Spring naar de content

‘Zwárte zakenvrouw, kom op, ik ben onderneemster’

Ze draait met haar saunabedrijf tien miljoen euro omzet per jaar, met meer dan vijfhonderd bezoekers per dag en driehonderd man personeel. In zes jaar heeft Sherita Narain (1972) van Thermen Holiday veel moeten leren. ‘Ik was een heel naïef meisje vroeger.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Ik had nooit gedacht dat ik een wellnessbedrijf zou opzetten. Het heeft twee jaar geduurd voordat mijn vriend Joop me meekreeg naar de sauna. Ik zei altijd: “Ik ga echt niet in m’n blote kont rondlopen, dat kan ik gewoon niet!” Het stond me tegen, maar hij ging z’n hele leven al naar sauna’s, dus hij bleef vragen: één keertje alsjeblieft. Ik naar binnen, heel voorzichtig met mijn handdoekje om me heen, maar na een uurtje was ik om. Dit was het echt voor mij. Lekker bij de open haard met zo’n dikke badjas aan, haren nat, geen make-up, boek mee. Al snel ging ik twee keer per week, ik kwam altijd helemaal opgeladen thuis.

Ik heb mijn tien jaar oudere halfbroer Tonny benaderd of hij Thermen Holiday met me wilde beginnen. Zes jaar geleden was dat. “O leuk, met m’n kleine zusje,” zei hij. Maar nee, ik wilde het echt op basis van gelijkwaardigheid, ieder vijftig procent van de aandelen en vijftig procent zeggenschap. Ik ben de commercieel directeur, hij is de financieel directeur. Hij zegt dan weleens: “Uiteindelijk draait het altijd om de financiën, dus kan ik inbreken op alles wat we hier doen.” Soms wil hij zaken doordrukken; hij heeft al tien jaar een eigen bedrijf gehad, dus is-ie gewend alleen beslissingen te nemen. Dan moet ik aan de bel trekken. Ik ga geen ruzie met hem maken; als ik een andere zakenpartner had gehad, was ik veel meer op m’n strepen gaan staan. Ik blijf toch het kleine zusje, en hij de grote broer, ook al proberen we het zakelijk te zien. En we zijn echt tegenpolen. Hij is de visionair, met z’n hoofd in de wolken, soms draaft hij daarin te veel door. Ik ben van de details, personeel aansturen, met gasten praten, heel nuchter ben ik. Ik heb soms te veel de neiging om de verantwoordelijkheid van de managers over te nemen, moet meer delegeren.


In het begin was het hier best wel heftig. Ineens sta je met 65 medewerkers in een nieuw bedrijf; ik moest alles nog leren. Elke dag hadden we wel een overstroming, of de saunakachels sloegen niet aan. Inmiddels ben ik net een bouwvakker, epoxyvoeg hier, keerkleppencontrole daar. Ik weet overal van, tot verbazing van mijn broer. Maar als het in het begin te veel werd, reed ik naar mijn moeder; die woonde hier vijf minuten vandaan. Ging ik met mijn hoofd in haar schoot liggen, bij haar kon ik nog het kleine meisje zijn. Terwijl ik altijd heel onafhankelijk ben en trots. Ik regel mijn eigen zaken wel, en ben niet zo’n prater, bij mijn vriend al helemaal niet. Mensen die heel dicht bij me staan wil ik niet opzadelen met mijn problemen. Dat komt denk ik door mijn achtergrond, mijn moeder is ook altijd sterk geweest. De vader van Tonny is doodgestoken toen Tonny twintig dagen oud was. Een broertje is overreden toen hij zes was. En mijn eigen vader overleed op mijn achtste; mijn moeder bleef achter met vijf kleine kinderen. Dat zij toen door kon gaan en altijd voor ons heeft gezorgd, dat is mijn voorbeeld om die kracht te hebben. Ik wilde dat ze trots op me was. En trots was bij haar met hoofdletters. Als ze bij de Edah in de rij stond, zei ze tegen de mensen achter haar: “Kennen jullie Thermen Holiday? Nee? Nou, dat is een sauna- en beautycentrum, daar moeten jullie echt eens naar toe, dat is van mijn dochter en mijn zoon.” Ze is drie jaar geleden overleden, maar ze is nog steeds mijn inspiratiebron.

