Spring naar de content

Harry de Winter: ‘We blijven een margezender’

“Jongens, ik heb de enige journalist hier. Even wachten nog.” Harry de Winter lachte wat ongemakkelijk, even voor de matig bezochte presentatie van het nieuwe seizoen van televisiezender Het Gesprek. Hij had afgelopen week persoonlijk nog het Nederlandse journaille per telefoon uitgenodigd. “Die vervelende journalist van het AD en die andere ook, ze zijn er alleen als ze jou nodig hebben. Wat zijn ze lui,” mompelt hij. Voor de rest was het goed toeven tussen de plakken ossenworst en de bitterballen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Wouter Sinke

Zweet parelde van het voorhoofd van mede-oprichter van de zender Frits Barend, zijn shirt plakte aan zijn lichaam. “Ja, ik ben met de fiets gekomen.” Eenmaal opgedroogd bekeek hij onder het genot van een colaatje light goedkeurend de presentatie in café Schiller aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Al wilden sommige filmpjes niet starten en kwam een zwarte lap die het zonlicht buiten moest houden halverwege voor de voorstelling voor het scherm te hangen, het mocht de pret niet drukken.

Zeker niet voor Harry de Winter die zijn geld verdiende met het tv-spel Lingo en andere producties. Hij nam in februari een aandeel in de commerciële praatzender en presenteert weer zijn programma Wintertijd. Transformeert Het Gesprek van margezender daardoor nu in een grote omroep? “Nee, nee, nee. Eind 2010 willen wij ongeveer 2  procent marktaandeel hebben. Voor Hilversumse begrippen is dat heel weinig, maar voor ons genoeg om succesvol te zijn. Eind volgend jaar moet het goed draaien, want we kunnen niet eeuwig blijven investeren. We hebben nu elke week een kwart miljoen kijkers, dat is toch goed?! Kijk, wij doen het met 12 miljoen per jaar en Hilversum met 387 miljoen. We laten zien dat het niet gaat om hoeveelheden geld, maar om creativiteit en inventiviteit. Met de nieuwe programmering moet dat mogelijk zijn. Rob Trip wilde ik al vanaf het begin, maar die is voor ons niet te betalen.”

Marga van Praag paste klaarblijkelijk wél in het budget en keert terug op televisie. Daarnaast gaat [[popup file=”2009-09/afbeelding_2_copy2.png” description=”Ad ’s Gravesande” alt=”Rick de Leeuw en Ad s’ gravesande” align=”left” ]] met recensenten bespreken welke films, boeken, theater en muziek de moeite waard zijn en is Fons de Poel aangetrokken om op zondag nét voor concurrent Buitenhof de actualiteit van de week met prominenten te bespreken. Maar ook de oude [[popup file=”2009-09/afbeelding_5_copy3.png” description=”jonge honden” alt=”Ronald Olsthoorn (l) en Jaïr Ferwerda” align=”left” ]] van Het Gesprek blijven voor de zender actief. Zo presenteert Ronald Olsthoorn een programma waarin wordt geskyped met buitenlandcorrespondenten en blijft Jaïr Ferwerda het Binnenhof onveilig maken. Al had hij dat bijna niet meer voor Het Gesprek gedaan. “Ja, ik ben afgelopen zomer gevraagd door een Hilversumse zender. Maar dat heb ik expres niet gedaan. Ik heb hier de vrijheid. Helaas niet voor het hele grote publiek. Het is natuurlijk jammer dat je weinig wordt bekeken. Je hoopt altijd op meer. Aan de andere kant zitten we op een soort zolderkamertje tv te maken. Dat is toch Kuifje in Afrika! Hier kun je tenminste maken wat je wilt, in Hilversum is het als je een leuk idee wilt uitvoeren een kwestie van de juiste vrienden hebben.”

[[popup file=”2009-09/afbeelding_3_copy1.png” description=”Frits Barend ” alt=”Frits Barend” align=”left” ]] luistert instemmend naar zijn pupil terwijl hij een bitterbal naar binnen werkt. Hij kijkt met veel genoegen terug op het programma Helden dat hij samen met zijn dochter Barbara maakt. “Sporters zijn niet moeilijk te strikken, nee dat valt juist mee. Vanwege mij en misschien wel vanwege Barbara. Of ik Wesley Sneijder graag in het programma zou willen hebben? Ja, maar dat kan weer niet. Want het wordt te duur om naar Milaan te gaan voor zo’n item.”

Tja, het blijft sappelen voor de zender die mikt op op de hoogopgeleide dertigers en veertigers. De marktaandelen zijn nog niet helemaal je van het, maar daar wordt marketingtechnisch wat aan gedaan: posters in Amsterdam en wekelijkse advertenties in de Groene Amsterdammer.