Spring naar de content

Theater aan huis

Victor Löw is een beetje een multinational. Zijn moeder heet Wieke Haitsma Mullier. Een oude aristocratische naam uit het blauwe boekje; Haitsma is Fries, Mullier komt van Franse Hugenoten. Grootmoeder was van adel. Echt rijk waren ze niet, wel redelijk gegoed, dankzij grootvaders directeurschap bij de Nederland- se Spaarkas. Vanuit een besef van noblesse oblige stond de opvoeding bij de Haitsma Mulliers in het teken van ‘het goede doen’.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Matt Dings

Zijn vader Bob Löwenstein, geheten naar diens stiefvader, is een geboren Oostenrijker die in de jaren dertig met het gezin van Wenen naar Antwerpen emigreerde. Ze ontvluchtten toen het opkomende antisemitisme – moeder en dus de kinderen waren niet joods, maar de biologische vader Löw was dat wel.

In Antwerpen kwam Bob Löwenstein terecht op de befaamde toneelopleiding Studio Herman Teirlinck. Vervolgens kreeg hij werk als acteur bij Het Zuidelijk Toneel (HZT). Daar ontmoette hij Wieke Haitsma Mullier, die de toneelschool in Londen had gevolgd en bij HZT was gaan acteren. Ze trouwden en kregen twee zonen.

Dat Victor Löw voor het toneelvak koos, is dus het verhaal van een appel en twee bomen. Zijn vaders voorkeur verschoof overigens al snel van acteren naar regisseren. Na enkele toneelregies werd hij gevraagd voor tv-drama. Er bestonden nog geen televisieregisseurs; die kwamen uit het theater. Bob Löwenstein vond het televisiewerk nieuw en opwindend. In Wenen en Londen volgde hij aanvullende opleidingen. Tot zijn pensioen bleef hij vast verbonden aan de NCRV. Tegenwoordig regisseert hij amateurs.

Door het televisiewerk kwamen ze in Hilversum te wonen, eerst in een bescheiden, idyllisch huisje en later in een grotere, vrijstaande woning. In het ouderlijk huis ging het steevast over theater. “Allebei mijn ouders zijn bezeten van drama, acteren en taal,” zegt Victor Löw. “Daar halen ze ook hun denkraam vandaan. Wanneer je als boer opgroeit, groei je op in de logica van het land en de dieren. Voor mijn vader en moeder bestond en bestaat die oriëntatie heel duidelijk uit toneel en taal.”


Behalve anekdotes uit de toneelwereld kwamen de grote verhalen uit de toneelliteratuur ook nogal eens ter tafel. Vader Löwenstein was geïntrigeerd door levensbeschouwelijke elementen in toneelteksten. Ze reikten voor hem naar de diepste gevoelens en psychische verbanden. De Oedipusvertelling, de verhalen van Elektra en Medea, Vondels Lucifer: hij kon ze navertellen alsof hij ze zelf had meegemaakt. En zijn zoon sloeg de verhalen gretig op.

Victor Löws moeder liet zich vooral inspireren door sociale geboden als ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ en ‘heb uw naaste lief als uzelf’. Dat vond zij logische en praktische wijsheden die ze wel uitdroeg, maar niet opdrong. Ze had een groot maatschappelijk bewustzijn, dat zich gaandeweg toespitste op de positie van de vrouw. In 1975, het Jaar van de Vrouw, begon ze met zelfgeschreven cabaret over dat onderwerp, iets wat ze nog steeds doet. Ook nam en neemt ze graag het ego van machthebbers en smaakmakers op de korrel.

“Op mijn veertiende,” vertelt Victor Löw, “zag ik ineens mijn moeder met een bevriende actrice tussen de schuifdeuren staan repeteren. Ze hadden met z’n tweeën een enorme pret. Hoe serieus ze haar thema’s ook nam, ze kon er hartelijk om lachen. Ze is gaan optreden voor verenigingen. Een circuit van de doorsnee-Nederlander. Dat past bij haar grote gevoel voor het niet-elitaire.”

Vader nam zijn tienerzonen Victor en Ernst weleens mee naar de studio’s. Opnames vonden de jongens machtig interessant. Thuis gingen ze naspelen wat ze gezien hadden, met een kartonnen doos als camera en de één als regisseur, de ander als acteur. Al gauw werd het echter en maakten ze 8mm-filmpjes.


Toen ze op basis van een heus scenario van eigen makelij een film van veertig minuten hadden gedraaid, wilden ze die aan de familie tonen. Hun ouders hadden een kleine loods achter het huis omgebouwd tot een compleet minitheatertje en daar onthaalden de broers zestig genodigden op hun film, aangevuld met zelfbedachte en door moeder geregisseerde sketches. Het geheel heette naar hun huisnummer Studio 9. Een dergelijke avond staken ze drie jaar op rij in elkaar.

Voor Victor Löw kreeg het acteren vorm in Studio 9. In dezelfde tijd stak hij op school tot zijn eigen verbazing – hij kijkt eigenlijk liever de kat uit de boom – zijn hand op bij audities voor musicals: “Alsof die hand een eigen leven leidde.” Hij bleek een uitblinker. Of misschien had hij de acteur in zichzelf al eerder ontdekt. “In die loods achter ons huis leidde een aparte ingang naar een kleine saloon. Daar kon ik honderd procent cowboytje spelen, wat een ongelooflijke bron van geluk is geweest.” De gangster die hij in de film Lek speelde, is volgens hem daar ontkiemd. Frappant dat hij juist voor die rol een Gouden Kalf kreeg.

Een moeilijke periode vormde het overlijden van zijn oma, met wie hij een diep en bijzonder contact had. Zij las zijn Arendsogen, hij haar Agatha Christies. Ze hielp hem door een dal toen hij op het atheneum dreigde te stranden op de exacte vakken. Vooral van wiskunde begreep hij zo weinig dat hij er wanhopig van werd. Zijn grootmoeder, zowel in alfa als bèta zeer goed ontwikkeld, ging zelf lessen volgen om de eigentijdse wiskunde te begrijpen en Victor te kunnen helpen. Zij wist zijn begrip voor het vak op te vijzelen. Hij ging over naar drie atheneum en vervolgens kreeg zijn oma kanker. Het werd de eerste begrafenis waar hij bij was.


Meer krassen op zijn ziel heeft hij in zijn jeugd niet opgelopen, resumeert hij. “Mijn broer en ik zijn heel erg welkom geweest. We zijn door twee bijzonder gemotiveerde ouders opgevoed. De basisvoorwaarden om ons het leven in te laten stappen, hebben zij volledig ingevuld. Dat ik mezelf tegenkwam in het leven, met mijn complexiteit en mijn verwarringen, heeft met mijn persoon te maken, niet met mijn jeugd. Mijn jeugd is zonder meer goed geweest. Ik vind het plezierig om dat eens te onderstrepen en dit interview op te dragen aan de kracht van mijn ouders.”

Onderwerpen