Spring naar de content

Ik herbergde terroristen

Met het decemberfeest van komende zondag voor de deur – wij in Portugal noemen dat ‘Natal’ omdat het verwijst naar de geboorte van het kindje Jezus – heb ik een aardige scoop voor mijn drie trouwe lezers: een miezerig en deprimerend kerstverhaal in de traditie van Charles Dickens.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Arthur van Amerongen

In mijn Amsterdamse periode was mijn ruime woning in Amsterdam-West een herberg voor illegale, zeer criminele Marokkanen, Tunesiërs en Algerijnen, zeg maar van het type Anis Amri. Ik wilde net schrijven dat Anis vermoedelijk vanmiddag ergens een waterpijp zit te roken in een Nijmeegse shishalounge, nadat de Berlijnse amateurtrucker met zijn broeders eerst heel knus de vrijdagpreek heeft bijgewoond in de Al Moslimin-moskee. Maar daar ging al mijn geveinsde deskundigheid en expertise van het islamitische, mohammedaanse, op de Koran geïnspireerde terrorisme want ik zie net op Twitter dat ons Anisje is doodgeschoten in een gaybar in Milaan. I believe it when I see it. Hoe is hij in godsnaam van Kleef naar Milaan gereisd? Meegelift met een vrachtwagen?

Afijn. Mensen, het was de zoete inval in mijn woonst in Gaza-020, om de hoek van het Allebéplein waar Mohammed Bouyeri altijd voor de moskee stond te schreeuwen dat de ouwe Marokkanen in de moskee aldaar niets van de islam wisten. Op een goeie avond zaten er in mijn hut zeker vijftien illegale Noordafrikanen (1000 jaar lik) crack te roken, te chinezen of gewoon gezellig een jointje kifkif uit Ketama te paffen. Ik was eigenlijk de enige betalende klant want de rest was dealer of iets in die geest. Vaak hadden ze wel een leuke fiets in de aanbieding, een Bugaboo-bakfiets die van de vrachtwagen was gevallen, zijden dameslingerie van de Bijenkorf en soms – heel erg old school – een heuse autoradio die ik natuurlijk weigerde omdat ik niet kan autorijden.

Om op mijn kerstverhaal terug te komen: ik was dus niet Ebenezer Scrooge want ik betaalde me blauw aan die kutdope en schonk zelfs gratis thee. De meeste knullen waren rond de 25 en reisden al jaren door Europa, zonder papieren en hartstikke illegaal. Soms verdwenen ze van mijn radar en dan hadden ze weer een poosje vastgezeten of waren ze gedeporteerd. Hilarisch waren de verhalen dat ze door de politie van Amsterdam, of de marechaussee of wat dan ook, naar de grens met Belgikistan waren gebracht en daar verder moesten lopen. Die gasten waren sneller terug in 020 dan diezelfde wouten! Het Arabische woord voor politie is overigens shoerta, dan weet u dat.

Ze hadden allemaal meerdere schuilnamen en dat was best lastig, qua bellen. Dan moest ik dope hebben en dan had ik twintig Mo’s in mijn telefoon. Goed, er was dikke Mo, kleine Mo, magere Mo, Mo de Rat, Mo de fietsendief maar verder was het één pot nat.

Mits er voldoende dope was (lees: zolang ik nog kon pinnen) konden ze uren praten over de islam. Meer vanuit een nostalgische gedachte want ze hadden vaak heimwee en misten de gezellige volkse islam (vol heidense gebruiken) uit Noord-Afrika, de verhalen over de geliefde plaatselijke heiligen, de marabouts. En altijd waren er de verhalen over de islamleraar die je verrot sloeg als je iets fout las in de Koran, om nog maar te zwijgen over billenkoek.

Echt gevaarlijk was het niet voor mij, als gastheer. Ik genoot een zekere bescherming al geldt in dat milieu meer dan waar dan ook: de mens is de mens een wolf. Dan stonden ze in mijn designkeuken in een enorme Creuset-pan vol ammoniak crack te koken, het ging echt om astronomische bedragen qua handelswaar. Elk schilfertje crack was zo een tientje waard op straat. Ik moest er dan op toezien dat ze elkaar niet naaiden en er vandoor gingen met de versgekookte dope. Eens kreeg ik een belletje van Hele Grote Mo uit Rotjeknor, of ik wist waar kleine Mo en Ali waren gebleven. Die hadden de plaat gepoetst met drie ons coke en Hele Grote Mo had toevallig mijn nummer. Nou, daar was ik blij mee.

Vluchten was geen enkel probleem voor de Naffers want ze hadden een uitgebreid internationaal netwerk. Illegale Marokkanen reisden naar Antwerpen, Brussel, Frankrijk of Duitsland. Overal hadden ze familie. De route van Algeciras – nog los van de Noord-Afrikanen die via Griekenland of Italië binnenkomen – loopt naar Madrid en Barcelona, dwars door Frankrijk naar Brussel en Antwerpen en eindigt bij Amsterdam en soms in de Scandinavische landen. De drugsroute – met safe houses – wordt nu gebruikt door de IS-boys.

Een jongen, Houari, werd een soort vriend en ik trok zeker twee jaar met hem op. Hij had een stuk of tien andere pseudoniemen op straat en pas na een half jaar zei hij zijn echte naam. Houari kwam uit een redelijk goed milieu in Algiers en schaamde zich voor zijn situatie.

Hij was altijd goed gekleed, altijd geschoren al had hij wel een fietsenrek van een gebit. Zonder drugs was onze vriendschap wat magertjes, dat moet ik er wel bij zeggen. Dan vielen onze gesprekken gewoon dood. Houari wandelde of fietste nooit door rood want op die manier trok hij de aandacht van de politie. Hij had al in een paar gevangenissen gezeten maar dat vond hij geen ramp: lekker pingpongen, gewichtheffen, halalle couscous royal op vrijdag, regelmatig een fijn gesprek met de bajesimam en elke dag grasduinen in de bibliotheek. Houari gebruikte zelf geen dope, ook al liep hij met enorme partijen heroïne, snuifcoke en crack op zak. Later werd hij het slachtoffer van slipgevaar: wanneer je je eigen handel gaat consumeren. Hij verloederde en ik heb hem tien jaar niet meer gezien. Ik hoop dat hij gelukkig is in Algerije.

Met terugwerkende kracht en met de wetenschap waarover ik nu beschik, besef ik dat die illegale Naffers van toen de potentiële IS-cellen van nu zijn. Toen was er natuurlijk nog geen gedonder in Syrië, dat zal het verschil zijn. Qua kerstgedachte wil ik er op wijzen dat ik nooit echt problemen heb gehad met de Anis Amri’s uit mijn tijd. Niets wees erop dat ze aanslagen zouden plegen. Ik had best wel medelijden met ze. Ik was dan ook de enige Nederlander bij wie ze over de vloer kwamen, die naamloze schimmen, dolend door Europa. Maar goed, en dat is de Ebenezer Scrooge in mij, zonder de dope had ik ze nooit in huis gehaald. Feliz Natal!

Foto: Flickr | Photo RNW.org

Onderwerpen