Spring naar de content
bron: ANP / AFP / Trevor Samson

Van Samsam naar Apartheid

De VOC en Zuid-Afrika staan weer volop in de belangstelling. In het Rijksmuseum was de tentoonstelling 400 jaar Nederland en Zuid Afrika te bewonderen, terwijl het Nationaal Archief in Den Haag de handel en wandel van de VOC in beeld brengt. Dat levert mooi materiaal op,  maar ook hardnekkige clichés.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie

Zo zou de VOC gruwelijk geweld gebruiken tegen inheemse volken, maar in Zuid-Afrika bleek ze regelmatig samen te werken met het inheemse Khoivolk. Zo prijkt het Khoiwoord Samsam (vredesluiten als voorwaarde voor ruilhandel) al in 1659 op een woordenlijst opgesteld door de gesjeesde Duitse student George Wreede en ging dit woord zelfs de Nederlandse taal verrijken.

Verder suggereert het Rijks dat Apartheid een Nederlandse uitvinding zou zijn. Maar de segregatie van rassen is toch echt van Engelse oorsprong, evenals de thuislanden. Tekenend is dat in 2015 studenten het standbeeld van de Engelse mijnmagnaat Cecil Rhodes in Kaapstad van zijn sokkel haalden, terwijl dat van Jan van Riebeeck – als koopman in dienst van de VOC en stichter van de kolonie op de kaap – er nog steeds staat.

Bekijk hieronder de trailer van de expositie van het Rijks. De tekst gaat hieronder verder. 

De televisieserie Goede Hoop doet meer recht aan de werkelijkheid. Enthousiast probeert Hans Goekoop de ziel van Zuid Afrikanen te doorgronden, maar moet daarbij regelmatig zijn vooroordelen bijstellen. Hoe komt het dat jullie geen hekel hebben aan de Nederlanders, zo vraagt hij stomverbaasd aan leden van het Kaaps-Maleise koor, bestaande uit nazaten van slaven. Net zo verbaast staat hij voor een prachtige kast die eigendom was van Anna de Koning, dochter van een slavin geboren in Bengalen. Wel heeft de redactie een paar uitglijders niet voorkomen. Het wordt tijd voor de feiten.

Vestigingskolonie

Al vanaf de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602 was de Kaap de Goede Hoop een tussenstop tussen Amsterdam en Batavia. In 1652 gingen er twintig schepen met bestemming Batavia voor anker en elf schepen voor Amsterdam, beladen met specerijen en slaven. Ieder jaar verbleven vele duizenden Europese mannen een periode van drie weken op de Kaap, maar hun proviandering was een probleem.

Daarom nam Jan van Riebeeck het radicale besluit om een vestigingskolonie te stichten en zelf producten te gaan telen. Deze koopman en chirurgijn uit Culemborg zou de geschiedenis van Zuid-Afrika bepalen. Vrijburgers uit Nederland, Duitsland en Frankrijk vestigden zich er als boer, soldaat, ambtenaar, predikant en knecht. In 1795 woonden boeren al op een afstand van 600 km van Kaapstad.

De komst van Van Riebeeck betekende het einde van de inheemse volken, zo vermeldt het Rijks. Dat behoeft aanzienlijke nuancering. De VOC voerde inderdaad oorlogen met de Khoi. De aantallen slachtoffers zijn geheel onbekend aangezien er onder hen nooit een census is gehouden. Als Goekoop stelt dat ‘de Khoi ziek werden gemaakt met Europese virussen’ dan verkeert hij op drijfzand. Inderdaad stierven in 1713 vele Khoi aan de kinderpokken afkomstig van een VOC-schip, maar dit was zeker geen bewust beleid. Wel werden de Khoi aanvankelijk gezien als curiositeit omdat ze zich insmeerden met schapenvet. Dat stonk behoorlijk maar stond samenwerking niet in de weg. Zo lieten de Khoi hun vee weiden op het graanland van de boeren, alvorens het aan de VOC te verkopen.

Vrijburgersamenleving

Verder werkten arme Khoi als knecht voor de boeren. Daarbij droegen ze Europese kleren en werden uitbetaald in natura, alhoewel ze volgens een bron vreselijk veel konden eten en ook nog van een pijpje tabak en een borrel hielden. Verder bleken de Khoivrouwen trouwe wasvrouwen en kindermeiden te zijn.

