Spring naar de content

‘Ik ben begonnen omdat ik lef heb’

Als broekie van net twintig begon ze woningbemiddelingsbedrijf Direct Wonen, samen met haar man. Zij de realist, hij de positivo. Algemeen directeur Yvonne Swaans (1968) ziet dat het na een hard jaar weer bruist in hun business. ‘Dat je naar beneden glijdt en dat kunt opvangen, is ook succes.’ door Sara van Gorp, foto Jos Lammers

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

De eerste keer dat we geld hadden verdiend, dat was een mooi moment. Eenentwintig was ik, Richard en ik hadden net een zaak geopend in Eindhoven. Op één dag hadden we duizend gulden verdiend. Duizend gulden! We gingen naar de kroeg om het te vieren en zaten op een bierviltje te rekenen. Als je duizend gulden op een dag kan verdienen en je dat elke dag doet… En als dat in één vestiging kan, dan kan het ook op meerdere plekken. Hoeveel steden zijn er eigenlijk in Nederland? En als je dat in Nederland kan, hoe zou dat dan in Duitsland zijn, en in Engeland? Dat was echt gaaf, het werd steeds groter. Die avond hebben we besloten: we gaan een tweede vestiging openen, want we hebben goud in handen!

Nu hebben we 260 mensen in dienst. En dat is nog tachtig minder dan vorig jaar, toen zijn we flink gekrompen. Het moest wel. Een heel moeilijk jaar was het, 2008, veel onzekerheid. Zo’n jaar waarvan ik nu denk: veel geleerd, maar als me wordt gevraagd of ik het wilde meemaken? Nou… nee. Het eerste jaar na onze beursgang was niet plezierig. Terwijl het zo goed begon, de beursgang in 2007 was een fantastisch moment. We hadden er een jaar lang veel tijd en energie in gestoken. Dan sta je daar eindelijk in Londen en moet je op zo’n knopje drukken om je bedrijf te lanceren. We werden ingeschat op 300 miljoen euro; dat was leuk en gezien de groeipotentie ook terecht. Daarna is het alleen maar heel hard achteruit gegaan. De koerst zakte fors onderuit. Je kunt het niet veranderen, het enige dat ik kon doen was me concentreren op het ondernemen. Waar ben ik goed in? Ik ben een ondernemer, ik ben begonnen omdat ik lef heb, omdat ik kansen zie, omdat wij als organisatie kansen hebben. Dus ik neem beslissingen, voer ze uit. Wat iedereen er ook van vindt, daar moet je geen boodschap aan hebben.


Want als het goed gaat, heeft iedereen het over je, maar als het slecht gaat nog veel meer. Focussen moest ik. Wat is onze kernbusiness? Direct Wonen NV is bemiddelen; twee partijen bij elkaar brengen. Een match maken, zorgen dat de klanten tevreden zijn, zelf tevreden zijn en weer door. Daar moest ik me gewoon op richten. Klaar. Als je je niet over mislukkingen heen kunt zetten, moet je heel snel stoppen met ondernemen.

Als het dan weer goed gaat, is het ook echt feest. We hebben het eerste kwartaal van 2009 ons budget gehaald. Al onze 25 vestigingen in het land ontzettend blij, iedereen in vuur en vlam. Ik had de directeur Verhuur aan de lijn en zei: “Weet je wat wij gaan doen morgen? We gaan een conference call doen met alle vestigingen en het enige dat we gaan doen is gewoon even met elkaar gillen.” En dat hebben we gedaan, een applaus voor onszelf. We zijn met z’n allen enorm gaan gillen, joelen en klappen. Dat geeft zo’n goed gevoel. Het bruist nu ook weer; afgelopen week hebben we nog tien mensen aangenomen.

Dat we dit succesvolle bedrijf hebben opgebouwd, zit ‘m in de combinatie van Richard en mij. We zijn al 22 jaar samen, hebben twee kinderen en we draaien al negentien jaar dit bedrijf. Richard is de voorzitter van het bestuur, kijkt met meer afstand, ziet de grote lijnen. Ik heb als algemeen directeur de dagelijkse leiding.

Richard is de rasondernemer, een positivo. De man van de nieuwe ideeën, kort door de bocht ook, hij ziet niet zoveel valkuilen. Ik ben de realist, ik kan enthousiast meegaan, maar bekijk praktisch hoe we een idee kunnen uitvoeren.

