Spring naar de content

Geef nou maar toe

Een tbs-klant die ten onrechte is veroordeeld, heeft een groot probleem: als hij blijft ontkennen, bewijst hij zijn gekte.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Theo Tetteroo weet er alles van. Over vicieuze cirkels en een fout in het systeem. door Jaan van Aken ‘Ik heb geen kinderen op de wereld gezet om ze seksueel te misbruiken,” zei ex-vrachtwagenchauffeur Theo Tetteroo (1952) in de rechtszaal. Toch werd hij in oktober 2001 veroordeeld tot twee jaar celstraf plus tbs voor het veelvuldig seksueel misbruiken van zijn zoon en dochter. Weliswaar bekende Tetteroo het misbruik tijdens politieverhoren, maar hij heeft het voor en na de bekentenis veelvuldig ontkend. Volgens verschillende deskundigen is het misbruik inderdaad niet bewezen en deed hij een valse bekentenis.

Daarmee is hij het slachtoffer van een rechterlijke dwaling en zat hij jarenlang ten onrechte in een tbs-kliniek. Zijn advocaat Wim van Zundert zegt: “De zaak-Tetteroo toont aan dat het tbs-systeem van geen kanten deugt bij onschuldige en daarom ontkennende veroordeelden.” In wat voor situatie belandt een tbs’er die naar waarheid ontkent omdat hij inderdaad geen misdrijf heeft begaan?

Dan kom je terecht in een situatie die deskundigen omschrijven met de termen kafkaësk, catch 22 en vicieuze cirkel. De tbs’er zegt niets te kunnen vertellen over een delict dat hij niet gepleegd heeft en de kliniek kan geen behandeling beginnen zolang hij ontkent. “Zo kom je in een kafkaëske cirkelredenering terecht,” concludeert rechtspsycholoog Willem Wagenaar. Hij adviseerde als deskundige in de zaak en is medeauteur van het begin 2009 verschenen boek De slapende rechter, waarin onder meer het verhaal van Tetteroo staat.

Het tbs-systeem werkt voor ontkennende veroordeelden zeer moeizaam, vindt Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht. “Als iemand het echt niet gedaan heeft, zit hij als veroordeelde met een groot probleem. Je kunt geen kant op. De enige manier om eruit te komen is toch een bekentenis te verzinnen.”


De nachtmerrie van Theo Tetteroo begint in 1999. Tetteroo (dan 46 jaar) is internationaal vrachtwagenchauffeur en woont in Rozenburg. Hij is gescheiden en omdat hij door zijn werk vijf, zes dagen per week van huis is, wonen zijn dan zeventienjarige zoon en zestienjarige dochter bij hun opa en oma. Tetteroo is een vriendelijke, behulpzame man, blijkt uit zijn rechtbankdossier. Wel is hij onzeker, makkelijk beïnvloedbaar en vermijdt hij conflicten. Een intellectuele hoogvlieger is hij niet met een IQ van minder dan 80.

De zomer van 1999 brengt hem weinig goeds. De vrachtwagenchauffeur raakt gewond aan zijn knieën nadat hij te hulp schiet bij een ongeluk en daarbij zelf aangereden wordt. Zijn moeder overlijdt onverwachts en last but not least doet eind juli zijn dochter aangifte van seksueel misbruik. Ze beschuldigt haar vader, broer en opa ervan haar meer dan duizend keer te hebben verkracht. Ondanks de ernst van de beschuldigingen pakt de politie Tetteroo pas anderhalf jaar later op. Volgens deskundigen komt dat doordat het bewijs in deze zaak aan alle kanten rammelt.

Tijdens een verhoor vertelt zijn dochter enkele dagen eerder door haar vader te zijn verkracht, waarbij hij een condoom gebruikte. De politie onderzoekt zijn huis, maar vindt geen condoom. In dezelfde week stelt een gynaecoloog vast dat ze nog maagd is. Een maagdenvlies kan uit zichzelf herstellen, maar het is onwaarschijnlijk dat spontaan herstel binnen een week na een verkrachting optreedt bij een meisje dat bovendien al vele honderden keren zou zijn verkracht.

