Spring naar de content

Zelfhulpverslaving

Elk jaar geven naar geluk en succes zoekende Amerikanen miljoenen dollars uit aan zelfhulpboeken, -dvd’s en -seminars. ‘Ik raakte verslaafd aan het lezen van boeken over hoe ik mezelf kon verbeteren. Maar het eureka-moment bleef uit.’ door Floor Bremer, illustraties Matthias Giesen

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Ze weet de datum nog precies: op 28 september 1998 realiseerde de Amerikaanse Linda Pruce (40) zich dat ze ongelukkig was. Ze had een mooi huis en twee kinderen waar ze fulltime voor zorgde, maar een man die altijd op reis was en niet meer die uitdagende baan met leuke collega’s. Terwijl ze haar tweede kind borstvoeding gaf en peinzend wegzakte in haar morele dilemma, hoorde ze ineens een engelachtige stem die uit de hemel leek te komen: ‘Jij wilt je leven veranderen en ik ga je daar bij helpen.’ Het was Oprah Winfrey die haar toesprak vanaf de televisie in de hoek van de kamer.

Een van Oprahs gasten was bestsellerauteur John Gray, een voormalige hindoemonnik, die net een zaal vol mensen een nieuw leven had gegeven. “Ze keken allemaal heel blij. Dat wilde ik ook.” En dus kocht Pruce zijn boek How to Get What You Want and Want What You Gave. Vanaf nu zou haar leven helemaal anders worden.

De Amerikaanse boekhandels staan vol met zelfhulpboeken, verkrijgbaar voor de schappelijke prijs van gemiddeld 20 dollar. Van overzichtelijke stappenplannen (Twelve Steps to Happiness) tot een simpel uitgangspunt (Feeling Good). En van open deuren (When Everything Changes, Change Everything) tot het recept voor de perfecte relatie (Women Who Love Too Much).

Dit soort titels vormt een bron van inspiratie voor Julia Lee (43), die zichzelf omschrijft als een zelfhulpjunkie. “Het is als chocola – als je er een hap van neemt dan wil je meer.” De afgelopen tien jaar verslond ze ruim honderd boeken. Kort samengevat is ze op zoek naar haar ‘authentieke ik’ – een populaire term in de zelfhulpwereld. Dat blijkt geen eenvoudige opgave. “Hoe meer boeken je leest, hoe verwarrender het wordt. Ik moet eerst uitvinden wie ik ben, voordat ik die persoon ook daadwerkelijk kan worden.”


In opdracht van haar lievelingsauteurs ging Lee haar angsten te lijf. Ze verhuisde, omdat ‘haar gevoel zei dat ze dat moest doen’, van New York naar Texas, waar ze niemand kende. Daarna gaf ze eerlijk aan zichzelf toe dat ze ongelukkig was en dat ‘zelfs het winnen van de loterij daarin geen verandering zou brengen’. Ook probeerde ze haar ultieme soulmate te vinden op basis van de wijsheden uit He’s Just Not That Into You. Dat betekende dat ze niet meer ging zitten wachten naast de telefoon, maar zelf tot actie overging. Na tien jaar zoeken heeft ze haar ‘ware ik’ noch haar soulmate gevonden, maar Lee heeft wel het gevoel dat ze steeds dichter bij de kern komt.

Zelfhulpboeken zijn gebaseerd op de suggestie dat er een verandering ten goede in het vooruitzicht ligt. Aan deze titels werd in de Verenigde Staten vorig jaar ruim 875 miljoen dollar verdiend. Voor wie verdere verdieping zoekt, zijn er dure seminars, personal coaches, audio-cd’s en cursussen die je kunt volgen aan speciaal daarvoor opgerichte instituten. Meer dan ooit wenden Amerikanen zich tot deze wereld van de zelfverbetering. Vorig jaar werd in de totale industrie een recordbedrag van 11 miljard dollar omgezet, blijkt uit cijfers van marktonderzoeksbureau Marketdata Enterprises – een verdubbeling van de omzet ten opzichte van 2000.

Vrouwen als Julia Lee en Linda Pruce zijn de doelgroep van de uitgeverijen die dit genre op de markt brengen. Ruim zeventig procent van de kopers is vrouw. Exacter gezegd: het zijn de vrouwen van middelbare leeftijd met een gemiddeld inkomen. Maar om deze boeken weg te zetten als een typisch leeftijds- en inkomensgebonden gril, is te kort door de bocht. Bill Clinton bewees tijdens zijn presidentschap dat ook mannen openstaan voor deze moderne vorm van religie. Waar Richard Nixon nog vertrouwde op de spirituele begeleiding van predikant Billy Graham, koos Clinton voor positiviteitsgoeroe Anthony Robbins, die hem door een moeilijke tijd moest loodsen nadat in 1994 de Republikeinen de meerderheid in het Congres hadden teruggekregen.