De VOC probeerde de Kaapse samenleving in te richten als de Republiek en voerde regelmatig overleg met de classis van de Hervormde kerk in Amsterdam. Men dacht de Khoi tot God te kunnen brengen en ze te leren lezen en schrijven. Maar de praktijk viel tegen omdat: “De Khoi het lopen int wild zo gewend zijn. Zij leefden als beesten en wisten nog van saijen ofte planten.”

De conclusie was dat alleen de almachtige God de Khoi uit het rijk van Satan kon trekken. Toch besloot een dominee een jaar lang te midden van de Khoi hun taal te leren. Al in 1717 waren gebeden als het Onze Vader in het Khoi vertaald. Vele Khoi gingen op in de vrijburgersamenleving zoals zou blijken in de beruchte Boerenoorlog van 1900.

Verbod

Maar eerst het heikele onderwerp van de slavernij. Aanvankelijk ontbrak het Van Riebeeck aan arbeiders om graan en groenten te telen. Daarom vroeg hij de VOC om meisjes uit de weeshuizen van de Republiek te sturen, maar dat ging langzaam. Daarna begon hij met de import van slaven, ten bate van de boerderijen van de VOC en de grootste boeren.

Gekozen werd voor slaven uit Ghana en Maleisië omdat die geciviliseerd waren, terwijl slaven uit Madagaskar opstandig waren. Slavernij ging gepaard met geweld en de VOC verbood in 1658 het gebruik van roede en gesels. Maar op afgelegen boerderijen bleef geweld bestaan. Toch was er een duidelijk verschil met de grootschalige slavernij in Amerika. Op de Kaap vertrouwden de vrijburgers in het algemeen hun slaven, die in vele documenten bij hun voornaam werden genoemd. Slavinnen trouwden regelmatig met blanken als een manier om uit slavernij te komen.

Lid van de schutterij

Zo ook de bovengenoemde Anna de Koning die trouwde met de Zweedse officier Olof Berg. Een punt van stevige discussie binnen de kerkeraad was of ook slavenkinderen met heidense ouders gedoopt behoorden te worden. Dat kon mits de ouders beloofden christelijk te worden. Deze opvatting zorgde wel voor weerstand bij de eigenaren van slaven omdat ze gekerstende slaven uiteindelijk vrij behoorden te laten. Toch kwamen er vele vrijswarten en hun loon was gelijk aan dat van een blanke knecht. Er waren zelfs blanken die voor vrijswarten werkten, terwijl diverse vrijswarten lid waren van de toonaangevende schutterij.

Zowel swarten als Khoi gingen op in de samenleving van vrijburgers. Zo hielpen de Khoi de Boeren in de strijd tegen het naburige Xhosavolk. In 1781 werd zelfs een Khoibataljon opgericht van 400 man sterk. In 1795 vochten de Khoi mee tegen de Engelsen in de slag van Muizenberg die het begin inleidde van de Engelse heerschappij.

De tekst gaat hieronder verder.

Grote Trek

Vanaf 1830 trokken de Boeren in de befaamde Grote Trek het binnenland in op zoek naar nieuwe gronden. Ze namen hun gekleurde knechten mee en gekleurde hulpen en kindermeisjes maakten deel uit van de brede cirkel van het Afrikanergezin. Deze Trek gebeurde onder leiding van bebaarde voormannen als Piet Retief die met de Statenbijbel in de hand de Boerenrepubliek Natal stichtte.

Wel betekende deze invasie het einde van de inheemse San, een weerloos volk van jagers en verzamelaars. Mannen werden omgebracht terwijl vrouwen en kinderen werden opgenomen in het Afrikaner gezin, zij het onder Middeleeuws-horige verhoudingen.

Van segregation naar Apartheid

Het Rijks blijft in gebreke bij de behandeling van de Apartheid door bij de Boerenoorlogen te beginnen, maar de cruciale voorgeschiedenis te vergeten. Vanuit Cape Coast veroverden de Engelsen in 1843 de Boerenrepubliek Natal. Daar voerden ze de eerste vorm van Segregatie in door inheemse arbeiders in de suikerrietteelt te dwingen na de oogst terug te keren naar hun geboorteland. Zo ontstonden de eerste Bantustans.

