Spring naar de content

Schatje van de grachtengordel

In 1993 begon een Afrikaanse asielzoekster in een Nederlandse caravan aan een onstuimige carrière. Toen ze in 2006 weer vertrok, had ze heilige huisjes omvergetrokken, gewone en prominente Nederlanders op de kast gejaagd en een kabinet opgeblazen. Alies Pegtel reconstrueerde in 2007 aan de hand van talrijke bronnen en interviews het fenomeen Ayaan Hirsi Ali. Uit haar serie: Schatje van de grachtengordel.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Na de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 was het politieke klimaat verhard. Ayaan Hirsi Ali was niet bang om te zeggen wat zij dacht. Vrienden en bekenden schreven haar onverzettelijkheid wel toe aan haar Somalische afkomst. “Zij heeft me weleens met een stralende lach verteld: Bibi, jullie zijn te soft, je moet over je grenzen heen, anders bereik je niet wat je wilt,” schrijft voormalig VVD-vicefractievoorzitter Bibi de Vries in haar boek Haagse taferelen.

In september 2002, een jaar na de aanslagen van 11/9, stroomden de inter- viewaanvragen bij Hirsi Ali binnen. Op 5 september 2002 zei ze op de radio in navolging van Fortuyn dat de islam ‘op bepaalde punten achterlijk’ is. Ze had het momentum mee: terwijl de homofiele professor Fortuyn door het Paarse establishment om zijn islamkritiek was verketterd, werd de zwarte ex-moslima Hirsi Ali een paar maanden later alom een veelgevraagd spreekster.

Op 11 september sprak zij tijdens een debat in Felix Meritis in Amsterdam, waar Felix Rottenberg de debatleider was. Niemand had er vanzelfsprekend een idee van dat Rottenberg zich had opgeworpen om een huis voor Hirsi Ali te zoeken, maar ‘het viel wel op dat Rottenberg erg op haar hand was’, zegt het Rotterdamse VVD-gemeenteraadslid Mark Harbers, een van de andere sprekers. Zelf vond Harbers de standpunten van deze medewerkster van de Wiardi Beckman Stichting (WBS) ook erg ‘verfrissend’. “Na afloop hebben we kaartjes uitgewisseld. Toen zei ik: ‘Wat doe je eigenlijk bij de PvdA? Jij bent een echte liberaal.'”

Nadat ze die middag in Utrecht aan een tweede discussie had deelgenomen over de islam en de multiculturele samenleving, zou Hirsi Ali die avond van de elfde september te gast zijn in de talkshow Barend & Van Dorp. Maar vóór haar komst kwam op de redactie een dreigtelefoontje binnen.


Frits Barend zou daar later over schrijven in de bundel Brieven aan Ayaan: “Ayaan, ik herinner me nog de eerste aan ons beiden gerichte bedreiging in 2002. Dat was geen moslimfanaat maar een oudere Hollandse autochtoon, zo’n keurige Nederlander. Wij allen, mijn familie, jij en ik, moesten vrezen voor ons leven als ik die avond jou, moslim, als gast in onze uitzending zou uitnodigen. Het was een laatste waarschuwing.”

Frits Barend en Henk van Dorp, die in december 2000 voor hun uitzending in elkaar waren geslagen door Hells Angels, stuurden voor de zekerheid twee bodyguards om Hirsi Ali naar de studio te begeleiden.

Heel uitzonderlijk was een dreigement in die dagen overigens niet. Na de moord op Fortuyn ontvingen uiteenlopende mensen, onder wie Katja Schuurman, Guus Hiddink en Mat Herben, per post kogels. Het bleek achteraf te gaan om de kogelbriefschrijver die in 2004 werd opgepakt. Niet opgehelderd werden dreigementen die toen ernstiger leken: PvdA’er Ad Melkert kreeg een doorgeladen pistool opgestuurd, en GroenLinks-leider Paul Rosenmöller en zijn gezin werden maandenlang streng beveiligd, omdat hij per post dreigementen had gekregen.

Ook op de redactie van Barend & Van Dorp waren sinds de moord op Fortuyn zeker ‘drie vreemde meldingen’ binnengekomen, verklaarde een woordvoerder van RTL 4 achteraf in NRC Handelsblad. Het zal een reden zijn geweest waarom Frits Barend en Hirsi Ali het telefoontje op 11 september 2002 niet heel erg serieus namen. Barend: “We moesten tot verbazing van de meeluisterende politie lachen toen we ‘s nachts om twee uur de stem van de bedreiger hoorden.”


