Een buikgriep-epidemie is zo voorspeld, dankzij Twitter
We plaatsen tegenwoordig zo’n beetje alles op sociale media. Maar terwijl we op Facebook nog enigszins ons best doen onze levens zo leuk mogelijk te doen voorkomen met toffe feestfoto’s en zonovergoten vakantiekiekjes, geeft Twitter een accurater beeld van ons alledaagse leven. En dat kan handig zijn, in het geval van een visuitbraak bijvoorbeeld.
In het Verenigd Koninkrijk kwamen ze tot deze verrassende conclusie, toen daar een kleine uitbraak van het Norovirus plaatsvond. Het Norovirus veroorzaakt buikgriep, en veroorzaakt symptomen als braken, koorts en diarree. Meestal is het Norovirus na een dag of twee overwonnen door het immuunsysteem. Het UK Food Standards Agency zocht naar nieuwe manieren om de verspreiding van het virus in kaart te brengen. Probleem is vaak dat het bij buikgriep niet altijd nodig is een ziekenhuis op te zoeken, de meeste mensen zieken thuis uit. Allereerst toog het agentschap naar Google, maar daar was ook weinig informatie te vinden.
Maar wat doen die zieken als ze de gehele dag miserabel liggen te zijn en een kopje slappe bouillon en een cracker niet binnen kunnen houden? Juist, die spuwen hun gal op Twitter. Gedeelde smart is immers halve smart, zelfs als dat ietwat onsmakelijke details over waterige stoelgang en het veelvuldig knuffelen van de porseleinen troon betreft.
Hartstikke handig om een uitbraak te voorspellen, dus. De wetenschappers van het FSA durven zelfs naargelang het aantal ‘symptoom-gerelateerde tweets’ met een nauwkeurigheid van zeventig tot tachtig procent te voorspellen waar in de daaropvolgende week het aantal zieken toe gaat nemen.
Uiteraard werden de tweets wel gefilterd op andere oorzaken die ook symptomen van buikgriep (overgeven) veroorzaken, zoals zwangerschap of een stevige kater. Wat overbleef, gaf samen met gegevens van gevallen bij lokale doktoren en ziekenhuizen een accuraat beeld van de verspreiding van het zeer besmettelijke Norovirus. En zo blijkt onze drang tot het delen van onze dagelijkse perikelen toch nog een nut te kunnen hebben.
