Spring naar de content

Dakloos in Minneapolis

Elke maand raken een half miljoen Amerikanen hun baan kwijt. Honderdduizenden mensen kunnen daardoor hun woonlasten niet meer opbrengen en belanden op straat – met gezin en al. De gemiddelde dakloze in de VS is allang geen alleenstaande man meer. In het rijkste land ter wereld is de gemiddelde thuisloze een kind van acht jaar. door Jet Mok, foto’s Jeff Cowan

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

‘Waarom gaat die zwerver niet gewoon werken?” vroeg Jeff Bailey (42) zich af als hij weer eens een dakloze man zag zitten op een bankje in een park in zijn stad in het middenwesten van de Verenigde Staten. Ga aan het werk, verdien geld, huur een kamer – hoe moeilijk kan het zijn, dacht hij meer dan eens. Tot hij begin dit jaar zelf zijn baan als magazijnmedewerker verloor. Al snel kon hij zijn appartement niet meer betalen. “Het moment dat ik om vier uur ‘s nachts op een bankje naast een andere zwerver zat, was het absolute dieptepunt van mijn leven. Ik kon nergens heen. Ik was net als al die andere daklozen op wie ik altijd zo had neergekeken. En het ergste: ik had mijn vierjarige zoontje niets te bieden. Die zat samen met zijn verslaafde moeder bij vrienden.” De Verenigde Staten worden hard getroffen door de economische crisis. Tien procent van de inwoners is werkloos, en mensen die net als Bailey hun middelbare school niet afmaakten, zitten bijna twee keer zo vaak zonder baan. En van werkloosheid is het maar een kleine stap naar dakloosheid, merkte ook Cheryl Middleton, een alleenstaande moeder. Zij raakte drie jaar geleden haar huis kwijt in West-Bedford, Massachusetts, toen ze haar baan verloor, vlak nadat ze zwanger bleek van haar derde. Wanhopig klopte ze aan bij de lokale autoriteiten. “Het spijt ons, mevrouw,” kreeg ze keer op keer te horen, “we kunnen pas helpen als u op straat staat.”

“Pas toen ik letterlijk met mijn drie kinderen bij de buren aanklopte voor onderdak, kregen we een kamer in een motel. Want alle opvanghuizen zaten vol.” Na een jaar met drie kinderen, onder wie een pasgeboren baby, in een motelkamer, was eindelijk de huursubsidie rond en kon het gezin op zoek gaan naar een huurhuis.


Jeff Bailey en Cheryl Middleton zijn niet de enige mensen met kinderen die hun huis kwijtraakten door de economische crisis. Van alle daklozen in de VS maakt de helft deel uit van een gezin. Tot 2007 kwamen jaarlijks ruim zeshonderdduizend families in aanraking met uithuiszetting. Van de 36 miljoen Amerikaanse jongeren onder de achttien hadden er 1,3 miljoen daardoor geen vaste woonplaats. In 2008 was dat cijfer in sommige Amerikaanse staten al met zestig procent gestegen. In Indiana raakten zelfs 78 procent meer gezinnen dakloos dan in 2007. De cijfers over 2009 zijn nog niet bekend, maar de opvanghuizen door het hele land zaten nog nooit zo vol.

People Serving People in Minneapolis biedt al sinds 1982 noodopvang aan aan gezinnen die acuut hulp nodig hebben. Hun opvanghuis heeft 99 kamers, waar ouders met kinderen tijdelijk onderdak vinden terwijl ze hun leven weer op de rails proberen te krijgen. Ook Jeff Bailey woont hier sinds drie weken, samen met zijn zoontje. In de gangen klinkt kindergeschreeuw. Moeders sjouwen met peuters op de arm op weg naar een afspraak met de loopbaanbegeleider, psycholoog of advocaat, en midden in het pand heeft een ijscoman zijn kar opgebouwd en krijgen kinderen gratis ijsjes.

