikspaanweg hebben geterroriseerd met nachtelijke exercities waarbij nazikreten werden aangeheven. Allemaal flauwekul. ‘

De door Vrij Nederland als wereldscoop gebrachte incidenten vonden plaats in het najaar van 1979, toen Van Baalen als aankomend student nog niet eens een kamer had. De studenten die zich op de Klikspaanweg misdroegen, waren Minervanen die geen onderdak hadden gevonden in een Minervahuis. De Studentenhuisvesting had hen gedumpt in een flatje tussen ‘knorren’ en ze lieten geen gelegenheid voorbijgaan hun frustratie af te reageren. De raddraaier was een joodse jongen die een reusachtige Israëlische vlag als beddesprei had. Gestoord waren ze, maar geen lid van Pro Patria.

Aart Brouwer: ‘De waarheid is dat VN destijds grote onzin over de vereniging schreef en diezelfde onzin nu weer uit de knipselmappen heeft gehaald. Ik weet nog hoe een VN-redacteur naar Leiden afreisde om de ‘fascistische incidenten’ te inventariseren. Aangezien ik behalve het corps ook de linkse studentenvereniging Catena frequenteerde – een spagaat die mij de niet oninteressante dubbelreputatie van PSP-infiltrant en BVD-agent bezorgde – behoorde ik tot degenen die door hem ‘op gesprek’ werden genood. Het mannetje van VN zat als een inquisiteur achter een tafel, geflankeerd door twee leden van de Leidse Studentenvakbond. In de toedracht waren ze niet geïnteresseerd, alleen in namen van ‘foute’ Minerva-leden. Als ik die al wist, had ik ze aan deze ongewassen dorpstrotskisten in elk geval niet verteld. De verzinsels die VN nu afdrukt (zoals dat Van Baalen na het zingen van het Horst Wessellied in elkaar zou zijn geslagen) zijn door dat volkstribunaaltje bijeengefantaseerd. Overigens droegen deze ‘antifascisten’ ook een uniform, bestaande uit een vuil T-shirt en een spijkerpak met een builtje shag in de borstzak. Vrij Nederland en Pro Patria – in de ideologisch verkokerde jaren zeventig waren ze elkaars spiegelbeeld.

Ik vind het prettig om Hans van Baalen langs deze onsympathieke weg nogmaals te rehabiliteren, met de mediahype rond Vindicat in het achterhoofd. Op De Correspondent schreef een of andere gemeen-kalende Gutmensch-vlaskop dat het mijns inziens keurige Vindicat vergelijkbaar is met een salafistische haatmoskee maar dat de extreemrechtse blanke islamofobe misogyne mediamannen van 50+ dat in alle toonaarden weigeren te constateren. Enfin: broddelwerk waar de honden geen brood van lustenen en bij mijn weten zijn de corpsballen niet wereldwijd aan het koppensnellen zonder aanziens des persoons want dat beweert de vlaskop met zijn hyperbool in feite: corpsballen van Vindicat zijn bloeddorstige Islamitische Staat-krijgers. Enfin: lees en huiver en zie hoe de islamknuffelaren schaamteloos het mohammedaanse peerd van Troje en Ome Loek binnen juichen.

Goed, ik ga mijn vertoog afromen. Op een avond maakte ik in de Oude Herbergh kennis met Sjeng die medicijnen studeerde in Maastricht (op MBO-niveau want aangepast aan Limburg en dus laagdrempelig. Ik bedoel, je kan Sjeng wel uit de mijn halen maar de mijn niet uit Sjeng und so weiter).

Die Sjeng vertelde mij een verhaal over de ontgroening van corporale medicijnenstudenten daar. Je moest dan een koud-dode hoer neuken in een ambulance, die in de tuin stond bij een vooraanstaand geneesheer, of iets in die geest. Gewoon een simpel en ordinair initiatieritueel waar ik verder geen waardeoordeel aan ga verbinden. Het rare is dat die Sjeng vervolgens in de pisbak bij het Maagdenhuis mijn prostaat heeft gemolken terwijl hij in geuren en kleuren dat broodje-aap-verhaal over die dode hoer in de ambulance vertelde.

Prostaatmelken bleek notabene het hoofdvak van de ‘medicijnenstudie’ te Mestreech en ik meen dat Sjeng zelfs het diploma prostaatmelken aan me liet zien toen ik het zaakje niet helemaal bleek te vertrouwen. Toen hij mij aansluitend vertelde dat zijn oude moedertje in Schin op Geul van diverse soorten kopkaas het beroemde Rommedoeke kaasde en verkocht op de boerenmarkt in het aanpalende Ransdaal, was ik er klaar mee. U begrijpt dat ik sindsdien niets meer te maken wil hebben met het corporale wereldje. Mens sana in corpore sano. U kent mij.

Onderwerpen