Heel veel mensen zeggen dan: dat jullie dat volhouden, al bijna twintig jaar samen een zaak. Maar het gaat nu goed, het gaat al die jaren goed. Natuurlijk hebben we pieken en dalen, we kunnen hard botsen. Dat is onaangenaam als je er een probleem van gaat maken. Maar je moet kunnen botsen, boos zijn. Richard en ik zijn allebei heel direct, ook tegen elkaar, we hebben de naam van ons bedrijf niet voor niks gekozen. Als ik het ergens niet mee eens ben, zeg ik het rechtstreeks. Veel mensen vinden dat heel moeilijk, voelen zich aangevallen. Maar ik verander het niet. Van elkaar kunnen Richard en ik het goed hebben. Wij kijken tegengesteld naar problemen. Zijn oplossing lijkt mij in eerste instantie meestal helemaal verkeerd. Maar uiteindelijk denk ik: ja, zo kan het ook, en ik kom dan tot de oplossing. Richard kan heel goed relativeren. Dat is echt bijzonder, dat is een eigenschap die ik zo ontzettend bewonder. Hij leert me dingen als zo’n situatie rond de beursgang te parkeren en gewoon weer door te gaan. En natuurlijk denk ik weleens: in jou heb ik even twee dagen geen zin. Maar dat heb ik wel met meer mensen, in werk en privé.


Dat ik vier jaar geleden Zakenvrouw van het Jaar werd, ja, daar ben ik trots op. Zo’n zakenvrouwengebeurtenis is toch wel een kroon op mijn werk. Het is fijn als mensen die ertoe doen binnen het zakelijke leven vinden dat je het goed hebt gedaan. Ik ben niet zo bezig met wat mensen over mij of Richard denken, maar ik vind het wel belangrijk wat ze over Direct Wonen denken. En ja, dat in zo’n rapport staat dat ik werk en privé goed kan combineren, is mijn verdienste. Ik werk een doordeweekse dag thuis en Richard ook. De rest van de week werken we keihard samen met ons team. Als je als stel samenwerkt, laat je je werk nooit volledig los. We zitten vaak ‘s avonds nog thuis aan de computer of bespreken zaken.

We nemen allebei het werk mee naar huis en hebben het er aan de keukentafel over. En de kinderen weten echt wel dat papa en mama bij Direct Wonen werken en dat wij de baas zijn.

Ik streef in mijn leven naar succes. Als ik het niet zou hebben, zou ik er altijd naar op zoek zijn. Stel dat ik op mijn 85ste niks zou kunnen noemen waar ik succes mee had, dan zou ik redelijk gefrustreerd zijn. Maar ik heb nu al veel successen gehad en veel plezier gemaakt. Wat eigenlijk heel fijn is, is dat we de afgelopen tijd hebben gemerkt dat we ook tegen een stootje kunnen. Dat je naar beneden glijdt en dat je dat kunt opvangen, dat is ook succes.

Als ik naar de afgelopen negentien jaar kijk, is er heel veel goed gegaan. Geluk kun je over jezelf afroepen, daar ben ik van overtuigd. Onze eerste medewerker bijvoorbeeld, dat was geluk. We hadden een advertentie geplaatst waar postzakken vol brieven op binnenkwamen. Chaos was het. Aan de linkerbalie had ik de sollicitanten en aan de rechterbalie zou ik dan gewoon klanten ontvangen. Dat liep op dag één al hartstikke fout. Na de eerste rampzalige dag begon ik vrolijk opnieuw. De derde sollicitant zei: “Zal ik de telefoon maar opnemen?” En ik: “Nou, da’s best fijn.” En dat heeft ze gedaan, en ze is negen jaar gebleven. Gidi, zij had een enorm enthousiasme en lef, door haar hebben we een jaar later een tweede vestiging kunnen openen. Zij was een soort voorbeeld; we zoeken nu nog steeds mensen zoals zij. Als die eerste werknemer verkeerd was geweest, dan had het ook weleens heel anders kunnen lopen. Dat je denkt: dat personeel, wat vervelend. Misschien waren we dan niet zo makkelijk gaan groeien en hadden we dit succes niet gehad.’