Het grote succes van zelfhulpboeken in de Amerikaanse samenleving heeft te maken met de vruchtbare bodem waarin ze landen, zegt socioloog Micki McGee. Voor haar eigen boek Self-Help, Inc. las ze meer dan duizend exemplaren die de afgelopen veertig jaar verschenen. Ze concludeert dat haar land een obsessie heeft ontwikkeld voor zelfverbetering. “Kijk alleen al naar de zogenaamde make-over-programma’s op tv. Dat is een typisch Amerikaans concept. Als je niet tevreden bent met je uiterlijk, mag je op kosten van het programma naar de plastisch chirurg; en als je huis je niet aanstaat, breken ze het voor je af en bouwen het opnieuw op. Het lijkt of iedereen zichzelf voortdurend opnieuw wil uitvinden.”

Deze obsessie ontstond in de jaren zeventig, toen de periode van economische groei begon, zegt McGee. “Tegelijkertijd ontstond er een ongelijke verdeling van de welvaart. De veilige wereld waarin je een baan en huwelijk voor het leven had, veranderde. Mensen konden niet meer rustig achterover leunen en denken dat ze het allemaal voor elkaar hadden. Er kwam een onrustige component bij die zei dat het altijd beter kon als je maar hard genoeg aan jezelf werkte. Dat geeft meteen de makke aan van die boeken. Want ze spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen die veelal buiten de controle van het individu liggen.”

Een voorbeeld is de megabesteller The Secret. Mede door Oprah, die de boodschap ervan bombardeerde tot haar levensfilosofie, verkocht dit boek in 2007 in de eerste maanden zeven miljoen exemplaren. Uitgangspunt is dat je door positieve gedachten en visualisaties alles wat je maar wilt naar je toe kunt trekken – de zogenaamde ‘Law of Attraction’. Slaag je erin de juiste vibraties het universum in te sturen, dan krijg je terug wat je wenst. De boodschap zit verpakt in een waas van mysterie en een marketingtechnisch briljante vondst: een geheim. Het paste bij de tijdgeest waarin alles mogelijk leek.


Een jaar later stortte de economie in. “Hoe kon het universum dat laten gebeuren,” schampert schrijver Steve Salerno. “Zitten we met z’n allen positief te denken, komen we terecht in een van de diepste economische crises ooit.” Salerno behoort tot het kamp dat weinig geloof heeft in de heilzame werking van de zelfhulpindustrie. Hij veegt er de vloer mee aan in zijn boek SHAM: How the Self-Help Movement Made America Helpless. “De ironie is dat ze je beloven dat geluk en succes om de hoek liggen. Maar uiteindelijk verkopen ze niet de voldoening van de vondst, maar de onrust van de zoektocht.”

Dat merkte Pruce ook. Toen ze het boek van John Gray uit had, was ze nog geen spat veranderd. Sterker nog, ze voelde zich ongelukkiger dan daarvoor. “Het leek allemaal zo eenvoudig. Ik hoefde alleen dat boek te lezen en ik zou een gelukkiger mens zijn. Maar Gray wilde dat ik met mijn verleden in het reine kwam. Toen ik me realiseerde op hoeveel mensen ik kwaad was, zakte ik juist verder in mijn depressie.” Waarna ze op aanraden van Oprah een nieuw boek van een volgende goeroe bestelde. “Ik raakte verslaafd aan het lezen van boeken over hoe ik mezelf kon verbeteren. Twee jaar lang las ik niets anders, maar het eureka-moment bleef uit.”

“Dat is het geheim van de industrie,” zegt scepticus Salerno, die voor zijn schrijverscarrière een tijd werkte voor een uitgeverij van zelfhulpboeken. “Ik zag daar dat we de lezer niet echt een dienst bewezen. Uitgeverijen zijn vooral bezig mensen zo te programmeren dat ze meer van hetzelfde willen. De kunst is identieke producten te verkopen aan dezelfde consumenten. Ze produceren verslavende shots adrenaline om mensen de tijdelijke illusie te geven dat ze er beter van worden.”


Zelfhulpgoeroe en bestsellerauteur Susan Jeffers is het totaal oneens met Salerno. Ze vindt niet dat ze haar lezers een tijdelijke geluksbeleving verkoopt. Verre van zelfs. Tweeëntwintig jaar geleden brak ze door met Feel the Fear and Do It Anyway. Ze bouwde een imperium op, publiceert jaarlijks een nieuw boek en heeft een grote schare volgelingen, die ze ontmoet als ze over de hele wereld seminars geeft. “Ik hoor dagelijks dat ik letterlijk levens heb veranderd.”

Volgens Jeffers, zelf psychologe, dankt ze haar succes aan de persoonlijke relatie die ze aangaat met haar lezers. Ze deelt haar eigen levenservaring – bijvoorbeeld haar strijd met borstkanker – met haar achterban, wat haar het aureool geeft van iemand die weet waarover ze het heeft. Op haar website vind je tegelwijsheden als ‘Wat er ook gebeurt, je kunt het aan’. Ze verkoopt mokken met spreuken als ‘It’s all happening perfectly’ en ‘Say yes to the universe’. Negatieve gedachten komen niet voor in het merk Susan Jeffers.

