Spring naar de content

We hoeven Afrika niet meer te bombarderen met onze overbodige kleren

Wekelijks neemt Alexandra Besuijen op deze website de wereld voor mode en trends kritisch onder de loep. Deze week: compostkleren en een goede modetip voor Koningsdag.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Alexandra Besuijen

No shit

Als je, zoals ik, weleens iets koopt bij gigakledingwinkels als Primark, dan wéét je natuurlijk dat dat shirtje of dat rokje niet voor de eeuwigheid is bedoeld. Het ziet er allemaal wel leuk uit, maar kwalitatief laat het vaak te wensen over. Geeft niks, want het kost geen drol en het past goed bij mijn niet al te gevulde beursje. En bovendien: ik gooi mijn oude kleding – waar soms, beken ik met schaamte, de prijskaartjes nog aanhangen – altijd netjes in de groene bak, zodat mensen in arme landen er nog wat aan hebben. Mooi toch?

Nou eh… nee. Sommige Afrikaanse landen worden bedolven onder miljoenen kilo’s oude kleren die jaarlijks over ze worden uitgestort. Opkopers profiteren ervan, maar de lokale kledingproductie is vrijwel geheel tot stand gekomen. Maar ja, wat dan? Als je, zoals de fast fashion voorschrijft, elke maand een paar nieuwe truitjes of broeken aanschaft en voor alles van meer dan een half jaar oud nuffig je neusje ophaalt, blijft de oudeklerenberg alleen maar groeien en groeien. En dat terwijl er bij het produceren van die kleren enorm veel grondstoffen en energie gemoeid zijn.

Dat moet anders, dacht de Nederlandse Jalila Essaidi ook en ze bedacht een methode om van koeienmest (!) textiel te maken. Voor haar product Mestic ontving zij onlangs de H&M Global Change Award van 150.000 euro. Mest is blijkbaar een kostbaar product: er kan volgens Essaidi papier, ‘plastic’ en textiel van gemaakt worden. Er is meer dan genoeg van en de mogelijkheden zijn schier eindeloos. Het lost het fast fashionprobleem an sich niet op, maar ben je je poepshirtje ? toch weer zat, kan het zo op de composthoop. Mest zijt gij en tot mest zult gij wederkeren en zo.

Bibsrits

Ik heb een zwak voor Demna Gvasali, dé ontwerper van het hippe label Vetements. Ik bedoel, iemand die mensen zo gek kan krijgen honderden dollars neer te leggen voor een foeilelijk knalgeel DHL-shirtje dat op de website van het koeriersbedrijf voor nog geen tientje te koop is, daar kun je alleen maar respect voor opbrengen. Maar met zijn Bare Butt Jeans die hij voor Levi’s ontwierp, balanceert hij wel erg op het randje tussen hip en hoerig. Deze high waist jeans-spijkerbroek heeft een rits die over de hele bips loopt en waarmee je je billen kunt flashen als je daar zin in hebt.

En waarschijnlijk ook wanneer je er geen zin in hebt: ik herinner me nog die pilotenoveralls uit de jaren zeventig, met zo’n schuine rits die altijd en overal door grapjassen naar beneden werd getrokken. Nou had ik toen niet veel te flashen, maar toch… Hoe dan ook, als je werkt in het rode-ramensegment: vooral doen. Dan kan je hem waarschijnlijk ook wel betalen: het ding kost zo’n tweeduizend piek. Ik laat mijn pannenkoekje wel voor minder zien als het moet…?

Piemelpret

Hahaha, soms is internet toch zo fijn! Wat dacht je van de ‘dickliner’, een schattig piemeltje in plaats van het obligate zwarte streepje boven je oog? Je moet wel een beetje kunnen tekenen, maar echt snoepig! Het arme kind werd uiteraard weer door de calvinistische vingerzwaaiers voor slet en snol uitgemaakt, maar jeetje mensen, relax een beetje.

Mogen we ook nog een beetje lol hebben? Leuk idee voor Koningsdag ook, in feestelijk oranje! En dan noem ik het de Willyliner. Misschien ga ik er wel mee op de Vrijmarkt staan…

Vijf piek per Willy, is dat wat? *zoekt viltstiften*