Gemiddeld logeerden hier in mei en juni dagelijks zo’n 350 mensen, waarvan twee derde kinderen. En er blijven mensen aankloppen. “Met deze drukte moeten we soms twee gezinnen in één kamer plaatsen,” zegt medewerkster Beckie Sandager. Het valt haar op dat de gezinnen steeds langer blijven: in 2006 waren ze meestal binnen een maand weer weg, nu duurt het ruim zeven weken voor ze vertrekken. Want ze kunnen simpelweg nergens heen. Werk is er niet, waardoor een eigen woning voor veel van deze gezinnen onbereikbaar blijft. Daarbij worden huurwoningen ook steeds duurder, doordat almaar meer mensen hun koophuis uit worden gezet en ook gaan huren. Sandager: “Meestal logeren dakloze gezinnen eerst een tijdje bij familieleden, dan een poosje bij vrienden en daarna weer bij kennissen.” Highly mobile kids worden de kinderen uit zulke gezinnen genoemd, omdat ze soms wekelijks moeten verhuizen. “Onherroepelijk komt het moment dat familie, vrienden en kennissen er genoeg van hebben. Dan belanden ze bij ons.”


In Minneapolis nam tot 2007 het aantal dakloze families tegen de landelijke trend in af, doordat het district waarin de stad ligt preventieve maatregelen had getroffen. Families die uitgezet dreigden te worden, kregen juridische en financiële bijstand en noodhulp in de vorm van voedsel en kleding. Dankzij intensieve hulp vonden mensen die al dakloos waren makkelijker werk, zodat ze zich snel weer een woning konden veroorloven. De maatregelen bleken te werken. Tot 2007, toen de huizencrisis begon. Daar kon geen enkele actie tegen op, en sinds daarna ook nog de economische crisis uitbrak, is het helemaal dweilen met de kraan open. “In de afgelopen twee jaar hebben we twintig man personeel aangenomen om aan alle vraag te kunnen voldoen,” vertelt Sandager terwijl ze het spiksplinternieuwe kinderdagverblijf laat zien. Ze zwaait naar een langshuppelende kleuter en schiet in de lach: “We zijn waarschijnlijk een van de weinige organisaties die nog mensen aannemen.”

Veel personeel is in dienst genomen voor de kinderopvang. Na school, in de weekenden en tijdens de vakanties worden de kinderen intensief beziggehouden door professionele medewerkers en een leger vrijwilligers. People Serving People koos bewust voor deze aanpak, want alle onderzoeken wijzen uit dat jongeren die worden geconfronteerd met huisuitzetting en dakloosheid, veel agressiever en angstiger zijn dan kinderen die in een stabiele gezinssituatie opgroeien.

Cheryl Middleton merkte dat haar kinderen heftig reageerden op hun onzekere situatie. “Mijn zoontje van negen sloot zich soms urenlang op in de badkamer, en mijn dochter van twaalf bouwde een hut van kussens en lakens om even alleen te kunnen zijn.” Dakloze kinderen lopen in sneltreinvaart leerachterstanden op en zijn soms wel vijf keer zo vaak ziek als leeftijdsgenootjes. School is het enige stabiele in het leven van de kinderen, en investeren in de dagopvang en extra aandacht besteden aan de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden blijken een positieve invloed te hebben op de toekomst van de dakloze jeugd.


Ook voor Middletons kinderen was school het enige vaste punt toen ze in het motel woonden, want openbare scholen in de VS mogen kinderen niet van school sturen omdat ze dakloos zijn. Sterker nog, scholen moeten er elke dag voor zorgen dat de kinderen worden opgehaald en thuisgebracht. Bij People Serving People resulteert dat op schooldagen in een file van 34 schoolbussen. Beckie Sandager: “Vorige maand hebben we de busschauffeurs op koffie en donuts getrakteerd om ze te bedanken. Ons opvanghuis ligt voor bijna alle bussen enorm uit de route en vaak komen ze eerst hier naartoe, ook als dat niet handig is, omdat de kinderen zich schamen voor hun woonsituatie.”

Jeff Jr., het zoontje van Jeff Bailey, gaat sinds drie weken naar een speciale school voor kinderen uit arme gezinnen. Daar worden ze voorbereid op hun verdere schoolleven, zodat ze geen achterstand hebben op het moment dat ze naar een gewone basisschool gaan. Op het moment dat andere kinderen van de zomervakantie genieten, staat de kleuter elke dag popelend te wachten tot de schoolbus komt. Een snelle knuffel, even zwaaien naar zijn vader en hij springt achter zijn vriendje Mario aan de bus in.

