Spring naar de content

Chinese toestanden

Stel dat de Tweede Kamer voorstelt om in de strijd tegen criminaliteit het briefgeheim op te heffen. Dat voortaan op het postkantoor alle brieven worden opengestoomd, gelezen en weer dichtgeplakt. Ter geruststelling zegt de Kamer erbij dat wie niets te verbergen heeft, ook nergens bang voor hoeft te zijn. Zo’n voorstel zou geen schijn van kans maken. Het briefgeheim is niet voor niets vastgelegd in de Grondwet. Iedereen snapt dat de overheid in een democratische rechtsstaat niet het recht heeft zomaar te snuffelen in de post van miljoenen onschuldige burgers.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Vervang nu het woordje ‘post’ door ‘internet’ en het kan ineens wel. Vorige week kwam een Kamerwerkgroep, bestaande uit leden van CDA, PvdA, SP en VVD, met een voorstel om het illegaal downloaden van films, muziek en software strafbaar te maken. Om dat verbod te handhaven moeten internetproviders al het verkeer in de gaten gaan houden. Mensen die worden betrapt, krijgen een waarschuwing en worden vervolgd als ze weer in de fout gaan.

Zoals het er staat, klinkt het niet onredelijk. Illegaal downloaden is stelen van entertainment- en softwarebedrijven en moet dus worden bestreden. Voor die bestrijding is uiteraard controle nodig. Om te kunnen zien of een bepaalde down- of upload illegaal is, moet een provider de inhoud ervan bekijken. Dat heet in vaktermen Deep Packet Inspection, DPI. Net zoals de douane verdachte pakketjes openmaakt om te kijken wat erin zit, inspecteert speciale software de inhoud van datapakketjes. DPI is er in allerlei soorten. Sommige systemen kijken alleen oppervlakkig naar bijvoorbeeld virussen of spyware – niets mis mee. Maar voor het opsporen van illegaal downloaden door particulieren moet de provider al het internetverkeer inhoudelijk controleren. Dat is een forse inbreuk op de privacy, zoals de Consumentenbond terecht stelt. “Elke Nederlander wordt dan in feite continue digitaal preventief gefouilleerd. Dat is niet acceptabel.”

Wie nu de schouders ophaalt en denkt: dat zal zo’n vaart niet lopen, vergist zich. Zo kreeg een kennis van de schrijver van dit artikel onlangs een bericht van de Amerikaanse provider Verizon, met daarin de mededeling dat ze de pilotaflevering van de comedyserie 30 Rock had gedownload, inclusief het tijdstip. Grote Broer weet precies waar we naar kijken. Die controle is niet vrijblijvend: vorige week werd een Amerikaanse vrouw veroordeeld tot een boete van 1,9 miljoen dollar voor het illegaal downloaden van 24 liedjes.


Bij veel burgers en politici leeft het idee dat dat soort controle annex straf helemaal niet zo slecht is – “Had je maar niet illegaal moeten downloaden” – maar dat is te simplistisch. Dat ons telefoon- en briefgeheim grondwettelijk moet worden beschermd, snapt iedereen; dat is een van de wezenlijke verschillen tussen een democratie en een dictatuur. Niet iedereen snapt dat de bescherming van ons privéleven op internet minstens zo belangrijk is. Tim Berners-Lee, de geestelijk vader van het wereldwijde web, heeft dat een paar maanden geleden nog eens duidelijk uitgelegd in een hoorzitting voor het Britse House of Lords. We leggen onze hele ziel en zaligheid bloot via ons surfgedrag. We zoeken naar informatie over geslachtsziekten en antidepressiva, we bepalen onze politieke standpunten (denk aan stemwijzer), we regelen onze financiën en belastingen. Seksuele voorkeuren zijn tot in de kleinste details af te leiden. Toon mij uw surfgedrag en ik vertel u wie u bent. Het is ontzettend naïef om te denken dat dat soort informatie onschuldig is en dat iedereen dat mag opslaan en inzien. Webadverteerders zijn in ieder geval niet zo naïef: die gebruiken DPI om gedetailleerde profielen van gebruikers op te stellen.

Dictators zien het nut ook. Het is niet voor niets dat politiestaten zoals China en Iran alles op alles zetten om internet in hun greep te krijgen. De ayatollahs legden Twitter plat omdat demonstranten het gebruikten om met elkaar te communiceren. China wil nu met zijn ‘groene dam’-project verregaande censuur gaan toepassen, waarbij de staat controlesoftware op de computers thuis plaatst. Officieel is het om porno tegen te houden, maar iedereen weet dat dat slechts een voorwendsel is. De oppositie is dan ook woedend.


In democratische landen spelen vergelijkbare discussies, zij het in minder extreme vorm. De Duitse regering wilde de politie de mogelijkheden geven een blokkade op te werpen tegen sites met kinderporno. Dat is op zich een nobel doel, maar het probleem is dat als de overheid eenmaal de bevoegdheid heeft sites te blokkeren, die macht naar meer gaat smaken. En inderdaad, er werden al direct suggesties gedaan om sites met islamistische propaganda, gokspelletjes en videogames te blokkeren. Uitgevers lieten weten dat ze sommige sites waarop bestanden worden uitgewisseld wel geblokkeerd wilden zien. Dan zou dus onder het mom van bestrijding van kinderporno in feite preventieve censuur worden ingevoerd. De wet is na fel protest afgezwakt, maar veel Duitsers blijven ongerust over deze ‘dijkdoorbraak voor de democratie’, zoals het Handelsblatt het noemt.

In Frankrijk drukte president Sarkozy een wet door die het mogelijk maakte mensen die drie keer betrapt zijn op illegaal downloaden, af te sluiten van internet. Twee weken terug oordeelde het Franse Constitutionele Hof dat die wet in strijd is met de grondwet. Sarkozy had te veel geluisterd naar de commerciële belangen van de muziekindustrie en te weinig rekening gehouden met de belangen van de individuele burger – net als de Nederlandse Kamerwerkgroep.

Dergelijke discussies zullen de komende jaren blijven spelen. De techniek ontwikkelt zich zo snel dat politici en juristen het onmogelijk kunnen bijbenen. Vrijwel iedereen – op een enkele libertariër na – is het erover eens dat een zekere mate van controle op internet nodig is. Het mag geen vrijplaats zijn voor diefstal en kinderporno.


Het probleem is dat veel politici in hun enthousiasme om in te grijpen doorschieten. Ze willen meteen van alles verbieden en/of iedereen in de gaten houden. Daarbij valt een merkwaardige paradox op. Aan de ene kant overschatten politici de techniek. Zo hebben ze een groot vertrouwen in filters en zwarte lijsten om kinderporno tegen te gaan, terwijl iedere beetje technisch onderlegde pedofiel daar moeiteloos omheen zeilt. Aan de andere kant onderschatten veel politici de werkelijke kracht van internet, bijvoorbeeld als ze bezwaren tegen het opslaan van allerlei gegevens luchthartig wegwuiven onder het motto ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft nergens bang voor te zijn’. Iedereen heeft dingen te verbergen, zoals creditcardnummers, politieke voorkeuren of ziektes. In de echte wereld hebben we daar al eeuwen regels voor: de douane mag onze koffers openmaken, maar de postbode mag onze brieven niet lezen. Ons privéleven op internet is niet anders dan ons echte privéleven, en het wordt tijd dat politici dat ook gaan begrijpen.

Onderwerpen