Beginnersfouten, oordeelt oud-rechercheur Dick Gosewehr in een rapport over het politieonderzoek. Ook van het verhoor van het slachtoffer deugt weinig. “Ze wil eigenlijk niks vertellen, dus vult de politie de ontbrekende gegevens zelf maar in,” schrijft Gosewehr. Er zit veel tijd tussen haar verklaringen, die bovendien weinig details bevatten, die ook nog eens sterk op elkaar lijken. Allemaal aanwij- zingen voor een valse beschuldiging.


Haar opa is volgens het slachtoffer de ergste misbruiker. Maar de politie krijgt het bewijs tegen opa niet rond en die zaak komt niet voor de rechter. Hoe geloofwaardig is (klein)dochter dan nog als getuige en waarom zouden haar beschuldigingen tegenover haar vader en broer dan wel kloppen? “Dat zou enorm zwaarwegend moeten zijn,” vindt rechtspsycholoog Wagenaar. “Zonder een bekentenis van Tetteroo blijft er weinig bewijs over.”

De politie doet dan ook flink haar best Tetteroo tot een bekentenis te bewegen. Tetteroo bekent het misbruik met de woorden ‘als jullie het zeggen, dan zal het wel zo zijn’. Dat schrijft psycholoog J. van der Meulen in een rapport over de zaak. Al snel trekt Tetteroo zijn bekentenis weer in met de verklaring dat hij zwaar onder druk is gezet door de politie.

De rechercheurs hadden juist extra voorzichtig moeten zijn met verhoren omdat Tetteroo persoonlijkheidstrekken heeft die kunnen leiden tot een valse bekentenis. Hij is makkelijk beïnvloedbaar en vermijdt conflicten. “Als iemand tien keer tegen me zegt dat een deur rood is, terwijl die grijs is, zeg ik ook dat het een rode deur is. Zo ben ik nou eenmaal,” verklaart hij later.

Rechtspsycholoog Wagenaar vindt dat rechters waakzaam moeten zijn bij zaken waar bekentenissen worden ingetrokken. Het kan een duidelijke aanwijzing zijn dat er iets niet klopt. Desondanks veroordeelt de rechtbank in Rotterdam Tetteroo in oktober 2001 tot twee jaar cel plus tbs voor het veelvuldig misbruiken van zijn kinderen. De rechters achten tbs noodzakelijk omdat het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht stelt dat Tetteroo een persoonlijkheidsstoornis heeft en dat de kans aanwezig is dat hij zonder behandeling zijn kinderen opnieuw zal misbruiken.


Het probleem bij deze en andere veroordelingen is dat de rechter en het PBC elkaar gebruiken in een cirkelredenering, vindt Wagenaar. Tetteroo is volgens het centrum een pedofiel mits de rechter hem schuldig acht, en de rechter zegt dat Tetteroo volgens het PBC een pedofiel is en dus schuldig. “De stoornis bestaat dus alleen als de beschuldiging waar is.”

Die cirkel is te doorbreken denkt Wagenaar. “Psychologen zouden een eigen oordeel moeten vormen, los van hetgeen waarvan iemand verdacht wordt. Hanteer als enig criterium of iemand gestoord of gevaarlijk is.”

Hoogleraar De Ruiter vindt dat rechters deskundigen veel kritischer zouden moeten bevragen over hun bevindingen. “Het is teleurstellend dat rechters vaak voor zoete koek slikken wat deskundigen opschrijven. Soms snap ik de conclusies van een onderzoeker niet; dat zouden rechters, leken op psychologisch gebied, dan zeker moeten hebben. Misschien schamen rechters zich om toe te geven dat ze het niet begrijpen.”

Het Pieter Baan Centrum laat weten dat bij het onderzoek rekening gehouden wordt met eventuele valse bekentenissen. In de kritiek van Wagenaar en De Ruiter herkent het PBC zich niet. “Het centrum werkt altijd onafhankelijk en houdt zich niet bezig met bewijsvoering, de strafmaat of de publieke opinie. Een harde eis die aan het onderzoek gesteld mag worden, is dat ook in geval van vrijspraak de diagnose overeind blijft,” reageert Job van de Sande, woordvoerder van het ministerie van Justitie.

