Waarom de Amerikanen op een dinsdag in november stemmen
Binnenkort is het zover: op dinsdag 8 november gaat Amerika naar de stembus en wordt de opvolger van Barack Obama gekozen. Maar waarom per se op dinsdag? En waarom juist altijd in november?
De keuze voor de presidentiële verkiezingen in de maand november hebben te maken met het grootste gedeelte van de geschiedenis van de Verenigde Staten, toen het land nog een overwegend agrarische samenleving was. De rurale boeren moesten veelal een flink eind reizen om bij het dichtstbijzijnde stembureau te komen. De maand november, na de oogstmaanden in het begin van de herfst en de zomermaanden die in beslag genomen werden door werk op het land werd het meest ideaal hiervoor bevonden. In het grootste gedeelte was het klimaat van het land nog mild genoeg om de trip te maken.
Maar waarom op een dinsdag? Ook dit heeft te maken met de reis die de Amerikanen uit de landelijke gebieden moesten maken, die gemiddeld een dag in beslag nam. Daardoor zou de dag van tevoren de reis al aan hebben moeten vangen. Om dan op een maandag te gaan stemmen zouden de voor het christelijke Amerika heilige zondagsdiensten in het gedrang komen. Vandaar dat de dinsdag bepaald werd als stemdag, en de maand november als de meest geschikte maand, in het jaar 1840 om precies te zijn.
En sinds die tijd is er ontzettend veel veranderd, en is met name de beslissing om te stemmen op dinsdag niet meer zo handig voor veel Amerikanen. De Amerikaanse samenleving ging van zo’n zestig procent agrariërs naar minder dan twee procent, de slavernij werd afgeschaft, vrouwen en Afro-Amerikanen kregen kiesrecht. Maar de dinsdag in november bleef hetzelfde. En voor de Amerikaanse bevolking anno 2016, die doordeweeks werkt, is dat soms lastig. Een dag in het weekend zou bijvoorbeeld handiger zijn. Maar omdat een groep blanke mannen (want die hadden stemrecht) in 1840 het zo wilde, blijft het volk in de eenentwintigste eeuw ook nog op een dinsdag in november stemmen.