De dag na Barend & Van Dorp zou Hirsi Ali weer op de tv te zien zijn in het NCRV-praatprogramma Rondom Tien. Hassan Evrengun was een van de redacteuren die in de uitzending ‘een nieuw moslimgeluid’ wilden laten horen. Met een collega voerde hij in Leiden een voorgesprek met WBS-medewerkster Hirsi Ali. Zoals op meer mensen maakte ze op Evrengun een verlegen indruk. “Ayaan was wel heel open; ze vertelde dat het zo lastig was om iedere dag van Leiden naar Amsterdam te reizen. Spontaan zei mijn collega: ‘Ik ga op vakantie, je kunt wel in mijn huis in Amsterdam.’ En ik zei: ‘Daarna ga ik op vakantie, dan zou je in mijn huis kunnen.'”

De uitzending van Rondom Tien op 12 september zou de geschiedenis ingaan als tumultueus. In het vuur van de discussie deed de ogenschijnlijk bedeesde Hirsi Ali een harde uitspraak over de islam. “Het is mijn geloof ook, en als ik dat achterlijk wil noemen, dan doe ik dat.”

Haar opponenten, Mohammed Cheppih van de Moslim Wereld Liga en publicist Ali Eddaoudi, reageerden woedend. Eddaoudi beende boos de studie uit: hij vond dat Hirsi Ali als afvallige moslima geen recht van spreken meer had om de islam te bekritiseren. Na de uitzending ontving de redactie van Rondom Tien ruim tweeduizend e-mails, waarin Hirsi Ali, maar ook de Pakistaanse schrijfster Naema Tahir, die naast haar zat, werden bedreigd. Tahir besloot de publiciteit daarna te mijden.

Twee dagen na de uitzending kreeg Hirsi Ali filmmaakster Karin Schagen op bezoek. Voor het portret Door het leven wilde Schagen met Hirsi Ali naar haar vader in Londen. Maar toen Schagen hem op 15 september belde, zei Hirsi Magan dat hij niet langer aan de film wilde meewerken. Hij waarschuwde dat hij door Somaliërs in Italië en Zweden was gebeld over zijn dochter. “She’s in danger of being assassinated,” zei hij tegen Schagen, die het gesprek op band opnam. De dreiging zou volgens zijn informatie komen uit Noord-Afrikaanse kringen.


De volgende ochtend belde Hirsi Ali zelf met haar vader. In haar Elsevier-dagboek schreef ze: “Hij wil dat ik stop, trouw, en kinderen krijg.” Met draaiende camera deden Schagen en Hirsi Ali later die dag aangifte van de bedreigingen.

Jaffe Vink, chef van het Trouw-katern Letter & Geest, maakte zich onmiddellijk grote zorgen, en hij belde Paul Scheffer en vroeg of die Hirsi Ali’s baas Paul Kalma van de WBS wilde vragen voor haar beveiliging te zorgen. Kalma organiseerde ‘s avonds een vergadering met de WBS, waar ook curatorium-voorzitter Job Cohen aanwezig was, die indringend aan Hirsi Ali vroeg of ze wel wist ‘waar ze aan begonnen was’.

De volgende dag werd Hirsi Ali gebeld door de Leidse politie. Op instructie van het Nationaal Coördinatiecentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken kreeg ze het advies niet langer thuis te slapen, schreef NRC Handelsblad later in een reconstructie. Hatemails en dreigementen op internet werden onderzocht. De belangrijkste reden om de bedreigingen zeer ernstig te nemen, was de bandopname waarop de vader van Hirsi Ali zei dat zijn dochter risico liep vermoord te worden. De politie slaagde er alleen niet in Hirsi Ali’s vader zelf te spreken te krijgen, zei een Haagse persofficier later in NRC Handelsblad, omdat Hirsi Magan weigerde aan de telefoon te komen.

De politie adviseerde Hirsi Ali het nieuws over de dreigementen voor zich te houden, maar door haar eigen toedoen lekte het uit naar de pers. Een eerder gemaakte afspraak met de Volkskrant zei ze af met de ontboezeming ‘dat zij werd bedreigd’. Ze had moeite om erover te zwijgen: ze was ‘woedend’ omdat zij in ‘haar vrijheid van mening werd beknot’.


