Spring naar de content

Anouska Koster en de waanzin van een WK in Qatar

Daar zit ze, op een Qatarese stoeprand. Achter haar: een dranghek voor het geval er opeens duizenden wielerenthousiaste Qatari zouden opdagen.
Die bestaan niet, of ze zijn vandaag toevallig allemaal verhinderd.
Langzaam richt ze zich op. Ze moet door door door. Vooruit. Het gaat om de tijd van de vierde. Zij is de vierde. Haar helm is een magnetron, haar hoofd een broodje bapao.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Zelf ben ik nooit in Qatar geweest. Mijn ouders zijn nooit in Qatar geweest, de vriendin is nooit in Qatar geweest, evenals verschillende van onze vrienden en familieleden. Een enkeling heeft zelfs nooit overwogen erheen te gaan.
Je zou dus kunnen zeggen dat ik geen Qatar-specialist ben. Ik weet er goedbeschouwd bijna niets van. Vaak is bijna niets van iets weten een valide reden om je niet over dat onderwerp uit te laten – veel mensen vinden dit overigens een achterhaald idee. Zij hebben immers hun gevoel.
In dit geval is dat bijna niets ruim voldoende om te concluderen dat het WK wielrennen in Qatar absurd, getikt en ronduit gevaarlijk is. De redenen waarom dat zo is, kan iedereen met even weinig kennis (of iets meer) ophoesten als woestijnzand: 1) Het is te heet in Qatar, 2) Wielrennen kan niemand wat schelen in Qatar en 3) Qatar is een land waar ze tegenover mensenrechten staan zoals ik op school tegenover facultatieve lesuren: je kunt je er iets van aantrekken, maar waarom zou je.

Koffer
Zaterdag stond er een mooi artikel van Willem Vissers in de Volkskrant. Onderwerp was voetballen (eigenlijk vooral: coachen) in ingewikkelde landen. Guus Hiddink kwam langs, Ruud Gullit, Dick Advocaat, Frank Rijkaard en Bert van Marwijk. Min of meer de volledige Hollandse School, op Cruijff en Van Gaal na. Allemaal werken of werkten ze in landen die niet zuiver op de graat waren, allemaal waren ze ook in meer of mindere mate de mascottes voor leiders en regimes waar je je verre van zou moeten willen houden. In het stuk kwam ook de eeuwige reactie van miljoenen binnen harkende voetbaltrainers aan bod: dat Nederland met die landen handel drijft, dat er in die landen Nederlandse bedrijven gevestigd zijn, dat er Nederlandse expats werkzaam zijn en dat de twee volgende wereldkampioenschappen voetbal in Rusland en Qatar plaatsvinden.
Ik snap die argumentatie nooit zo goed. Waarom zou je jezelf als bondscoach van het visitekaartje een suspecte oliestaat vergelijken met een anonieme manager bij Shell? Waarom zou je überhaupt zoiets persoonlijks als je moraal laten afhangen van wat een ander doet of nalaat? Kijk je überhaupt nog om je heen, of wordt dat kijken wat bemoeilijkt door het bord voor je kop dat even later een koffer vol bankbiljetten blijkt?

Ze weet nog waar ze vandaan kwam. Ze draait haar fiets, als een ruiter die zijn paard zachtjes in de juiste rijrichting duwt.
Haar rechterbeen. Daar moet iets mee. Ze moet het aan de andere kant van het zadel zien te krijgen. Anouska Koster tilt haar been op. Het weegt 140 kilo. Omhoog moet het, omhoog.
Als het rechterbeen op zadelhoogte hangt, komt alle gewicht plots op het linker te liggen. Dat been blijkt helemaal gevuld met zwarte pap. In kleine stapjes laat haar evenwicht haar in de steek.
Ze valt. Probeert op te staan. Haar fiets is een natgeregende broek die je niet van je lijf gestroopt krijgt.
Iemand zet een reservefiets klaar. Daar valt ze prompt tegenaan.

‘In Spanje is het soms net zo heet,’ zei Jos van Emden gisteren na de ploegentijdrit, terwijl het zweet van zijn neus drupte. ‘Waarom je ook tegen dit WK hier bent, de hitte is geen goeie reden.’
Dat kan. Zoals gezegd: ik ben nooit in Qatar geweest. Toch verschenen de vrouwen die een paar uur eerder de ploegentijdrit hadden afgewerkt voor de NOS-camera met hoofden die een tijdje in een frituurpan leken te hebben doorgebracht. En voor de duidelijkheid: het valt daar nu dus mee, qua hitte. Wat tijdens Vuelta of Tour een uitzinnig hete dag betekent, is in Qatar begin oktober gewoon tussenjassenweer.

Ik ben zo moe
Jos van Emden vergat iets – begrijpelijk: ik zou na zo’n inspanning in die temperatuur twee weken überhaupt niet meer kunnen communiceren. Maar redenen om ergens iets van te vinden staan niet los van elkaar. Ze zijn verbonden. Er is de hitte, de politieke situatie en dat absurde beeld van kilometers dranghekken zonder publiek. Voor de een weegt het een zwaarder, voor de ander zal het ander mogelijk overdreven klinken, maar er zijn voor iedereen voldoende redenen om je WK niet in Qatar te organiseren. Niemand vindt dat een goed idee. Net zoals niemand het WK voetbal in Qatar (of Rusland) een goed idee vindt, trouwens.
Zo gaan die dingen. Argumenten worden al lang niet meer weerlegd, ze worden gesmoord met miljoenen. In het voetbal was dat al langer zo, in het wielrennen is het sinds een tijdje niet anders. Dit WK is pas het begin. Wie zijn gezond verstand verpatst aan de hoogste bieder, kan alles verwachten.

Haar rug doet pijn. Haar hoofd doet pijn. Haar gezicht doet pijn. Haar benen doen geen pijn, dat punt zijn ze al voorbij.
Ze wordt vastgegrepen. Het lijkt een poging de kracht van het ene lijf naar het andere te transporteren.
Ze huilt. Ze bloedt. Ze roept – al weet ze niet of het hardop is of in haar hoofd.
‘Ik ben zo moe! Ik ben zo moe!’
Iemand spreekt tegen haar. Er verschijnt een sepia vlek voor haar ogen. De vlek maakt geluid. Diepe walvistonen. Logischerwijs is het Koos, Koos Moerenhout die haar vraagt hoe het gaat, wat ze voelt, of ze door wil. Logischerwijs, ware het niet dat haar laatste beetje logica tien kilometer geleden als koud zweet over haar benen is gerold, om te verdampen op de weg, precies halverwege Nergens en Niets.

http://nos.nl/video/2136778-koster-over-de-kop-bij-wk-ploegentijdrit.html