Spring naar de content

‘Je moet de luisteraar op het verkeerde been zetten’

Na jaren van enorm succes belandde rapper Eminem in de goot. Een gesprek over zijn comeback, parodieën en wilde fantasieën. ‘Het is me te doen om de reacties.’ door Tobias Rapp en Jörg Rohleder

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

U bent bijna vier jaar buiten beeld geweest. Dat is een eeuwigheid in het hiphopwereldje. Waar hebt u gezeten?

“Thuis. Nadat ik zeven jaar vol gas had gegeven, moest ik even uitblazen. Zowel geestelijk als lichamelijk. Ik kon niet meer constant in de schijnwerpers staan. Bovendien zat ik met een ernstig drugsprobleem, waarmee ik aan de slag had gemoeten, maar toen werd mijn beste vriend doodgeschoten.”

Rapper en hiphopimpresario Proof uit Detroit.

“Daardoor ging ik steeds dope gebruiken. Ik was de hele dag high, kon niet meer slapen, nam slechte nummers op, bleef achter bij mijn eigen verwachtingen en had een behoorlijke schrijfblokkade.”

Probeerde u wel om door te gaan met dichten? Hoe moeten we ons zo’n schrijfblokkade voorstellen?

“Frustrerend. Vreselijk. Je probeert alles om een nieuwe song te laten ontstaan. Alles. Ik haalde oude freestyle raps tevoorschijn om daar nieuwe nummers van te maken. Allerlei zooi die ik ooit had bedacht. Die probeerde ik dan te verbeteren door hier en daar een regel toe te voegen of te schrappen. Of ik ging in de opnamecabine zomaar wat voor me uit staan rappen, omdat ik een tijdje helemaal niet meer kon schrijven, zo ontevreden was ik met het resultaat. Ik was wanhopig op zoek naar materiaal. Ik wou songs maken die er nog niet waren. Stront moest in goud veranderen.”

Wat voor drugs gebruikte u allemaal?

“Alles wat je maar kunt bedenken. Op het laatst vooral middelen die alleen op recept verkrijgbaar zijn: Vicodin, valium, Ambien. Eigenlijk had een dokter me valium voorgeschreven omdat ik zo moeilijk in slaap kon komen. Uiteindelijk gooide ik al mijn pillen door elkaar, nam ze als cocktail in en sliep helemaal niet meer.”


En toen besloot u uit uzelf dat het tijd was voor een ontwenningskliniek?

“Nee, dat duurde nog wel even. Eerst dacht ik dat ik er gewoon mee kon ophouden, zoals ik het al een keer eerder had gedaan. Toen had ik te veel cannabis en ecstasy gebruikt. Wakker worden, de kater ondergaan en er met je poten van afblijven. Zelfs bij alcohol werkte dat prima, maar valium en Vicodin zijn van een heel ander kaliber. Als je daaraan verslaafd bent, kan het je echt fataal worden. In het begin wou ik dat niet toegeven. Je hebt geen kater en bovendien gaat het om pillen die door de dokter worden voorgeschreven. Maar op het laatst was ik zo verslaafd dat ik niet meer genoeg had aan de recepten. Dus ging ik de deur uit en kocht ik mijn spullen op een of andere straathoek. Toen merkte ik dat ik hulp nodig had.”

Uw nieuwe album, ‘Relapse’, is ontstaan in samenwerking met Dr. Dre, waarschijnlijk de belangrijkste producent uit de hiphopgeschiedenis. Hij heeft u ontdekt en heeft ook voor uw andere cd’s de meeste beats gemaakt. U kent hem al heel lang. Hoe ging hij ermee om dat zijn succesvolste beschermeling niet meer kon schrijven en het leven verder ook niet meer aankon?

“We zijn altijd samen muziek blijven maken, ook in de vier jaar waar we het nu over hebben. Maar dan hingen we samen rond zonder dat er iets uit kwam. We hielden sessies en aan het eind hadden we niets over dat de moeite waard was om te bewaren. Dat had niets met de beats te maken. Het lag aan mij.

“Toen ik een paar maanden clean was, kreeg ik het idee om een tijdje met Dre naar Florida te gaan om daar aan muziek te werken. Wat daaruit moest komen, lag nog niet vast. We wisten het allebei niet zo precies. Twee weken voordat het zover was, merkte ik dat mijn schrijfblokkade geleidelijk aan verdween. Ik begon ineens weer songs te schrijven. Zonder dat ik beats had; die zaten alleen in mijn hoofd. We vertrokken naar Florida en namen in korte tijd elf nummers op. Vanaf dat moment ging het vanzelf. Uiteindelijk hadden we genoeg materiaal voor drie of vier cd’s. We hebben het tot twee albums teruggebracht. Relapse komt nu uit, Relapse 2 later dit jaar.”


Heeft u in die tijd ooit met de gedachte gespeeld overal een eind aan te maken? Een van de weinige nummers die in uw afwezigheid zijn verschenen, heet ‘When I’m Gone’.