In Natal maakte de Engelsman Cecil Rhodes fortuin in de diamantmijnen van Kimberley terwijl hij zijn rijkdom nog zou vergroten na de ontdekking van goud in 1886 bij Witwatersrand, gelegen in de naastgelegen Boerenrepubliek Transvaal. De grootste goudkoorts in de wereld zou beginnen en binnen tien jaar werd Johannesburg de grootste stad van heel Zuidelijk Afrika vooral door de komst van Engelse goudzoekers. De Boerenpremier van Transvaal, Paul Kruger, probeerde deze invasie van ‘uitlanders’ te stoppen door de prijzen van dynamiet kunstmatig hoog te houden en de Engelsen stemrecht te ontzeggen.

Staatsgreep

Maar Cecil Rhodes, inmiddels premier van Cape Coast, zette de Engelse mijnbouwers aan tot een staatsgreep tegen Kruger. Dit leidde tot de Tweede Boerenoorlog tussen 1899 – 1902 waar de Boeren een effectieve guerrilla voerden. De beruchte Lord Kitchener reageerde met de tactiek van de verschroeide aarde, waarbij boerderijen werden platgebrand, vee werd afgeschoten en vrouwen en kinderen verdwenen in concentratiekampen. Daar stierven naast 27.900 vrouwen en kinderen ook 20.000 afstammelingen van Khoi en slaven.

De Engelsen definieerden de Boeren als achterlijke Afrikaners. Hans Goekoop besteed vooral aandacht aan het feit dat Willem Frederik Mondriaan (de broer van Piet) en Cor van Gogh (de broer van Vincent) na deze goudkoorts in Transvaal werkzaam waren. Hoogst merkwaardig is zijn interpretatie van het ontstaan van de Boerenoorlogen: Paul Kruger zou de Engelsen als tweederangs burgers behandelen en de aanval kiezen! Dus de Boeren waren verantwoordelijk.

Versterking segregatie

Als premier van Cape Coast voerde Cecil Rhodes in 1894 de Glen Grey Act in die het grondbezit van inheemse Afrikanen inperkte, naar het voorbeeld van Natal. In 1910 werden alle gebieden verenigd in de Union of South Africa waar de firma’s De Beers en Anglo Gold de scepter zwaaiden. Om de voorziening van goedkope arbeid veilig te stellen, versterkten ze de Segregatie en werden mijnbouwkampen met hekwerken afgesloten.

De Native Land Act uit 1913 beperkte het inheemse landbezit  tot slechts dertien procent van alle land in Zuid-Afrika. In deze Bantustans moesten mijnarbeiders hun oude dag slijten, te samen met hun achtergebleven vrouwen, jonge kinderen en ouden van dagen. Ten slotte definieerde de Urban Areas Act uit 1923 de stad als een Europese aangelegenheid. Daar was voor inheemsen geen plaats. Om deze maatregelen te controleren moesten arbeiders altijd een pas dragen, met details over hun arbeidsgeschiedenis.

Apartheid

In 1948 introduceerde Zuid-Afrika de Apartheid, op basis van voorbereidend werk vanaf 1919 gedaan door premier Jan Smuts en de Nasionale Partij van Hendrik de Malan. Invoering van Apartheid was voor de blanken puur lijfsbehoud na de Tweede Wereldoorlog. Zwarten waren gepolitiseerd nadat ze waren ingezet in de Tweede Wereldoorlog via de marinebasis Simonstown. Blanken maakten slechts vier procent van de bevolking uit en moesten de rijen sluiten.

De in Amsterdam geboren Hendrik Verwoerd tekende voor de wettelijke basis van de Apartheid en verdeelde de bevolking in rassen. De Marriage Act uit 1949 verbood huwelijken tussen rassen, banen werden gereserveerd voor blanken terwijl alle zwarten uit de blanke gebieden werden verdreven naar de Thuislanden. Het verarmde Engeland accepteerde dit beleid uit nood. Ze had de goudreserves van Zuid-Afrika nodig om een vrije val van het Pond Sterling te voorkomen.

Daarna werden de blanke steden gezuiverd door de laatste zwarte wijken in Johannesburg te ontruimen, namelijk Sophiatown in 1955 en als laatste Soweto in 1960. In Goede Hoop verdedigt een inwoner tegenover Goekoop deze actie, omdat de wijken oorden van goklust en prostitutie zouden zijn. In werkelijkheid waren ze een product van de Apartheid.

Deze Apartheid had echter niets meer te maken met de samenleving die Jan van Riebeeck vanaf 1652 vormde.

Dit opiniestuk is geschreven door Martien Hoogland, publicist en voormalig beleidsmaker van de stichting Both ENDS.