Spring naar de content

In de schaduw van Europa

Jan Peter Balkenende wordt genoemd als kanshebber voor de nieuwe functie van EU-president. Daarvoor moet eerst het Verdrag van Lissabon van kracht worden, maar politiek Den Haag is al helemaal in de greep van alle vergezichten die een vertrek van de premier naar Brussel voor de verhoudingen op het Binnenhof betekenen. Voor onze media telt slechts het Oranjegevoel. Niemand twijfelt aan de kwalificaties van Balkenende, hoewel hij jarenlang als een sukkel is bespot en weggehoond.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Of zo’n functie goed is voor Nederland (de beschamende afgang van Ruud Lubbers dringt zich op), laat ik in het midden, maar het is treurig dat de vraag of Balkenende wel goed is voor Europa nauwelijks wordt gesteld. In België zijn ze het fiasco rond de Europese Grondwet overigens nog niet vergeten. Maar dat is alweer jaren geleden, en het Nederlandse ‘nee’ is Balkenende door collegae nooit echt aangerekend. De premier hoort tot de routiniers van de Europese regeringsleiders en kan met iedereen door één deur. Die eigenschap maakt hem geknipt voor de nieuwe EU-functie. Alle insiders weten dat uitgesproken figuren geen kans maken. Angela Merkel en Nicolas Sarkozy hebben geen behoefte aan een concurrent in Brussel, en de kleine lidstaten zien liever geen kandidaat uit een grote lidstaat. Tony Blair, de gedoodverfde favoriet, kan het dus nooit worden. Vandaar dat Den Haag zich al rijk rekent; de logica om op nul uit te komen, is volkomen geaccepteerd. Tenzij er zich nog een dark horse aandient, is Balkenende het ideale compromis.

Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat het zo kan lopen. Het getouwtrek rond Europese topfuncties is een schaduwspel, waarbij alle kanshebbers zich zo lang mogelijk verschuilen en alleen de laatste slag telt. De EU schrikt zelfs niet terug voor een president uit Luxemburg, al lijkt mij Jean-Claude Juncker als federalistisch zeloot te omstreden. Maar Balkenende, die in eigen land niets meer onder controle heeft, gaat echt een brug te ver. Als euroscepticus kan ik perfect uitleggen waarom ‘Mister Europe’ een man zonder enig charisma moet zijn, maar Europa heeft al zo veel saaimannen, te beginnen met de Portugese voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso, die net is herbenoemd. Hoewel ook de nieuwe EU-president veel technische taken krijgt, lijkt het mij zinloos en dubbelop om nog eens met een Barroso aan te komen. Van de nieuwe president wordt ook verwacht dat hij Europa een ‘gezicht’ in de wereld gaat geven, en met iemand met het profiel van Balkenende kan dat niet. De EU kan mij in de dagelijkse praktijk niet kleurloos genoeg zijn, maar als dat tot in de haarvaten wordt geïnstitutionaliseerd, verliest zij elke bezieling en neemt Europa – ooit begonnen als groots en visionair Idee – zichzelf niet meer serieus.


De eerste eis aan een EU-president is dat hij gekend moet worden, buiten de Unie, maar óók daarbinnen. Nederlanders kennen Balkenende, maar voorbij Vaals kunnen ze zijn naam niet eens uitspreken. Het is waar dat niemand de president van Zwitserland kent, maar met een half miljard inwoners stelt Europa inmiddels toch iets meer voor. Daarom mag een man met de statuur van Blair niet zomaar worden afgeserveerd. Hij was tien jaar premier van Groot-Brittannië, is in de hele wereld welbekend, begreep het belang van de band met Amerika en had het lef om aan de zijde van een impopulaire president tijdens een omstreden oorlog pal te staan voor westerse waarden als vrijheid en democratie. Natuurlijk voeren velen zijn band met George W. Bush aan als onoverkomelijk bezwaar. Maar de kern van de Europese gedachte is het overwinnen van historische scheidslijnen, en dan is een Brit als EU-president minder gek dan het lijkt. Bedenk ook dat een van de vaders van de Europese gedachte Winston Churchill was. Zonder hem zou het continent in de totalitaire duisternis leven.

Twintig jaar na de val van het IJzeren Gordijn lijkt het mij ook niet verkeerd om een oud-dissident met het morele gezag van Lech Walesa of Vaclav Havel uit te kiezen, al is van de Pool niet veel meer vernomen en verkeert de Tsjech in broze gezondheid. Ook zij staan voor het overwinnen van de schaduwen uit een donker verleden. In die context zou ik nog iemand willen noemen wiens naam nooit valt: Joschka Fischer. Ook hij heeft een Werdegang achter zich, van rebel op gymschoenen van Hongaarse komaf tot politiek leider die de revolutionaire Grünen regierungsfähig maakte en tot gerespecteerd minister van Buitenlandse Zaken van het nieuwe Duitsland uitgroeide. Mannen van zulk kaliber en met zo’n biografie zijn er niet veel. Maar in het huidige Europa vinden ze Jan Peter Balkenende inspirerend genoeg.