Spring naar de content

‘Rozenbroek wist van niets’

Lex Rozenbroek geldt als de golden boy van uitgeverij Reed Elsevier: razend slim en keihard. Ook is Rozenbroek de schoonzoon van ex-Elsevier-topman Pierre Vinken. De prangende vraag is nu: was hij ook betrokken bij het nepvakbladenschandaal bij het Nederlands-Britse concern?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Boudewijn Geels

Deze week kwam uit dat Reed Elsevier van 2002 tot 2005 een trits faketijdschriften heeft uitgegeven. In werkelijkheid waren het marketingbladen, betaald door farmaceutische bedrijven. De periodieken verschenen in Australië, en hadden namen als Australasian Journal of General Practice en Australasian Journal of Bone & Joint Medicine.
Lex Rozenbroek was van 2002 tot eind 2004 vestigingsdirecteur van Elsevier Amsterdam. In die hoedanigheid voorkwam hij onder meer dat concurrent Sanoma een op Newsweek (VS) geënte tegenhanger van het weekblad Elsevier opzette. Rozenbroek kocht razendsnel de Nederlandse rechten van de kopij van Newsweek. Die (vertaalde) kopij had een basisingrediënt moeten vormen van Sanoma’s ‘Nieuwsweek’.
Echter, aan het begin van dit millennium woonde Rozenbroek in Sydney, waar hij chief executive was bij Reed Business Information. En na zijn periode in Amsterdam werd hij per 1 januari 2005 benoemd tot managing director van Elsevier Health Sciences Azië/Pacific.
Pierre Vinken reageert vrijwel nooit op vragen van journalisten. Ook nu laat hij zijn mail, waarin hem werd gevraagd of Rozenbroek wel eens iets heeft losgelaten over gesjoemel in Australië, onbeantwoord.
Shira Tabachnikoff, director corporate relations van Reed Elsevier, bezweert evenwel dat Rozenbroek van niets wist en ook nergens verantwoordelijk voor was. “Het gebeurde bij een ander onderdeel van ons concern. Lex heeft daarom ook niets te maken met de afwikkeling van deze zaak. Dat doet Michael Hansen.”
Hansen? Die is CEO van Elsevier Health Sciences. Het onderdeel dus waarvoor ook Rozenbroek werkt – hij heeft ‘Australië’ zelfs in zijn pakket. Maar Tabachnikoff herhaalt dat Rozenbroek nergens van wist. “De verantwoordelijken werken inmiddels niet meer voor ons concern.”
Weet Tabachnikoff heel zeker dat dit soort praktijken nu nergens meer voorkomen bij Reed Elsevier? Opmerkelijk: op die vraag volgt geen klip en klaar ‘ja’. “We zijn bezig intern alles heel goed na te kijken, om te zorgen dat zoiets nooit meer gebeurt.”
Gek dat dat interne onderzoek nog steeds voortduurt. Elsevier wist al sinds 2005 van de neptijdschriften, maar besloot het destijds onder de pet te houden. Of… wordt dat onderzoek nu pas gehouden, nu de zaak is uitgelekt?

Onderwerpen