Spring naar de content

Het dak van Nederland

Er was ooit een tijd dat de Euromast op mijn lijstje stond van plekken die ik per se moest bezoeken. Ik geloof op de voorlaatste plek, na de maan, de Space Shuttle, de Mount Everest en de Domtoren. Hij stond wel boven de Chinese muur, dat weet ik nog. Maar die muur paste eigenlijk ook niet echt op het lijstje.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Ik hoorde voor het eerst over de Euromast op een zondagavond, toen ik met nat haar in mijn voetbalpyjamaatje op de bank zat en nog even televisie mocht kijken. Er was iets over de Mount Everest, het dak van de wereld, en ik vroeg aan mijn vader wat de hoogste plek van Nederland was. Volgens hem was dat de Euromast. De zendmast van Lopik telde niet mee, want die kon je niet beklimmen.

De Domtoren heeft jarenlang boven de Euromast op mijn verlanglijstje gestaan, omdat er klokken in hangen en omdat mijn oma in Utrecht woont. De Domtoren hing op mijn jongenskamer als uitklapposter in vierkleurendruk. De Euromast moest het doen met een krantenfoto die ik met plakband op het behang geplakt had, tussen een poster van de Space Shuttle en een schema van de beklimmingsroute van de Mount Everest door sir Edmund Hillary en Tenzing Norgay in 1951. Er was ook een foto van een astronaut, gescheurd uit een oude National Geographic, die op de maan rondreed in een soort autootje met een schotelantenne erop.

Er waren dagen dat ik liever op de Mount Everest wilde staan dan op de maan. Dan paste ik mijn lijstje aan. Op lange zomeravonden, als ik door mijn moeder naar bed was gestuurd maar niet kon slapen omdat het nog licht was, lag ik op mijn zolderkamertje te luisteren naar de koerende houtduiven in de bomen buiten, en te turen naar de plaatjes aan de schuine wand boven mijn bed. Ze kleurden roze in het gefilterde licht van mijn rode gordijnen.

Meestal keek ik naar de Space Shuttle, of naar de beklimmingsroute van de Everest, maar soms bleef mijn blik hangen bij de vergeelde krantenfoto van de hoogste toren van Nederland. De foto moet genomen zijn op een mistige dag. De top is een beetje vaag en er hangt een flard wolk over het liftje naar de top. Het kale beton van de paal onder het restaurant vertoont horizontale strepen, een soort jaarringen, die laten zien waar de bekisting zat toen de mast nog groeide. Aan de voet staan bomen, die met hun kale takken een soort kantwerkje vormen, zoals het kleedje rond de voet van de grote kaarsenstandaard bij mijn oma.


Als ik naar de Euromast keek, ging ik in mijn fantasie nooit hoger dan het restaurant halverwege. Ten eerste vond ik dat liftje in de wolken een beetje eng, en ten tweede leek het me helemaal het einde om eens in een restaurant in een toren te eten. Van een vriendje op school wist ik dat de koningin van Nederland er regelmatig at, met haar man en kinderen. Soms at Johan Cruijff dan een hapje mee, of de president van Amerika. Omdat mijn culinaire ervaring destijds niet verder reikte dan de afhaalchinees op de hoek, stelde ik me voor dat er in het ufo-achtige restaurant met zijn mysterieuze zwarte ramen rode papieren lampen hingen met drakenpatronen, en dat je overal kroepoek bij kon krijgen. Van sambal was geen sprake, want dat vond ik vies.

Inmiddels heb ik mijn lijstje voor een groot deel afgewerkt. Ik ben op de Domtoren, de Empire State Building en de Chinese Muur geweest. Maar de maan, de Space Shuttle en de Euromast: Soms, als ik over de snelweg naar Rotterdam rijd, zie ik hem ineens staan: een grote prikker met een dikke plak worst, in silhouet boven de stad. Maar Rotterdam groeit. De Euromast moet concurreren met de Delftse Poort, Montevideo en vooral de Erasmusbrug, die hem verstoten heeft van zijn ereplekje als symbool van Rotterdam. Dat is jammer, maar logisch. Rotterdam is een stad die zichzelf om de zoveel tijd opnieuw uitvindt, een stad die net als sommige dieren moet vervellen. En omdat ze vastligt aan de Maas, blijven de oude vellen eromheen hangen, zoals mijn vergeelde Euromastfoto al jaren in de loslatende repen plakband hangt.


Er komt een dag dat ik in het restaurant in de Euromast ga eten. Ik moet wel opschieten, want ik weet niet hoelang Beatrix nog koningin van Nederland is. Misschien pak ik dan zelfs het liftje, als Hare Majesteit me meevraagt. En dan laten we ons samen meevoeren, naar het dak van Nederland. Maar voor ik dat doe, wil ik eerst nog een keertje met de Space Shuttle meevliegen naar de maan, en er rondrijden in een autootje met een schotelantenne erop.