Spring naar de content
bron: ANP/Koen Suyk

Dood aan de btw, dividendbelasting en andere dubieuze ‘financieeltjes’

Dat de overheid ons niet dood wil hebben spreekt voor zich. Maar de manier waarop u uw peuken verorbert, spreekt de betrokkenheid van diezelfde overheid toch enigszins tegen. Rutte III houdt shag namelijk goedkoop en het kabinetsbeleid kent meer van dergelijke gekke tegenstellingen – ook op betalingsgebied – anno 2017. Paradox of tegenstelling? Oordeelt u zelf.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sebas Bouquet

Zo worden de accijns per sigaret onder Rutte III verhoogd. Dat is niet gek. Rutte III streeft immers naar een rookvrije generatie. Of u nu links, rechts, midden- of alles behalve politiek bent ingesteld. U hoeft simpelweg niet dood. Dat is fijn.

Tot op heden ligt de accijns per sigaret afgerond op 18 eurocent, die van shag op 10 eurocent (1 gram tabak per creatie), aldus het economische blog Das Kapital. Het fris en fruitige kabinet wil deze bedragen in beide gevallen met welgeteld 2 eurocent verhogen. Dat is inderdaad beter dan verlagen.

En een verhoging van 2 eurocent is een relatief behapbaar bedrag voor mensen die beweren dat roken niet slecht is en dat de overheid ons de laatste pleziertjes ontneemt.
Maar dat geheel terzijde.

btw
Beeld:

Sjek in de bek

Er schuilen alleen wel degelijk twee gekke tegenstellingen achter de prijsverhoging. Allereerst het argument vóór het prijsverschil in de accijns per sigaret (Rutte III: €0,20) en shag (Rutte III: €0,12). Shag zou minder populair zijn onder jongeren dan kant-en-klare sigaretten, dus hoeft de prijs van een sjekkie niet omhoog. Einde discussie.

Want jongeren anno 2017 zijn lui. Onjuist. Handwerk is wel degelijk in trek. We haken en breien er immers op los. Naaien schijnt u eveneens goed te kunnen.
Maar ook dat geheel terzijde.

Minder rokers, minder opbrengsten

Afijn. Sjek in de bek met Rutte III. Daarmee zijn we bij de tweede nogal vreemde tegenstelling beland. Rutte III streeft naar een rookvrije generatie. Een nobel streven. Knal die accijns derhalve ongegeneerd naar ongekende hoogte, zou ieder weldenkend mens vervolgens zeggen. Maar nee, aldus staatssecretaris Menno Snel van Financiën. “Naast het generen van opbrengsten… […]”. Vrij vertaald: minder rokers is minder opbrengsten.

Meer accijnsfinancieeltjes als de groente-btw

We borduren nog even voort op het accijnswerk van Rutte III. Eerder al was de verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent een van de meest besproken besluiten in het nieuwe regeerakkoord. Arjen Lubach maakte er op zijn wekelijkse zondag gehakt van.

Zo zou ons lagere tarief bedoeld zijn om bepaalde producten voor iedereen betaalbaar te maken (klinkt logisch). De btw op fruit is bijvoorbeeld laag om consumenten een zetje in de juiste richting te geven naar een gezonde leefstijl (klinkt ook logisch). Toch worden fruit en groenten duurder, en ongezond eten niet. Dat klinkt niet logisch. Vindt Lubach, en menigeen zal het met hem eens zijn.

Menigeen is echter niet iedereen. In 2016 deed Marianne Thieme een voorstel om de btw op groente en fruit af te schaffen, maar daar is nog altijd niets van terechtgekomen. Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid, en Marcel Wissenburg, hoogleraar politicologie, zijn het op dit thema in onze juni-editie volledig met elkaar oneens. Waar Seidell rept over ‘een wettelijke taak om de burger te beschermen’, vindt Wissenburg dat ‘het niet aan de overheid is om te bepalen wat een goede burger is’ – en wie wat eet.

Paradox of tegenstelling?

Tot slot nog een ander ‘financieeltje’ in de categorie ‘opmerkelijk anno 2017’. Het betalingsverkeer in Nederland dreigt duurder te worden door de komst van allerlei nieuwe betaaldiensten. We betalen reeds voor pinkosten; 15 cent per contactloze transactie, 19 cent op de ouderwetse wijze.

De detailhandel wijst ons nu op diensten als Apple Pay en Android Pay. Zij zijn vaak gekoppeld aan creditcards. Creditcardbetalingen kunnen veel hoger uitpakken dan pinbetalingen. Waarom? Bij een creditcardbetaling wordt geen vast bedrag betaald, maar een percentage. Dat percentage kan oplopen tot 2,5 procent. Voorbeeld: bij een bedrag van 400 euro, kunnen de creditcardkosten 10 euro bedragen. Betalen wordt in dat geval duurder. En dat klinkt toch gek.

Zijn al deze voorbeelden een paradox of een daadwerkelijke economische tegenstelling? Oordeelt u zelf. En dan hebben we de dividendkwestie en vele andere financieeltjes nog niet eens besproken. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Onderwerpen