Sinds kort hebben we naast het complex in Schiedam ook een bestaande kleinere, luxe sauna in Zuidwolde overgenomen. En we zijn bezig met de vestiging van een derde wellnessresort in Hoofddorp. Ondanks deze lastige tijd is het ons gelukt de financiering van 25 miljoen euro hiervoor rond te krijgen. Het wordt een megasauna op vijf hectare grond. We gaan daar verschillende werelden creëren. In het Thailand-gedeelte maken we een jungle met sawa’s en aan een andere kant hebben we IJsland, waar lava-landschappen worden opgespoten, en ijsmeren. Het is ongekend voor Nederland wat we daar willen doen, ongekend voor Europa ook.


De gedachte dat het een risico is, elimineer ik in mijn hoofd. Ik hoor van veel mensen: “Sherita, het is 25 miljoen, en weer zoveel medewerkers, moet je dat wel doen?” Maar of het nou om 25 man of vijfhonderd man personeel gaat, ik steek er dezelfde moeite in. Ik moet die uren aanwezig zijn, ik moet het opzetten. En wellness is zo’n hype, dat gaat niet voorbij. We merken het in Schiedam en Zuidwolde ook: de gasten blijven komen, maar ze besteden minder door de crisis. In plaats van dat ze twee keer aten, lunchbuffet en diner, nemen ze alleen nog maar het buffet. En dan is het aan ons om op een heel creatieve manier te zorgen dat de gasten een scrubzoutje meenemen aan de balie beneden. Laatst hadden we een bak met hammamzeep staan; nou, het is niet normaal hoeveel daarvan verkocht wordt. Qua inkoop kost dat ons heel weinig, maar je pakt toch weer een paar euro verschil zo. Dat spelletje met de gast vind ik leuk.

Dat ik in 2007 Zwarte Zakenvrouw van het Jaar werd, heeft ongekend veel voor me gedaan. Ik zit bij Maria van der Hoeven aan tafel, ben bij de Speakers Academy als spreker, geef lezingen. Een jaar eerder werd ik al benaderd, maar ik heb daar voor bedankt, dat was niks voor mij. Zwárte zakenvrouw, kom op, ik ben onderneemster. Het jaar erop belden ze weer. De burgemeester had mijn naam genoemd, de Kamer van Koophandel. Bij Zakenvrouw van het Jaar is de grens 20 miljoen euro omzet, dat is best wel heftig. Bij Zwarte Zakenvrouw van het Jaar moet je een aantal jaren winstgevend zijn geweest, ambitieus zijn, opvallen. Ze willen laten zien dat er ook allochtone vrouwen zijn die een voorbeeldfunctie hebben. En ja, ik ben op m’n derde naar Nederland gekomen en allebei m’n ouders zijn hindoestaans. Maar het is wel mijn doelstelling om ooit nog Zakenvrouw van het Jaar te worden.


Sinds veertien jaar ben ik samen met Joop. Hij is ongelooflijk op zijn manier, staat helemaal op de achtergrond en zorgt ervoor dat ik alles kan doen om op de voorgrond te komen. Ik leerde hem kennen op zijn sportschool, daar had ik karateles van hem. Zwarte band heb ik gehaald, maar dat examen heb ik wel bij een concurrerende sportschool gedaan. Ik wilde die band krijgen omdat ik goed was, en niet omdat ik het vriendinnetje was van de leraar. Ja, daarin was ik heel principieel. Ik had rond mijn achttiende ook enorme discussies met mijn broer. Dan zei hij: “Jij krijgt ook dingen voor elkaar omdat je een leuk koppie hebt.” Ik werd dan zó boos. Nu ben ik 37, en in de afgelopen jaren heb ik wel gezien dat het kan helpen. Het is net het opstapje, maar als je zaken gaat doen, moet je wel weten waar je het over hebt.

Ik was vroeger wel een heel naïef meisje hoor, heel idealistisch. Ik dacht echt: je krijgt iets voor elkaar omdat je je zaken op orde hebt. Uiterlijk speelt absoluut niet mee en niemand liegt en onze gasten stelen niet. Nou, ik heb de afgelopen jaren wel gezien dat het anders is. Mijn moeder maakte zich er vroeger wel zorgen om; ik vond iedereen lief en wilde iedereen helpen. De afgelopen zes jaar heb ik moeten leren om veel duidelijker te worden.