“Zelfmoord, als u dat bedoelt, is voor mij nooit echt een optie geweest. Toen ik When I’m Gone schreef, wist ik niet meer hoe ik verder moest. Met mijn personage Slim Shady had ik het gehad. Ik kon niet meer leven als de kunstmatige persoon die ik zelf had gecreëerd. De roem walste over me heen en hoe meer succes ik kreeg, hoe meer ik het gevoel had dat ik mezelf kwijtraakte. Ik was constant heel moe en depressief en hard op weg mezelf kapot te maken.”

Dat was na de laatste tournee, toen u alle Europese concerten had afgezegd.

“Precies. Plotseling zei iedereen in mijn omgeving: ‘Hou toch op met die troep. Ga in therapie.’ Maar ik was er nog niet klaar voor en praatte mezelf aan dat ik alles onder controle had. Toch liet ik me overhalen, maar in de kliniek werd het alleen maar erger. Zo erg dat ik op een nacht in de medicijnkamer heb ingebroken. U kunt zich wel voorstellen wat er toen gebeurde: ik jatte een handvol pillen en gooide ze in één keer naar binnen. Toen ik weer wakker werd, dacht ik dat ik overal bloed en doden zag.”

Een visioen dat u meteen handig in de videoclip bij uw nieuwe nummer ‘3 a.m.’ kon verwerken.

“Waarom niet? Voordat iemand iets tegen me gebruikt, schrijf ik er liever zelf een song over. Anders zouden nu alle journalisten uit zichzelf schrijven dat ik verslaafd ben geweest en in therapie moest.”

Bepaalt uw instorting de toon? Is ‘Relapse’ zo’n somber werk?

“Ook. Het album zoekt duistere oorden op en Slim Shady, de woeste figuur die ik ooit heb bedacht, duikt hier in ieder geval vaker op dan op mijn laatste cd’s.”


Vindt u het echt niet erg de dingen die voor u het meest privé zijn, met name uw ellende, telkens weer voor de hele wereld uit te stallen en op cd’s te branden?

“Nee, dat is een oude tactiek van me, en die werkt heel goed. Vroeger, toen ik me nog in de Hip Hop Shop in Detroit tegenover andere rappers moest handhaven, nam ik ook altijd alles wat ze me konden verwijten meteen in mijn songteksten op. De aanval is nu eenmaal de beste verdediging.”

U blijft altijd switchen tussen de figuren van Slim Shady, Eminem en Marshall Mathers. Waarom eigenlijk?

“Je moet de luisteraar op het verkeerde been zetten. Jij denkt dat ik hier ben? Fout, ik ben allang hier. Nee, daar. Hé, kijk ‘s deze kant op, ik ben hier!”

Een artistieke strategie die altijd goed heeft gewerkt.

“Dank u. Dat is mijn bedoeling, om de grenzen te laten vervagen. En dan natuurlijk voor degenen die niet goed luisteren. Mijn fans, de mensen die echt verstand van hiphop hebben, wisten altijd waar de werkelijke grens liep, wat ik echt had gedaan en wat maar fantasieën waren waarover ik alleen praatte en rapte. Uiteindelijk is het gewoon zwarte humor.”

Hiphop is een kunstvorm waarin de dialoog centraal staat. U heeft dit principe nogal breed uitgemeten. U wisselde met de halve wereld van gedachten.

“Ik heb graag dat de mensen reageren. Daarom ben ik ooit begonnen met rappen en daarom doe ik het nu nog steeds. Of er oeh en ah uit het publiek komt of een negatieve reactie, dat kan me niet schelen. Alles is beter dan geen reactie.”


Veel mensen kunnen alleen van een slechte gewoonte afkomen door een nieuwe te ontwikkelen. Wat doet u nu u clean bent? Waar bent u nu aan verslaafd?

“Ik ben als een idioot gaan hardlopen, tien mijl per dag. Bovendien ben ik verslaafd aan de sportschool.”

Dat verklaart waarom u zo mager bent. Vorig jaar circuleerden er foto’s op internet van een Marshall Mathers met overgewicht.

“Ik was behoorlijk uitgedijd, maar dat kwam door de pillen.”

Uw drugsverslaving begon met ecstasy. Ook voor de shows slikte u wel pillen. Bent u bang weer op tournee te gaan nu u clean bent? Uw cd heet tenslotte ‘Relapse’, terugval.

“Tot nu toe staat er geen tournee op stapel, maar mocht ik ooit weer van podium naar podium gaan reizen, dan zal ik overal van af moeten blijven. We zullen zien. Voorlopig komt eerst de cd. Geen idee wat er daarna gaat gebeuren.”

In uw boek ‘The Way I Am’, dat vorige herfst in de VS is verschenen, schrijft u dat u de muziekbusiness niet meer begrijpt.

“Het is anders geworden. De tijden zijn veranderd voor de muziekindustrie, waarmee ik trouwens nooit veel heb gehad. Platenverkopen zijn leuk, maar ze zijn nooit mijn drijfveer geweest. Ik wil reacties van de mensen, daar is het me om te doen. Ik zeg wat en dat maakt de luisteraars verdrietig, gelukkig of woest. Dat is het enige wat telt.”

