Spring naar de content
bron: Pexels/Pixabay

De Groente Trompettist

Ik wil graag een stelling poneren: steeds meer winkels meten zich een naam aan die handwerk, een eigen stiel en kennis van het metier moet uitstralen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Hettinga

“Kom dan eens met bewijs,” zegt u? Oké. Daar gaan we: Het Frites Atelier, De Bierverteller, Het Bakkerspaleis, De Vegetarische Slager. Het Fietslab. Het Baking Lab. De Kartfabrique. De Haararchitect. Het Fruit & Brood Lab.

Genoeg, nietwaar?

Hier dachten ze: wij gaan het vanaf nu volstrekt anders doen. Innovatief. Gezond. Vol beleving. Baanbrekend. Biologisch. Vintage. En Grensverleggend. Alles waar je een hashtag voor kunt zetten.

Het Frites Atelier. Beeld:

Bij het Frites Atelier leidt een baard met een kalfslerenschort een expositie vol kunst van frituursnacks. Een gestolde biologische vetsculptuur van een manshoge frikandel speciaal met uitjes, mayonaise en curry. Een gefrituurd driedelig pak van kaas. De Domtoren van friet. Vijftig tinten patat. En in de categorie minimalisme: een blinkend frituurnetje.

Bij de Haararchitect frutselt de bouwmeester aan een kasteelmaquette van het grijze strohaar van vaste klant Johan Derksen. En bij de Bierverteller kom je de winkel niet uit voordat de verteller het etiket van ieder flesje heeft voorgelezen. Veel lekkerder en beter natuurlijk dan bij Friet van Piet, Kapper de Dwarrel en Bakker Suikerklontje.

De Groente Trompettist of De Vleesfluisteraar

Beeld:

Toch wil ik graag andere namen voorstellen, als u het mij toestaat. Het mag nóg ambachtelijker en met een ‘stukje’ beleving. De Groente Trompettist bijvoorbeeld. Voor je een kilo wortelen afrekent, blaast de groenteboer achter zijn toonbank eerst het Wilhelmus uit z’n koperinstrument. Een vaderlandslievend deuntje voor degene die oranje peentjes bij hem koopt.

Of De Vleesfluisteraar, die tot zijn zwarte laarzen toe in de koelvitrine hangt en liefdevolle woordjes prevelt tegen zijn sukadelappen, biefstuk en verse worst. Hier wordt uw speklap en kippenbout ook na de slachting in de watten gelegd.

“Ik hoop dat ik je niet te lang in het paneermiddel heb gelegd, lieve schnitzel.” Waarop de slager zijn hoofd ietwat naar links draait: “En verse worst, ben je tevree met de kruidnagels onder je darmvelletje?”

“Rustig maar, rustig maar. Ik vind zelf ook dat jullie, biefstukjes, wat grover gesneden mochten worden. Maar ja, schele Geert van om de hoek heeft jullie op het snijdblok gelegd. Ik kan het niet allemaal alleen… Wat? Vinden jullie dat ik schele Geert moet ontslaan? Dat is het overwegen waard. Ik doe alles voor mijn vlees en bloed!”

En een nieuwe naam voor de kindercrèche? Heb ik ook, hoor. Die noemen we gewoon vanaf nu De Kinderverslinder. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik die heb afgekeken bij het Kleine Orkest van Harrie Jekkers. Maar de slagzin is dan ook geen probleem meer. “Voor een dwarsgebakken kind in wijn gesmoord.”

Onderwerpen