Spring naar de content
bron: Pixabay

Met blindstaren op economische groei negeren we onze menselijke capaciteiten

Het bruto binnenlands product blijft maar stijgen. Mooi, denken we bij dit soort berichten vaak. Is die gedachte eigenlijk wel genoeg? Immateriële zaken delven vaak het onderspit als we kijken naar economische groei, terwijl ze cruciaal zijn voor ons menselijke capaciteiten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Maaike Posthuma

Iedereen kent de berichten van de laatste jaren. Het gaat namelijk goed met onze economie. De industrie produceert meer, het consumentenvertrouwen stijgt en consumenten kopen ook steeds meer. De export is met 3,3 procent — ten opzichte van vorig jaar — flink gegroeid, de werkloosheid is aan het dalen en als klapper op de vuurpijl is het bruto binnenlands product (bbp) het eerste kwartaal van 2017 ten opzichte van een jaar geleden met 3,4 procent gestegen. Kortom, economisch gezien kan Nederland zijn geluk niet op.

Het bbp drukt de totale marktwaarde uit van goederen en diensten die binnen de grenzen van een land in een jaar geproduceerd worden. Hiermee wordt een poging gedaan het welzijn van een land samen te vatten, maar daar wringt gelijk de schoen. Waar blijven immateriële zaken als mantelzorg en het helpen van vrienden bij een verhuizing in deze berekening?

Om het bbp-denken te ontkrachten en de discussie over wat een goede economie is, is het financieel-economische platform Follow the Money een bbp-dossier gestart onder de noemer ‘de economische religie‘.

Een dagdagelijks staaltje engagez-vous

Vrijwillige zaken — zoals het organiseren van een dorpsfeest of koken voor de buurvrouw — worden vrijwel nooit meegenomen in het eindoordeel over de economie, maar dragen juist wél bij aan het welzijn van de bevolking. Psychiater en schrijver Dirk de Wachter noemt deze immateriële zaken het ‘onzichtbare engagement’ en onmisbaar in de berekening van het bbp.

Hij schrijft hier in zijn boek De Wereld van de Wachter over. Onbetaald werk is engagement van het zuiverste soort en zou het miskende kloppende hart van de economie, de samenleving en ons menszijn kunnen zijn. Het is een dagdagelijks staaltje engagez-vous zonder magie, tussen hebzucht en harmonie.”

De tekst gaat hieronder verder.

De homo economicus is volgens De Wachter het type mens dat de homo sapiens heeft vervangen. “Onbetaalde inzet, het meermaals of regelmatig uitoefenen van een onbaatzuchtige daad, wordt ondanks zijn potentieel niet meegerekend in economische modellen.”

Onmeetbare grootte

Ook stelt De Wachter dat onbetaalde inzet geen erkenning krijgt in onze huidige economische maatschappij. “Dat de waarde van vrijwilligerswerk wordt onderschat, heeft te maken met het feit dat vrijwilligerswerk een andere soort waarde betreft dan de dominante waarde.”

Het bbp schiet daarbij ook tekort in de registratie van materiële welvaart. “Wanneer we de impact van vrijwilligers op sociale cohesie, burgerschap of maatschappelijke verbinding in rekening brengen bij ons maatschappijmodel, komen we uit bij een waarde van onmeetbare grootte.”

Groeiende doch vervuilende economie

In de aanmoediging van de groei van het bbp wordt ook voorbij gegaan aan duurzaamheid en efficiëntie. Hoe meer houtkap, oliewinning, visvangst en tal van andere praktijken, hoe meer economische groei. Doorgaans wordt meer productie aangemoedigd, wat op termijn geheel in strijd is met het duurzame beleid dat wereldwijd steeds hoger op de agenda komt te staan.

De tekst gaat hieronder verder. 

De economische focus op productie moedigt inefficiëntie en daarmee ook een wegwerpcultuur aan. Daarbij stimuleert het ook nog grotere productie doordat de slechte kwaliteit snel aan vervanging toe is. Het bbp houdt dus totaal geen rekening met het welzijn van de toekomstige planeet — en ons als bewoners ervan.

Overbodige luxe

Het bbp is tot op heden nog steeds het belangrijkste cijfer dat de groei van de economie aanduidt. Echter, naast alle positieve groei stegen de schulden van Nederlandse huishoudens de laatste jaren ook. Dit zal nog meer economische groei in de hand werken, maar of dat een goede zaak is laten we maar in het midden. Misschien is het wel eens hoog tijd voor nieuwe, hedendaagse aanduiding zonder ons blind te staren op de geldwaarde van onze productie.

Een bredere blik op wat een maatschappij gelukkig en gezond maakt zou daarbij ook geen overbodige luxe zijn.