Spring naar de content

Spagaat

Verstilde reportages naast flitswerk van paparazzi: FotoFestival Naarden slaat een nieuwe weg in. door Ann Bouwma

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Grote fotodoeken hangen wapperend aan de vestingmuren rond Naarden-Vesting. Ze wapperen omdat de foto’s niet langer, zoals voorheen, in de muur zelf verankerd mogen worden. Ze hangen nu aan een lat met een verzwaring van kiezels in de zoom. Bovenbvop de muur sjouwen mannen heen en weer met lange latten en nog meer doeken. De persdag voor de elfde editie van het Epson FotoFestival Naarden staat op punt van beginnen, maar nog niet alles hangt op zijn plaats.

De maker van de foto’s zit honderd meter verderop op een bankje. Niels Stomp loopt hier al een paar dagen rond, maar zijn aanwezigheid heeft geen merkbare invloed gehad op het tempo van inrichten. Geen nood. Zijn foto’s staan ook in een boek, dat hij toevallig bij zich heeft. Kijk, de contrasten van Spitsbergen. Blinkende sneeuwlandschappen, met ondergronds de kolenmijnen. Stomp onderzoekt door zijn lens hoe mensen zich aanpassen aan veranderingen, hoe ze reageren op extreme omstandigheden. “Je vraagt je af hoe mensen verzeild raken op zo’n eiland, waar het eeuwig vriest. Het is echt het einde van de bewoonde wereld.”

Het maken van zo’n fotoserie vraagt veel tijd en geduld. In die zin is het werk van Stomp kenmerkend voor de nieuwe opzet van het FotoFestival Naarden. Onder druk van groeiende concurrentie (Breda Photo, Noorderlicht) is ervoor gekozen vooral jonge Nederlandse fotografen de ruimte te geven, met de nadruk op verhalend werk. In plaats van selecties uit reportages, met het risico op overkill zoals in het verleden vaak het geval was, worden nu volledige series tentoongesteld. Woorden als ‘kwaliteit’, ‘verbreding’ en ‘springplank’ vallen. Festivaldirecteur Wim van den Berg laat verheugd weten dat de Mon-driaan Stichting haar waardering heeft uitgesproken voor de nieuwe koers, zodat de subsidie veilig is gesteld.


Sommige fotografen halen hun onderwerp van heel ver. Er gaan jaren overheen voordat zij een afgerond verhaal in beelden kunnen presenteren. Het project ‘Libero’ van Petra Stavast is een weerslag van haar fascinatie voor Calabrië, een arme streek in het zuiden van Italië. In 2007 trof ze daar in een vergrijsd dorp een verlaten woning aan. Manshoge foto’s tonen het interieur: omgewoeld, overhoop gehaald, een ravage. Alsof iemand het pand in grote haast heeft verlaten. Wat is hier gebeurd?

Met die vraag diepte Stavast het familieverhaal uit. De bewoonster bleek al in 1991 te zijn overleden, het huis aan zijn lot overlatend. “Een paar jaar geleden is het opengebroken. Mensen zijn met geweld op zoek gegaan naar waardevolle spullen. Zonder enig respect is de boel overhoop gehaald. Telkens als ik hier kwam, was er weer iets verdwenen.” Zelf vond ze een lade met oude familiefoto’s. Van het interieur zoals het was, keurig en schoon. De bewoonster zelf, in allerlei situaties. Delia. Stavast spreekt de naam van de oude dame uit alsof het een vriendin is geworden. Vervolgens ging ze op zoek naar verwanten en vond een neef in Amerika. Haar fotoproject eindigt met het overhandigen van de familiekiekjes aan deze Libero. Zoektocht voltooid.

Het verhaal van Stavast laat zien hoe groot de betrokkenheid van fotografen kan zijn bij hun onderwerp. De foto’s zelf zijn slechts een deur, de toegang tot onvermoede tragedies.

‘Slow journalism’ noemt Rob Hornstra deze werkwijze. Hij bijt zich vast in de achterkant van de Russische droom. In eigen beheer bracht hij eind vorig jaar het boek 101 Billionaires uit, een fascinerende en bij vlagen ontroerende serie foto’s. Voor het eerst wordt daarvan nu werk geëxposeerd in Naarden. “Onder Poetin heeft Rusland een rijke elite gekregen. Heel veel mensen hebben niets van die rijkdom meegekregen. Naar hen wordt nooit omgekeken. Die mensen wil ik een ‘gezicht’ geven.”


Hornstra reist naar afgelegen streken, aangetrokken door totaal onbekende plaatsnamen, waar de bewoners nog nooit een buitenlander hebben gezien. Daar treft hij verlatenheid aan, vergane glorie, armoede, ziekte, vijandigheid. Maar ook trots en compassie. “Vaak krijg ik daar een unheimisch gevoel. Alsof de muren op je afkomen. Maar dat maakt die plekken juist ook zo interessant.”

En soms gevaarlijk. Voor een bezoek aan een obscure, afgelegen discotheek had hij twee bewakers nodig, die met moeite bereid waren mee te gaan. “Soms ben ik van tevoren wel zenuwachtig. Maar als je eenmaal ter plekke bent, blijkt het gevaar nogal mee te vallen. Je moet gewoon zorgen dat je weer weg bent voordat mensen iets raars in de zin kunnen krijgen.”

De foto’s en verhalen van de jonge fotografen kunnen nog zo mooi zijn, de realiteit wil dat geen van hen een klinkende naam heeft. Vertaald naar economische belangen betekent het dat zij geen grote stroom bezoekers naar het oude vestingstadje zullen lokken. Daar zijn publiekstrekkers voor nodig. Geheel in tegenspraak met de verhalende lijn, de nieuwe koers en het ‘slow journalism’ zijn daarvoor een paar populaire paparazzi uitgekozen. Grote jongens als Joop van Tellingen en Edwin Smulders, wier werkterrein zich langs de rode lopers bevindt, bezetten het hart van het festival in de Grote Kerk. Zij jagen op beroemdheden. Geen jarenlange planning, het gaat om die ene seconde dat het felbegeerde onderwerp hun kant op kijkt. Vandaag hier, morgen daar. Kunstzinnige overwegingen zijn aan hen niet besteed. Het criterium is een scherp beeld; achtergrond, kader en context zijn van minder belang. Een groter contrast met de jonge fotografen is nauwelijks denkbaar.


In de Grote Kerk zijn inderdaad rode wandelgangen aangelegd. Maar verder is de kerk op de persdag zo goed als leeg. Drie dagen voor de opening staan de foto’s nog rijendik tegen de muur, ingepakt in noppenfolie. Dan blijken in een hoek toch een paar foto’s te zijn uitgepakt. Een villabewoner heeft zich op zijn onvoordeligst laten fotograferen. Zeg maar gewoon: lullig. In colbertje en onderbroek met de benen languit op een gazon. Flits erop, bam. Met een grote vaas in zijn kruis. Flits erop, bam. Deze foto’s zijn van Stefan Ruitenbeek, die hier zelf ook ergens rondloopt en blijkbaar een stanleymes op zak had om zijn kunstwerken ter plekke van de verpakking te bevrijden. Had hij het maar niet gedaan. Dan was misschien de illusie overeind gebleven dat paparazzi ook foto’s maken die de moeite waard zijn.

Epson FotoFestival Naarden. Tot en met 14 juni, Naarden-Vesting.