Na zijn celstraf te hebben uitgezeten, belandt Tetteroo in maart 2003 in tbs-kliniek de Kijvelanden in Poortugaal. Hij moet over het misbruik van zijn kinderen vertellen, maar volgens hem heeft dat nooit plaatsgevonden en dus kan hij er ook niks over vertellen. Daarop bestempelt de Kijvelanden hem als ontkennende tbs’er, bij wie het ziekte-inzicht ontbreekt, en zonder dat inzicht wordt genezing niet mogelijk geacht. Zonder bekentenis zou Tetteroo in theorie tot zijn dood in de kliniek blijven.


Deze patstelling stelt ook een psychologe van de kliniek vast tijdens een rechtszaak in januari 2004 over de tweejaarlijkse verlenging van Tetteroo’s tbs. De psychologe zegt in de rechtszaal: “Zolang er geen overeenstemming over het delict is, kan hij niet in het programma voor seksuele delinquenten geplaatst worden. Hij moet met de billen bloot.”

Aan de andere behandelingen op het gebied van seksualiteit en agressie werkt hij wel mee, zolang het maar niets met seksueel misbruik te maken heeft. “Hij geeft aan niet zomaar iets te kunnen vertellen.” Maar dat is volgens de psychologe niet genoeg. “Het belangrijkste deel, het daderprogramma, heeft hij niet afgesloten.”

Maar wat als Tetteroo geen dader is en dus niet over zijn daden kan vertellen? De kliniek blijkt er voetstoots van uit te gaan dat Tetteroo zijn kinderen misbruikt heeft. De psychologe zegt aan te nemen dat de tbs’er terecht is veroordeeld. En omdat hij niet onder ogen wil zien wat hij gedaan heeft, bestaat er volgens haar een grote kans op herhaling van het misbruik. Daarop besluit de rechter de tbs met twee jaar te verlengen.

Na drie jaar wordt Tetteroo in maart 2006 overgeplaatst naar de Van der Hoeven Kliniek in Utrecht. Deze tbs-kliniek wijkt nadrukkelijk af van de gebruikelijke aanpak door een behandeling te beginnen waarbij hij niet meer hoeft te vertellen over het misbruik. Zijn behandelaars accepteren dat hij het misbruik blijft ontkennen, zolang hij zich aan het behandelplan houdt. Vreemd, vindt rechtspsycholoog Wagenaar. “Het veroorzaakt rechtsongelijkheid. Een tbs’er zou voor zijn behandeling niet afhankelijk mogen zijn van de visie van de kliniek.”

De Van der Hoeven Kliniek laat weten dat ontkennende tbs’ers afhankelijk van de situatie niet per se hoeven te bekennen. Op verdere vragen wil de kliniek niet ingaan omdat er geen eenduidig antwoord te geven valt.


Hoewel in januari 2008 zijn tbs opnieuw met een jaar verlengd wordt, oordelen twee onafhankelijke deskundigen in een advies aan de rechter dat Tetteroo niet aan een persoonlijkheidstoornis lijdt. De kans op herhaling van het misbruik is volgens hen laag. Wagenaar is duidelijk in zijn oordeel: “Dat betekent dat hij nooit aan de stoornis heeft geleden waarvoor hij veroordeeld is.” Ook De Ruiter is er kort over: “Dat betekent dat er geen grondslag voor tbs was.”

Tot verbijstering van Wagenaar beëindigt de rechter een jaar later op 20 januari 2009 alsnog de tbs, ondanks dat Tetteroo het misbruik nog altijd ontkent. “De rechter heeft geoordeeld dat Tetteroo geen stoornis meer heeft en dat hij geen gevaar voor de samenleving meer is. Als deskundigen nu zeggen dat er geen stoornis is, dan is die er nooit geweest. Van ziekelijke pedofilie genees je namelijk niet vanzelf. Dat betekent dat er sprake is van een rechterlijke dwaling.”

Er zijn meer voorbeelden van mensen die ten onrechte in een tbs-kliniek zitten of zaten. De Ruiter noemt de ontkennende tbs’er Marjan van der E. in de ‘Anjummer pensionmoorden’ als voorbeeld. Van der E. is in 1998 veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf plus tbs met dwangverpleging voor moord op twee mannen en zit nog altijd in een tbs-kliniek. De Ruiter: “De rechter heeft contra-expertises van zes deskundigen dat ze geen stoornis heeft naast zich neergelegd. Ze heeft toen gedacht: ik werk maar mee aan de behandelingen in de kliniek om zo meer kans te hebben om eruit te komen.”

