Spring naar de content

Waarom Tolkiens kunsttaal van groter invloed was dan het Esperanto

Het Esperanto wordt vaak aangemerkt als de meest succesvolle kunsttaal. Hoewel deze taal nooit een wereldtaal is geworden, zijn er nog zo’n anderhalf miljoen sprekers. Maar de door J.R.R. Tolkien geconstrueerde elfentaal leidde tot het schrijven van de succesvolle boeken The Hobbit en Lord of the Rings en heeft een blijvend effect gehad op taalgebruik in sciencefiction en fantasyliteratuur.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Door Postma

Lejzer Zamenhof bracht in 1887 onder het pseudoniem Dr. Esperanto La internacia lingvo (de internationale taal) uit, waarin hij de door hem bedachte taal die later Esperanto genoemd werd introduceerde. Zamenhof groeide op in Bialystok in het noordoosten van Polen waar veel vijandigheid heerste tussen Polen, Russen en Duitsers die elk hun eigen taal spraken. Hij geloofde dat een universele taal de sleutel was tot vredig naast elkaar leven. Hij schreef: “Taal vormt de basis van de beschaving, verschil in taal is de oorzaak van afkeer en zelfs van haat tussen mensen.” De simpele taal die hij bedacht zou de ideale manier zijn om mensen met verschillende achtergronden met elkaar te laten communiceren. Doordat er geen sprekers in het voordeel zouden zijn omdat het voor alle partijen een tweede taal betreft en de taal politiek neutraal is, zouden de sprekers op een harmonieuze manier met elkaar kunnen spreken en samenleven. Het doel om middels het Esperanto te verbroederen is niet geslaagd, want wanneer Zamenhof in 1917 overlijdt is de Eerste Wereldoorlog in volle gang. Vergeten is de taal zeker niet, het is wereldwijd de meest gesproken kunsttaal.

Elvish
J.R.R. Tolkien had hele andere redenen om een kunsttaal te ontwikkelen. Hij wilde met zijn zelfbedachte taal de wereld niet veranderen, maar een nieuwe fictieve wereld creëren. Bij het bedenken van zijn taal had hij een context nodig om de taal essentie te geven, wat leidde tot het schrijven van zijn boeken. Zijn uitleg was dat “de ‘verhalen’ meer gemaakt zijn om de taal een wereld te bieden, dan andersom.” The Lord of the Rings werd enorm populair in de jaren ’60 en is met ongeveer 150 miljoen verkochte exemplaren een van de populairste fictiewerken uit de twintigste eeuw. Tolkien wordt gezien als vader van de fantasy en onderdelen van elventaal worden nog steeds gebruikt in de literatuur. Ook de traditie om een kunsttaal voor fictie te ontwikkelen leeft voort. Klingon, de taal van het buitenaardse strijdersvolk uit de tv-serie Star Trek heeft volgens de Modern Language Association meer dan 7500 sprekers en op internet is deze taal populairder dan het Esperanto. Een recenter voorbeeld is het Dothraki uit Game of Thrones. In deze populaire televisieserie wordt af en toe verwezen naar de taal van Tolkien, bijvoorbeeld door met het woord ‘warg’ mensen te duiden die hun bewustzijn kunnen projecteren op dieren.

Verklaring
De verklaring voor het voortleven van de fantasietalen van Tolkien kan worden gezocht in de taalkunde. Paradoxaal genoeg staat Tolkiens concept dichterbij hoe talen in de echte wereld werken dan het Esperanto. In de elventaal worden cultureel bepaalde, levende en dingen die veranderen uitgedrukt. Het idee van een universele taal die politiek neutraal is en door iedereen geleerd kan worden gaat uit van een wereld waar alles hetzelfde is. Menselijke taal daarentegen is constant aan verandering onderhevig en daardoor staat het Esperanto er verder van af. Onze beweegredenen bieden een andere meer voor de hand liggende verklaring; wellicht houden we ons liever bezig met het scheppen van fantasiewerelden dan op zoek te gaan naar manieren om de wereld te verbeteren.