Spring naar de content
bron: ANP/Peter De Jong

Het Joegoslaviëtribunaal bracht Bosnië geen verzoening

Met de levenslange gevangenisstraf voor ‘de slager van Srebrenica’, Ratko Mladic, is er na 24 jaar een eind gekomen aan het Joegoslaviëtribunaal. Voor de ene etnische groep is hij een held, voor de anderen is hij een monster. Het tribunaal sluit haar deuren na dit vonnis, maar verzoening lijkt in het Bosnië van 2017 verder weg dan ooit.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Paul Geraedts

Een van de hoofddoelen van het Joegoslaviëtribunaal — opgericht in 1993 — was om ervoor te zorgen dat de grootste oorlogsmisdadigers op de Balkan hun straf niet ontliepen. Daarnaast moest het ervoor zorgen dat de verschillende bevolkingsgroepen die met elkaar in oorlog waren — Kroaten, Bosniakken, Serven en Kosovaren (etnische Albanezen) — zich weer enigszins met elkaar zouden verzoenen. Met name dat doel lijkt bij lange na niet bereikt.

Bosnië en Herzegovina werd een disfunctionele staat waarin het presidentsambt moet rouleren tussen een Serviër, een Kroaat en een Bosniak. Om het allemaal nog gecompliceerder te maken is het land verdeeld in twee gedeeltes, de Bosniak-Kroatische federatie en de Servische Republiek (Republika Srpska) die beiden verregaande autonomie hebben.

Journalist Goran Trkulja is afkomstig uit de hoofdstad van de Servische Republiek, Banja Luka. Tijdens de oorlogen van de jaren negentig werd het uitvoeren van zijn werk te gevaarlijk en vluchtte hij naar Nederland. Hij ziet het laatste vonnis van het tribunaal dan ook geen verandering brengen in de status quo die in juli 1995 met het ondertekenen van de Amerikaanse Dayton-akkoorden bereikt werd. “Dit heeft eigenlijk bevestigd wat we al wisten vanuit de processen die al eerder gevoerd werden, de aanklachten waren in grote lijnen dezelfde als waar ook Karadzic voor veroordeeld werd. Wat wel belangrijk is, is het feit dat beiden voor genocide veroordeeld zijn. Dat is iets waar de komende generaties misschien ooit over kunnen praten, maar daar is nu nog geen sprake van.”

Etnische en religieuze divisie

De etnische en religieuze divisie waar het land mee kampt, is sinds de oorlog eigenlijk alleen maar groter geworden. Trkulja ziet dit ook in zijn thuisland, waar de politici van weleer vaak nog comfortabel op het pluche zitten. “Bosnië (en Herzegovina, red.) is geen functionerend land,” stelt hij. “Bij de laatste volkstelling gaf slechts drie procent van de bevolking aan zichzelf Bosniër te noemen, de rest identificeert zich als Kroaat, Bosniak of Serviër.”

“En dan is er nog de politiek die ervoor zorgt dat dit soort zaken gebruikt worden voor het eigen gewin,” vervolgt hij. “Na de veroordeling van Karadzic werden er in het Servische deel opeens bruggen naar hem vernoemd. Dit soort veroordelingen geeft wind in de zeilen van de nationalistische politici, die alleen op de korte termijn denken.”

Geen natiestaat

Voor de kortere termijn ziet Trkulja het dan ook somber in voor zijn thuisland. “De politici zijn vaak dezelfde als tijdens de oorlogen, en dat zorgt ervoor dat zij alleen voor het eigen gewin en eigen volk gaan. Het Dayton-akkoord was niet in staat om van Bosnië een natiestaat te maken en de verdeeldheid is groot. Als land functioneert het zo niet. Als je dan kijkt naar de afgelopen 22 jaar dan is dat niet eens zo’n lange tijd. Hier moet veel meer tijd overheen voordat er eindelijk aan een oplossing gedacht kan worden. De politici verrijken zich tegenover de arme bevolking, en als je dan met mensen daar praat wat ze daar van vinden, hoor je vaak: ‘als ik daar zat zou ik het ook doen’. Dat is absurd, maar wel de realiteit.”

Ratko Mladic
Beeld:

Mladic als held

Ook Goran Tepsic, doctorandus aan de Universiteit van het Servische Belgrado, gepromoveerd in het onderwerp Post-Dayton Bosnië, ziet de invloed van het tribunaal op het verzoeningsproces in zijn buurland als minimaal, zelfs negatief. “Als je kijkt naar de politiek in de Republika Srpska zie je dat alle politici daar Mladic als held bestempelen. Daarnaast is er onder de Serven het gevoel dat oorlogsmisdaden tegen de Servische bevolking grotendeels onbestraft zijn gebleven. Zover mogelijk, is het Bosnië van nu nog meer verdeeld dan het Bosnië van voor de oorlog. De enige positieve inbreng op het gebied van verzoening van dit vonnis is dat het het laatste vonnis van dit tribunaal is.”

Hoewel de bijdrage aan verzoening volgens hem nihil is, heeft het tribunaal volgens Tepsic wel degelijk een bijdrage geleverd aan het verwerken van de gebeurtenissen op de langere termijn. “Wat het tribunaal goed heeft gedaan is het verzamelen van een enorme hoeveelheid aan bewijsmaterialen en verslagen van strafrechtelijk onderzoek. Met name als academicus en wetenschapper zie ik daar de toegevoegde waarde van in.”

“Verder is haar echte bijdrage aan het verzoeningsproces, zoals veel pogingen in de Balkan, vooral een fiasco geweest,” vervolgt hij. “De politiek bouwt daarop voort, en dat creëert absurde situaties. Voor de nationalistische politici is het gebruiken van de slachtofferrol bijna onmisbaar voor hun carrières geworden. Zodoende mag de oorlog wel in 1995 afgelopen zijn, het conflict duurt nog steeds voort.”

Onderwerpen