Spring naar de content

‘Burgemeester Wolfsen raakt geïsoleerd’

Gaf HP/De Tijd-hoofdredacteur Jan Dijkgraaf eerder vanmiddag op BNR zijn mening over Aleid Wolfsen, nu is het de beurt aan de Utrechtse oud-journalist Jos Goos. Hij stuurde de burgervader zojuist zijn laatste persoonlijke brief. Met een cc naar ons.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Niek Stolker

Goos: “Ik heb sinds Pasen, toen deze zaak begon te spelen, een handvol – of misschien wel twee handen vol – vaderlijke briefjes aan de heer Wolfsen geschreven. Ook over mijn vertrek uit het Utrechts Comité 4 mei-herdenking.”

Wat heeft 4 mei met Wolfsen te maken?
“Ik zat in een comité dat de oorlog herdenkt. Veel van de slachtoffers waren illegale persmensen, dan kan ik toch niet samenwerken met iemand die 130.000 kranten weggooit? Er is een directe lijn tussen de dodenherdenking en het aantasten van de vrije pers. Als oud-journalist – nota bene van verzetskrant Het Parool – kan ik dat niet over me heen laten gaan. Voor het comité moet ik ook van tijd tot tijd overleggen met de burgemeester. Ik wil niks met die man te maken hebben.”

Stuurde Wolfsen wel eens een briefje terug?
“Nee. Never. Terwijl hij wel verplicht is dat binnen zes weken te doen. Ik kwam ‘m laatst nog tegen, maar een hand kreeg ik niet. In het comité was hij allerhartelijkst, maar nu niet meer. Ik denk dat hij me een ongelofelijke klootzak vindt.”

Dit is de laatste brief van Goos aan Wolfsen:

Waarde heer burgemeester,

Tot mijn spijt ga ik, vrees ik, gelijk krijgen in de ontwikkeling van uw verhouding tot de media, en de gevolgen daarvan. En, naar ik ernstig vermoed, uw positie.

Het ‘point of no return’ is ruimschoots bereikt, onder andere door uw recente uitlatingen. Als zelfs Binnenlands Bestuur er zich mee bemoeit… dan is er toch minstens rook. En nu weer HP/DeTijd.

Een en ander (uzelf eigenlijk) heeft er nu toe geleid, dat het journaille in de benen komt, en het onderling eens is. Uzelf heeft hen bij elkaar gedreven. U bent een leverancier geworden van bizarre uitingen, dat is leuk voor journalisten. Tegelijk hangt u het slachtoffer uit, dat is helemaal prachtig.

Er is niet heel veel meer voor nodig om anderen zich daarbij te doen aansluiten, in welke vorm dan ook.

Ik zeg het zonder enige vreugde. Het had allemaal voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door beter naar adviezen te luisteren. Mijn tips bijvoorbeeld, al waren die uiteraard niet zaligmakend.

Het lastigst van alles is, dat u uw krediet bij de media en bewegingsruimte in de politiek hebt verspeeld. U kunt nu bijvoorbeeld niet meer aankloppen bij hoofdredacteuren en uitgevers om uw beklag te doen. Evenmin bij raadsleden of gewone burgers. Ze zien u aankomen! Ik ken er genoeg die inmiddels zeggen: hij zoekt het maar uit. Anders gezegd: u raakt geïsoleerd.

Ik spreek uit een aanzienlijke langere politieke ervaring dan waarop u kunt bogen. Heb heftiger crisis meegemaakt, en diepere duikelingen. Ook miraculeuze opkomsten trouwens. Wat zich nu ontwikkelt, heb ik voorzien, dat weet u, hoewel ik zulk gedrag als het uwe nimmer heb mogen gadeslaan.

Ik wens u het allerbeste in de gegeven omstandigheden, doch neem niet de moeite u verdere adviezen te geven. Het zou me echter niet verbazen, als u hetzelfde gaat doen als ik reeds deed: opstappen. Ik deed dat om uzelf, en u zult dat vroeg of laat om dezelfde reden doen.

Dan raken we het ooit toch nog eens.

Vriendelijke groet,

Drs. Jos Goos
voormalig lid Utrechts Comite 4 mei-Herdenking
gewezen politiek-economisch redacteur Het Parool en Utrechts Nieuwsblad
ex-hoofddocent RU Groningen vakgroep journalistiek

Onderwerpen