Spring naar de content

Gesloten boek: Ton van Duinhoven

Bekende Nederlanders praten over boeken die ze niet of half gelezen hebben. Deze week: acteur Ton van Duinhoven.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Stijn Aerden

“Ja, je wordt bedankt. Doe me een lol zeg. Dankzij jou word ik verpletterd onder het gewicht van wél gekochte maar niet gelezen boeken. Dat is iets wat ik me gisteren, toen ik nog een gelukkig man was, niet zo realiseerde. Ik koop veel boeken — meestal naar aanleiding van recensies. Maar, zoals ik dat vroeger kon, iets in één ruk uitlezen, dat lukt nog maar zelden. Ik lees van alles door elkaar: drie kranten om te beginnen. En ik ben iemand die ook de etiketten op flesjes spelt. Dat zeg ik niet als excuus, begrijp me goed, er zit ook een hoop gemakzucht bij. En vergeet niet de invloed van dat ding daar: de verleiding van de televisie is groot. 

“Ik heb een grote voorkeur voor Jewish American literature, en met name voor Philip Roth. Hier: Sabbath’s Theater — daarin ben ik nu een eind op streek. Goeiedag zeg, wat een smeerpijperij, wat een viezerik. Maar meesterlijk opgeschreven, dat wel — die onderhuidse humor. Het is een kanjer, hoor. Hij is de sterkste joodse schrijver in Amerika — misschien samen met Saul Bellow. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

“Toen Hermans doodging dacht ik: wat heb ik eigenlijk van die man? Twee of drie boeken — dat kán toch niet. Ik ga naar de boekhandel en koop de hele reut. Hermans — toch een belangrijke schrijver — heeft een hoop geschreven. En dat bleek, zeg. Het kostte me een geld als de pest. En toen ben ik begonnen, eerst Onder professoren. Kijk daar ligt-ie nog. Maar ik kom er ab-so-luut niet doorheen. Zo droog als kurk vind ik het. Je kunt er veel mooie dingen over zeggen, ongetwijfeld, dat het economisch is geschreven en zo, dat er geen woord te veel in staat, allemaal best, maar het swingt niet. In tegenstelling tot de boeken van Gerard. Van hem ben ik echt een fan, van Reve. Als ik een brief of pamflet van hem lees, dan geniet ik al. Dat beweegt. Heerlijk. 

“Wat ook op mij drukt — drukté moet ik zeggen, want ik heb het nu definitief weggelegd — is Het verdriet van België. Terwijl ik dol ben op Claus — ik heb alles van die man gelezen. Maar dit boek: de combinatie van het rooms-katholieke geloof en fascisme, dat is too much. Dat deed echt de zure gal bij me opborrelen. Daar ben ik mee opgehouden. 

“Zoals de eerste de beste boerenlul ben ik een ‘mannenlezer’. Niet bewust, en zeker niet omdat ik van macho-literatuur hou, maar als ik mijn boekenkast doorkijk, merk ik dat daar maar een paar dametjes tussen staan. Margriet de Moor bijvoorbeeld, De virtuoos, dat vond ik prachtig. Ik heb nog nooit iemand zo mooi over muziek zien schrijven, zonder technisch te worden. En Doeschka Meijsing, daar heb ik een hoop van. Maar verder… Ik weet niet: weinig vrouwen. Op de een of andere manier valt dat niet zo gemakkelijk binnen. 

“De ontdekking van de hemel, ja, die ziet er tamelijk ongelezen uit, klopt, maar dat zien al mijn boeken. Vroeger hadden we thuis een boekhandel en dat betekende dat we alles lazen wat we in onze vingers konden krijgen. Maar héél voorzichtig; je maakte het boek maar een klein eindje open, anders kon het niet meer verkocht worden. Dat is een gewoonte geworden — zo lees ik nog. 

“De ontdekking van de hemel. Goed dan. Nee, heb ik niet uitgelezen. Wat zal ik ervan zeggen: ik werd er een beetje móe van. En, begrijp me goed, ik gun die jongen zijn succes in Amerika enorm, hij kan ook goed schrijven. Maar als ze hem met Homerus gaan vergelijken en je hoort om de haverklap termen als ‘metafysisch’ en ‘filosofisch’ vallen, dan denk ik: het zál wel. Daar ben ik dan te veel een lichtgewicht voor. Van de andere kant: kom op, je denkt toch niet dat ze dat boek daar wél lezen.”