Terugkijken: Kees van der Staaij vertelt waarom hij zich over euthanasie niet monddood laat maken
Vlak voor het weekend publiceerde de Amerikaanse krant The Wall Street Journal een brief van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij. De kop luidde: ‘In the Netherlands, the doctor will kill you now.’ In ons land werd met verontwaardiging gereageerd op het stuk, maar bij Jinek legt Van der Staaij zijn standpunt uit.
Van der Staaij had de kop niet zelf verzonnen, maar reageerde volgens Eva Jinek vrij laconiek op de ophef erover. “Iemand met uw kennis van zaken had dit kunnen weten. Ik had als ik u was meteen gezegd: ‘Deze kop dekt niet de lading’. Dat heeft u niet gedaan.”
Keuze voor Amerikaanse krant
“Ik heb door de jaren in de politiek heen gemerkt dat het ook over de inhoud kan gaan en dat men niet naar de kop kijkt,” riposteert Van der Staaij. “De krant zou zeggen dat het een goede kop is, omdat ze veel aandacht hebben gekregen,” vertelt hij, “maar als auteur zeg ik: ‘Ik wilde het alleen willen hebben over de ruimere aanpak rond euthanasie. Ik had het in de kop graag gehad over de slippery slope, die we in mijn ogen in Nederland op dit vlak hebben.”
Waarom hij toch voor een Amerikaanse krant – met het risico op sensatiezucht – koos, is Van der Staaij duidelijk. “De Nederlandse kranten zeggen bij zo’n onderwerp: ‘Dit verhaal kennen we al van jullie.”
Monddood
“Ik vind dat u Nederland te kakken heeft gezet,” reageert Jinek. “U heeft Nederland neergezet als een land waarin artsen het niet nauw nemen met iets heiligs als het leven.”
“Het is geen artikel over mijn mening over euthanasie,” zegt Kees van der Staaij. Opvallend, want de SGP-fractievoorzitter is a priori tegen dit in geloofskringen gevoelige onderwerp. “Mijn stelling is juist dat je door moet praten over de uitbreiding op euthanasie. Je moet voorkomen dat je wordt afgeserveerd als iemand die toch tegen euthanasie is, dus niet mee hoeft te praten, dan maak je iemand monddood. Ik denk dat je die opvatting tegen euthanasie ook mag hebben. Er is in Nederland te weinig discussie over dit onderwerp.” En daar moeten we het volgens Van der Staaij maar eens goed over hebben.
Het hele fragment is hier terug te kijken