In de videoclip bij uw nieuwe single ‘We Made You’ parodieert u Jessica Simpson. Vroeger was Britney Spears een van uw favoriete slachtoffers. Ook Amy Winehouse en de voormalige Republikeinse vicepresidentskandidate Sarah Palin ontkomen niet aan uw spot. Doet u eigenlijk ook zo brutaal als u Britney of iemand anders tegenkomt?


“Dan zeg ik: ‘Kom op, lekkertje, we gaan ertegenaan.’ Als ik Sarah Palin ooit tegen het lijf zou lopen, dan weet ik wel welke positie ik haar in mijn kabinet zou aanbieden:”

Volgens welk principe kiest u eigenlijk de mensen met wie u op uw albums de spot drijft?

“Grappig, dat heeft nog nooit iemand me gevraagd. Die mensen zijn er gewoon, je ziet ze op de tv en het kiezen van een mikpunt is net zoiets als een naam uit een hoge hoed trekken. O, die naam rijmt! Pech gehad, nu krijg je een veeg uit de pan. Kortom, er is geen methode. Het gebeurt gewoon als ik tv kijk.”

Waar schrijft u eigenlijk het liefst?

“Overal. Ik heb altijd pen en papier bij me. Ik moet mijn ideeën meteen opschrijven, zodat ik niets vergeet. Dat noem ik ‘munitie verzamelen’.”

Toen uw laatste album verscheen, in 2004, zag de wereld er nog anders uit. Uw president heette toen nog George W. Bush en vlak voor de verkiezingen in dat jaar bracht u ‘Mosh’ uit, een nummer waarin u als geen andere Amerikaanse musicus tegen de president van leer trok en de jongeren in de VS opriep te gaan stemmen. Mogen we van u horen of u in november 2008 uw stem hebt uitgebracht?

“Uiteraard. Het is geen geheim dat ik op Barack Obama heb gestemd.”

Denkt u dat Amerika met hem de crisis te boven kan komen?

“In elk geval wekt hij die hoop.”

Toch hebt u geen nummer over Barack Obama geschreven.

“Eigenlijk beschouw ik mezelf ook niet als politieke rapper. Bush was een uitzondering. Man, wat heb ik die vent gehaat.”

De platenmaatschappij verbiedt journalisten om u op uw ex-vrouw aan te spreken. Dat respecteren we. Maar zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in uw liefdesleven die u met ons wilt delen?


“Godzijdank niet! Maar zoals ik al zei: Als Miss Palin ooit haar verstand bij elkaar weet te rapen…”

Waarom is het zo moeilijk voor rappers als 50 Cent, Lil Wayne en uzelf, die intussen miljonair zijn, om zich los te maken van hun verleden? Gaat hier het oude gezegde op: je kunt een man uit het getto halen, maar het getto niet uit een man?

“Het zou toch vreselijk zijn als die uitspraak niet zou kloppen? Geen mens moet weglopen voor zijn verleden. Dat heeft me gemaakt tot wat ik nu ben. Mijn verleden houdt me met beide benen op de grond. Begrijp me niet verkeerd: ik wil nooit meer arm zijn. Maar ergens ben ik nog steeds die jongen die hamburgers bakt, die honger heeft en ervan droomt een grote rapper te worden.”

Wat zou de zestienjarige Marshall over de man zeggen die hij nu is geworden?

“Wat is dat nou voor vraag?! Hij zou zeggen: ‘Verdomme man, wat moet je met al die poen? Schuif ‘s effe tien miljoen door!'”

2009 Der Spiegel

Vertaling: Gerda Pancras

Marshall Mathers is beter bekend onder zijn artiestennaam Eminem. Met zo’n zestig miljoen verkochte albums is hij een van de succesvolste rappers aller tijden, wat hij ook te danken heeft aan zijn talent om telkens weer heftige controverses op te roepen. Of het nu om fantasieën gaat waarin hij zich voorstelt dat hij zijn jeugdliefde en ex-vrouw Kim vermoordt, om lasterpraatjes over zijn moeder die zogenaamd aan de drugs zou zijn, om een ruzie over homovijandige uitlatingen of zijn tirades tegen celebrity’s: sinds zijn eerste album, The Slim Shady LP, houdt Mathers, inmiddels 36, de buitenwereld in spanning. Maar ondanks al die provocaties had hij het niet zo ver geschopt als hij niet zo’n begenadigd en vindingrijk dichter was geweest. De film 8 Mile is op zijn leven geïnspireerd. Hij speelt er de hoofdrol in. De straat uit de titel is de scheidslijn tussen zwart en blank in Detroit, waar Mathers opgroeide – aan de blanke kant. De muziek lokte hem echter steeds weer naar de andere kant. In 2005 trok hij zich bijna helemaal uit het openbare leven terug. Relapse is zijn comebackalbum.

Onderwerpen