Jeff Sr. sjokt dan naar binnen, waar hij begint aan een lange dag van werk zoeken, sollicitatiebrieven schrijven en gesprekken oefenen. Heel soms mag hij echt op gesprek komen. Wat dat betreft is Bailey geen uitzondering in het opvanghuis. Opvallend is wel dat hij er samen met zijn zoontje woont. Landelijk leeft slechts zeven procent van de dakloze kinderen samen met hun vader. In 84 procent van de gevallen draagt de moeder alle verantwoordelijkheid. Vandaar dat ook bij People Serving People mannen sterk in de minderheid zijn – inclusief de kinderen is slechts een derde van alle bewoners van het mannelijk geslacht.


Bailey vindt het niet erg en richt zich primair op het vinden van werk en daarna een huis. “Ik wil er zijn voor mijn zoon,” zegt hij ferm. “Voor hem ben ik in dit opvanghuis gaan wonen. Voor hem ben ik nu op zoek naar werk. Voor hem sta ik elke dag op.”

Jeff Bailey (42) woont sinds een paar weken met zijn zoontje Jeff Jr. (4) in het tehuis van People Serving People. Begin dit jaar raakte Jeff Sr. zijn baan kwijt en al snel daarna zijn huis. Senior en Junior logeerden tijdelijk bij vrienden, en toen dat ophield, ging het kind naar zijn verslaafde moeder en sliep de vader op straat. “Het absolute dieptepunt uit mijn leven,” noemt hij dat.

Voor Bailey is het verblijf in het opvanghuis een geschenk uit de hemel. Het biedt zijn zoon regelmaat en gezond eten en hij kan er werken aan zijn toekomst. Voorwaarde om in het tehuis te mogen blijven is dat Bailey 35 uur per week besteedt aan het zoeken van werk. Nadat hij is opgestaan, samen met Jr. heeft ontbeten en zijn kind op de bus naar school heeft gezet, kruipt hij achter de computer.

“Vijf jaar geleden had ik nooit kunnen denken dat ik zo diep zou zinken. Ik had een vrouw, een huis en twee auto’s. Nu heb ik niks meer,” vertelt Bailey, terwijl hij naar vacaturewebsites surft. Tot half vier zoekt hij door en schrijft hij een aantal sollicitatiebrieven. Daarna brengt de schoolbus zijn zoontje weer terug en vertrekt Bailey naar de telefoonruimte. De meeste inwoners hebben geen mobieltje en daarom krijgt iedereen een telefoonnummer met een voicemail die ze op de openbare telefoon kunnen afluisteren. Gisteren had Jeff een sollicitatiegesprek, en hij hoopt op een positieve reactie.


Jeff Jr. woont hier pas drie weken, maar wacht met smart op het moment dat zijn vader weer werk heeft. “Dan krijg ik een fiets,” zegt hij terwijl hij tevreden aan zijn ijsje likt.

Het opvanghuis ligt ingeklemd tussen downtown Minneapolis en de Stonearch Bridge over de Mississippi. Elke dag neemt Bailey zijn zoontje mee naar de rivier, waar ze samen spelen en over hun situatie praten. “Ik ben eerlijk geweest toen het niet goed ging. Ik wilde hem geen valse hoop geven, maar durf nu weer kleine dingen te beloven. Een fiets bijvoorbeeld.”

Na het eten is er nog even tijd voor een sigaretje voor Bailey. Zijn zoon speelt met vriendje Mario op de glijbaan. Daarna moeten ze naar binnen, want vanaf negen uur mag niemand meer door de gangen lopen of buiten rondhangen. Bailey doet de administratie op bed. Een tafel heeft hij niet. Hij moet dagelijks verantwoording afleggen aan een advocaat, een huisvestingsmedewerker, een financieel adviseur en een maatschappelijk werker. “En dan vergeet ik er nog een paar,” grinnikt hij. Jeff Jr. speelt in dezelfde kamer met een ballon. Als de administratie gedaan is en voordat Junior naar bed moet, gamen ze samen nog even op de Playstation 2, een van de weinige dingen die ze uit hun huis konden meenemen. Halverwege de game belt zijn moeder. “Ik kan maar even bellen,” zegt Jeff Jr. vriendelijk. “Ik ben aan het boksen.”

Onderwerpen