Spring naar de content

Mooie verpakking, niksig cadeau

Vijfentwintig jaar geleden bracht een futuristische actiefilm ingrijpende veranderingen teweeg in de levens van twee mensen. Voormalig bodybuilder Arnold Schwarzenegger maakte als hoofdrolspeler van The Terminator een forse sprong voorwaarts in een filmcarrière die moeizaam op gang was gekomen. Dat gold evenzeer voor regisseur James Cameron, die op dat moment alleen nog maar kon bogen op een griezelfilm over vliegende piranha’s. The Terminator betekende beider doorbraak. Uitgangspunt was een apocalyptisch toekomstvisioen waarin machines de laatste resten van de menselijke beschaving proberen uit te roeien. Daartoe zonden ze een moordmachine terug in de tijd om de moeder van de (toekomstige) leider van het verzet te doden. In de onvermijdelijke sequel (eveneens geregisseerd door Cameron) werd Schwarzenegger tot good guy getransformeerd. Terminator 2: Judgment Day bood actie en special effects op een schaal die eerder amper vertoond was. Dat er ook nog wat kritische nootjes gekraakt werden (over de relatie tussen mens en technologie) was mooi meegenomen. Met een derde Terminatorfilm (Rise of the Machines) nam Schwar-zenegger in 2003 afscheid van zijn filmcarrière. Hoewel de formule toen al behoorlijk uitgemolken was, haalde nummer drie nog een redelijk rapportcijfer.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Anno 2009 is er een vierde Terminatorfilm. Viel er dan nog wat nieuws te bedenken over mechanische moordenaars die naar het verleden worden gestuurd? Antwoord: nee. De makers van Terminator Salvation probéren het niet eens. Voornaamste doelstelling lijkt ditmaal een maximale hoeveelheid spectaculaire actie in één film te persen. Aan explosies en stofwolken geen gebrek. Er wordt ook heel veel geschoten, zonder dat dat overigens (zichtbare) doden of gewonden tot gevolg heeft. Immers: schieten is leuk, maar doodgaan niet.

Binnen de context van sf-spektakels zijn we uiteraard gewend aan kille robots. Dit keer maken echter óók de mensen een levenloze en eendimensionale indruk. Daar kan zelfs hoofdrolspeler Christian Bale weinig aan veranderen.

De tekortkomingen van Terminator Salvation zijn min of meer identiek aan die van de meest recente films rond Indiana Jones en James Bond. Al die peperdure producties komen tot stand volgens stramienen en verplichte formules die de levendigheid van personages en verhaal goeddeels verstikken. Dat leidt tot compromisfilms waarin elk sprankje originaliteit volledig is stukgekookt. Anders geformuleerd: de verpakking wordt belangrijker dan het cadeau. Voorbeeldje: waarom staan er in een ruimte waar gevangenen bijeen worden gedreven een soort vuurkanonnen opgesteld die regelmatig sierlijke vlammen uitbraken? Omdat vlammen er nu eenmaal goed uitzien in een schemerige ruimte. Ander voorbeeld: waarom maken de machines (belust op het vernietigen van de mens) dit keer eigenlijk gevangenen? Omdat het scenario nu eenmaal in een bevrijdingsscène voorziet. En om iemand te kunnen bevrijden zal die toch eerst gevangen moeten zitten.


Terminator Salvation heeft de visuele esthetiek van een gelikte videoclip en doet verhaaltechnisch denken aan een geavanceerd computerspel. Aan individuele knappe staaltjes ontbreekt het niet, maar het smaakt zelden naar film. Daarvoor is dit spektakel te bloedeloos en mechanisch. Om een krachtmeting tussen mens en machine op waarde te kunnen schatten, is het wel zo handig als je die twee van elkaar kunt onderscheiden.

Erik Spaans

Terminator Salvation.

Regie: McG.

Vanaf 3 juni in de bioscoop.

Onderwerpen