Het zijn geen intellectuele wijsheden die Jeffers verkoopt. Bijster origineel is ze ook niet – het lijkt meer een kwestie van gezond verstand, gedrenkt in een spiritueel sausje. Veel kwaad lijkt er niet in te schuilen. Maar Jeffers is met haar boeken en seminars wel onderdeel van de grotere zelfhulpbeweging die gewillig meezwalkt met de noden van de maatschappij. Zo bracht ze recent een nieuw boek op de markt waarin ze uitlegt hoe je om moet gaan met onzekere (economische) tijden. De inhoud is vrij eenvoudig samen te vatten: wees niet bang en zoek je kansen. Winkelprijs: vijftien dollar.

Net zo goed als Jeffers niet kan bewijzen dat zelfhulp werkt, kan Salerno geen bewijs leveren van het tegendeel. Maar achter deze patstelling gaat wel een miljardenindustrie schuil, en dat stoort Salerno. “We hebben hier te maken met een industrie die mensen afhankelijk maakt, en ik vind dat er een hogere standaard moet komen voor de inhoud van de boeken. Mensen hebben blijkbaar iemand nodig die ze naar het beloofde land leidt, maar ze zien niet wat er allemaal achter schuilgaat. Ik durf de bewering aan dat negentig procent onzin is. Maar de Amerikaanse consument volgt kritiekloos de marketing van uitgeverijen. Als het niet blijkt te werken, kopen ze gewoon een nieuw boek. De claim op geluk en succes heeft schijnbaar geen rechtvaardiging nodig.”


Schrijvers van zelfhulpboeken hoeven – uiteraard – geen proeve van bekwaamheid af te leggen. Als je een uitgever vindt met een goede marketingmachine, dan staan de kopers in de rij. Het genre rent van hype naar hype, zelfs als schrijvers hun twijfel uitspreken over het eigen product. Dat gebeurde bijvoorbeeld met The Secret. Er ontstond kritiek op de haalbaarheid van de methode, want die Ferrari bleek ondanks lang en veel denken niet zomaar op de stoep te staan. Daarop kwam Bob Proctor, een van de goeroes uit het boek, met de verklaring dat het verhaal inderdaad niet helemaal klopte. Hij verdient nu zijn geld met het verhaal, in boek- en dvd-vorm, áchter The Secret.

Salerno slaakt nog eens een diepe zucht. “Het ergste is dat de consument er nog in trapt ook. Proctor kan nog jaren vooruit met elke keer weer een nieuwe aanpassing. Ik ben bang dat Amerika binnenkort alleen nog maar dit soort zelfhulpgoeroes produceert.”

Psychiater David Burns kijkt met verbazing naar de quasi-wetenschappelijke onderbouwingen die worden gebruikt in de zelfhulpwereld. Vijfentwintigduizend sessies met cliënten gingen vooraf aan zijn eigen boek, Feeling Good, dat een methode aangeeft om van depressies af te komen. Al twintig jaar staat hij in de toptien van meest gelezen zelfhulpboeken. Dat zijn wetenschappelijk onderbouwde boek – Burns is verbonden aan de medische faculteit van Stanford – in hetzelfde rek staat als The Secret en de boeken van Gray, Proctor en Jeffers, vindt hij enigszins vervreemdend. “Het zijn de psychologische donuts van deze wereld – ze lezen lekker weg. Maar in mijn boeken vertel ik over de dingen uit mijn praktijk. Het beste bewijs dat ik mijn lezers kan geven, is dat ik heb gezien dat het werkt. Ik pretendeer niet dat ik mensen uit de as kan laten herrijzen met een nieuwe persoonlijkheid. Ik ben geen tovenaar.”


Voor veel Amerikanen hebben zelfhulpboeken toch een magische aantrekkingskracht. Er zijn zelfs stromingen in de psychologie die zich specifiek bezighouden met geluk en de zoektocht ernaar. Maar Linda Pruce verklaarde zichzelf na een paar jaar genezen van haar verslaving. Achteraf zegt ze dat ze beter een parttimebaan had kunnen zoeken om zichzelf bezig te houden. Door een verhuizing naar een andere stad had ze eindelijk haar eureka-moment: de realiteit. Ze begon een nieuw leven en realiseerde zich dat ze de jaren daarvoor in een waas van veranderingsgezinde retoriek had geleefd. “Ik weet nu dat je geen controle kunt hebben over je eigen geluk. Soms is het er, soms niet. Het had me een hoop tijd en geld gescheeld als ik me niet had laten meeslepen door al die valse beloften.”

Zelfhulp-junkie Julia Lee vertoont geen ontwenningsverschijnselen. Ze leest rustig verder in de wetenschap dat ze waarschijnlijk haar hele leven zal blijven zoeken naar zichzelf. Maar dat stemt haar niet pessimistisch. “Zelfs al bereik ik ooit het punt dat alles perfect lijkt, dan weet ik dat het niet permanent is. Het kan je zo weer ontglippen. Ik ben jaloers op mensen die het leven gewoon nemen zoals het is. Ik zou dat nooit kunnen. Zelfs als ik ooit echt gelukkig word, zal ik blijven zoeken naar verandering.”

Onderwerpen