Een derde casus is de ‘Enschedese ontuchtaffaire’, waarbij Hennie Knobbe in februari 2002 werd veroordeeld tot acht jaar cel plus tbs voor het misbruiken van zijn dochters en een aantal buurtkinderen. Knobbe is het misbruik tot op de dag van vandaag ten stelligste blijven ontkennen. Ook hier is volgens verschillende deskundigen sprake van een rechterlijke dwaling.


De behandelende kliniek, FPC Oldenkotte in Rekken, gaat ervan uit dat hij het wel gedaan heeft, en daar hoort de dia-gnose pedofilie bij. Wederom geldt dat de veroordeelde niet behandeld kan worden zolang hij ontkent. Maar volgens hoogleraar De Ruiter, die adviseerde in de zaak-Knobbe, is hij geen pedofiel. Zij constateert juist dat hij in de tbs-kliniek veel moeite heeft met medepatiënten die openlijk hun seksuele voorkeur voor kinderen uiten.

Op advies van De Ruiter en psychiater Wim Canton beëindigt de rechter op 12 maart 2009 de tbs van Knobbe ondanks zijn ontkennen. De rechtbank concludeert dat er door het ontbreken van pedofilie en een psychische stoornis geen groot gevaar is voor de maatschappij. Het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gegaan en in afwachting daarvan blijft Knobbe in Oldenkotte.

Knobbes advocaat Geert-Jan Knoops zegt: “De kliniek heeft erkend dat het uniek is dat iemand na vier jaar tbs blijft ontkennen schuldig te zijn aan een delict. De ervaring is dat mensen uiteindelijk meewerken aan een behandeling omdat men anders het risico loopt op een ‘long-stay-afdeling’ te worden geplaatst.” Knoops vindt dat het tbs-systeem voor ontkennende verdachten faalt. “De wetgever heeft destijds geen rekening gehouden met hoe het tbs-stelsel zou moeten functioneren bij veroordeelden die (blijven) ontkennen zich aan het delict schuldig te hebben gemaakt.”

Een pasklare oplossing voor het falende tbs-systeem dragen de deskundigen niet aan. Wel zou een ‘revisieraad’ een belangrijke rol kunnen spelen bij zaken met ontkennende tbs’ers, vinden Wagenaar en De Ruiter. Zo’n raad – naar Brits voorbeeld – kan zich in plaats van de Hoge Raad buigen over herzieningsverzoeken en eventueel besluiten een zaak opnieuw door de rechter te laten beoordelen. De leden zouden uit verschillende disciplines afkomstig moeten zijn: psychologen, wetenschappers en juristen. Wagenaar: “De raad zou de cirkelredenering kunnen doorbreken.”


Daarnaast is het volgens De Ruiter belangrijk een veroordeling niet voor kennisgeving aan te nemen. “Als behandelaars twijfelen, moeten ze aangeven dat ze niet weten of iemand het gedaan heeft en dat ze het daarom lastig vinden iemand te behandelen. It could happen to you, zeg ik altijd. Dat zouden mensen – ook rechters – vaker in gedachten moeten houden.”

Zowel Theo Tetteroo als Hennie Knobbe heeft verschillende verzoeken om heropening van hun zaak ingediend bij de Hoge Raad. Op het derde verzoek van Tetteroo (ingediend in oktober 2006) komt eind mei een reactie van de Hoge Raad. Eind maart is een herzieningsverzoek van Knobbe afgewezen omdat er volgens de Raad geen novum – een nieuw feit – naar voren werd gebracht.

Wagenaar noemt het schandalig dat de Hoge Raad besloten heeft de zaak van Knobbe niet te heropenen. “In het Wetboek van Strafrecht staat niet dat er een novum moet zijn. Het probleem is dat de Hoge Raad zelf in juridische zin beperkingen instelt. Vind ik dat de Raad fatsoenlijke beslissingen neemt? Nee. Ik zie in de zaak-Knobbe voldoende zaken die als novum zouden kunnen tellen. Maar niemand tikt de Hoge Raad op de vingers. De enige mogelijkheid is dat politici een nieuwe wet maken.”