Spring naar de content

Allahoe Boekenbal

U mist niets. U weet dat u niets mist, toch? Ik ben hier om u te vertellen wat u niet mist. Maar dat leest u ook ieder jaar, toch? Hoe kut het nu weer was en hoe weinig u miste. En toch leest u het graag. U wilt het weten. U bent niet geïnteresseerd, maar toch pikt u het even mee. U leest überhaupt geen boeken meer, maar toch komt u even kijken. Dan loopt u langs Paradiso en roept: ‘maar waar zijn de beroemde schrijvers dan?’ Ik kwam u tegen toen ik wegging in mijn rolstoel en gaf u mijn afterparty-bandje.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Stella Bergsma

‘Bent u een beroemde schrijver?’ vroeg u.
‘Ja, enorm,’ antwoordde ik. ‘Ik ben Stella Bergsma.’
‘Wie?’ zei u en u liep al half door.
‘Stella Bergsma,’ sputterde ik vertwijfeld. Van Pussy Album.
O ja, daar had u misschien van gehoord. Gretig liep u terug. Dat is met seks en schandaal, toch? Zullen we even? Op de foto? Wilt u? Natuurlijk wilde ik. Het was een prachtig verboden vruchten huwelijk. U met een schrijver die u niet kende en ik met een lezer die mij niet las. U kwam daar niet voor, dat weet ik ook wel.  U kwam voor wat u niet miste. Elite, grachtengordel. Al die klootzakken bij elkaar in een pand.  Al die mensen waar we zo boos op zijn. Waar zijn de terroristen als je ze een keertje nodig hebt? Allahoe Boekenbal. Ik ging naar huis en u ging toch proberen binnen te komen. Want u wilt niets missen van waar u niets aan mist tenslotte. En dat is waar ik voor ben. Voor u. Uw rollende reporter. Het verslag van wat u niet miste, leest u hier.

Allereerst tieten, heel veel tieten. Meer dan je ooit bij elkaar zag. Het thema was verboden vruchten dit jaar en dat lieten de schrijfwijfjes zich goed smaken. Saskia Noort had zo’n diep decolleté dat zelfs Jennifer Lopez een blockje om zou doen. Clarice Gargard droeg een topje wat ik steeds naar beneden probeerde te trekken. Met dat soort dingen kom je als invalide prima weg. De een na de andere gleuf passeerde diepgleuvig de revue.

Vanuit mijn rolstoel had ik verreweg het beste zicht van de avond. Iemand had me in de rokersruimte geparkeerd. Dat is waar je moet wezen, dat weet iedereen. Wie niet rookt telt niet mee. Soms kwam er een belangrijk persoon over me heen buigen om me voor de duizendste keer te vragen hoe ik aan mijn gebroken voet kwam. Gevallen ja. Van een tramperron. Dronken, zoals het een schrijver betaamt. Dat kon ieders goedkeuring wel wegdragen.

De grote zaal was schitterend aangekleed. Beter dan alle jaren hiervoor. Hip, modern, met grote schermen en lichtgevende decoratie. Er was een man met een hondenkop, aangelijnd door een vrouw, die geen vrouw was, in een leren rok. Er was een slang. Wat? Wat zeg je? Een levende slang? Jazeker, om met de schrijvers op de foto te gaan voor het thema. Wat zielig! Wat een dierenbeulerij! Rel! Trending! De grachtengordel doet aan Dieren-Dachau! Beestjes-Bergen-Belsen! Verontwaardigd verslikte u zich in uw gehaktbal, terwijl u op Twitter keek.

Dan de acts! Geweldige band. Charly Luske zong het officiële Boekenballied, dat niemand verstond omdat iedereen er doorheen lulde. Dat weet ik omdat ik samen met Kluun de tekst schreef en Georgina Verbaan me in de rokersruimte vroeg of het in Engels was (nee). Maarten Heijmans was zong prachtig, als altijd. Ik had gehoopt hem te complimenteren vanuit mijn roltroon in de rookruimte (je weet nooit of er misschien een invalide-pityfuck inzit), maar hij rookt kennelijk niet.

Als klap op de vuurpijl kwam Maan aan touwen vanaf het plafond naar beneden zeilen, terwijl ze I feel love zong. Hanna was er en Anna, Alma, Nina, en al die schrijfsters die u niet leest omdat u niet leest en al helemaal geen vrouwen. Kader Abdolah hield niet op met naar me zwaaien, Tommy Wieringa kuste mijn hand en Conny Palmen kwam me om de vijf minuten omhelzen. Herman Koch keek ongemakkelijk toen hij me zag en ongemakkelijk toen hij me niet zag. Tom Lanoye had een normale bril op en Lize Spit was uiteraard gewoon aanwezig, ondanks de rel rond uitgeverij Das Mag.

Toen kwamen er slierten uit de lucht. Zo mooi. Ik was te laat met mijn foto. Heel Paradiso was gehuld in glitter en glamour. Wat was het suberbe, wat was het eliterair. Wat mocht u er niet bij zijn. Er waren gin-tonics en consumptiebonnen die maar niet opraakten. Sunny Bergman had xtc geslikt (hoorde ik)  en vrede gesloten met alle feministen in het pand. Uiteindelijk belandde ze op mijn schoot. Daar zat ze vorig jaar ook al, toen ik nog gewoon kon lopen, om te discussiëren met Sylvia Witteman over racisme. Die laatste was er helaas niet dit jaar. Dat vond ik wel een gemis. Maar u. U miste niets, hoor. Toen ik wegrolstoelde hoorde ik zelfs een paar terroristen tegen elkaar zeggen: “Allahoe, ach, kom Ahmed. Hier mis je niets aan.”