‘Leven ex-moslima bedreigd’, schreef de Volkskrant de volgende dag, 18 september. ‘Kritische Hirsi Ali met dood bedreigd’, kopte Trouw, en Het Parool: ‘Somalische met dood bedreigd na kritiek’. Kalma, die op advies van de politie niet met het nieuws naar buiten had willen treden, zag zich genoodzaakt in een persbericht de dreigementen te bevestigen.

Vriendin Geeske Wildeman, bij wie Hirsi Ali ook een nacht logeerde, herinnert zich de episode als ‘surrealistisch’. “Ik weet nog dat we ‘s avonds met een bord eten voor de tv zaten en hoorden dat Ayaan had moeten onderduiken. We werden er een beetje giechelig van; met een gehaktbal op schoot konden we ons eigenlijk niet voorstellen dat ze het over ons hadden.”

Door de overweldigende persaandacht kreeg het nieuws een eigen dynamiek. De bedreigingen aan Hirsi Ali leken te fungeren als katalysator in het debat over de moeizame integratie van moslims. Ineens kwamen er hevige emoties los; mensen kozen hardop partij in een kwestie die ‘het recht op vrije meningsuiting’ ging heten.

Intellectuelen buitelden over elkaar heen met steunbetuigingen die zo’n beetje de vorm kregen van liefdesverklaringen. Trouw-columnist Sylvain Ephimenco bekende Hirsi Ali op 19 september zijn ‘intellectuele verliefdheid’; hij was ‘verslaafd’ geraakt aan haar ‘veelvuldige verschijningen in de audiovisuele media’.

“Waarbij ik moet aantekenen dat uw scherpe, analytische vermogen, uw heldere uiteenzettingen en dappere positioneringen in de discussie over de islam niet onderdoen voor uw stralende glimlach en de charmante glinstering in uw ogen.” Afshin Ellian beschreef haar op 21 september in Trouw als ‘deze pracht en trots die in de duisternis van de islam een weg baant naar het licht’.


Vrouwelijke fans lieten zich evenmin onbetuigd. Opzij plaatste een advertentie. Uitgeefster Tilly Hermans, die een bundel van Hirsi Ali wilde uitgeven, belde auteurs voor een steunbetuiging. Dit initiatief werd gekopieerd op internet met sites als steunayaanhirsiali.nl of steunayaan.org. Zeventien moslimorganisaties verklaarden dat ze Hirsi Ali’s standpunten niet deelden, maar dat ze haar recht op vrije meningsuiting verdedigden.

Kritiek was er ook van moslimzijde. PvdA’er Ahmed Aboutaleb, toen directeur van het multicultureel instituut Forum, in 2007 wethouder van Amsterdam, zei op 22 september tijdens een manifestatie in Paradiso, waar Hirsi Ali vanwege de bedreigingen verstek liet gaan: “Het is moeilijk om binnen de groep te blijven en de discussie aan te gaan. Het is makkelijker je uit de groep terug te trekken, roepen dat je ex-moslim bent, vervolgens stevig in het nest pissen en ook nog verwachten dat je als gesprekspartner volledig wordt geaccepteerd.”

Aboutalebs partijgenoot Felix Rottenberg nam het juist voor haar op. In Het Parool scheef hij dat de PvdA het moorddreigement aan Hirsi Ali alleen ‘plichtmatig’ had gehekeld. “Terwijl die de basis had kunnen zijn voor een, desnoods geïmproviseerde, verhandeling over de wijze waarop alle heikele kwesties van migratie en asielpolitiek, islam, de rol van de moskee en de blinde ogen van de PvdA tegemoet getreden worden.”

Alle lof werd sommige Ayaan-aanhangers iets te veel. Een week na bekendwording van de bedreigingen schreef Parool- columnist John Jansen van Galen dat hij zelf weliswaar had beweerd dat in Hirsi Ali ‘de nieuwe Jan Schaefer was opgestaan’, maar de ‘verheerlijking’ van haar ‘durf, intelligentie en schoonheid’ ging de perken te buiten. Blijkbaar waren wij Nederlanders zo blij ‘dat iemand van islamitische huize’ inging tegen het ‘weekmakend begrip voor de islam’ dat haar deugden werden opgeblazen tot bovenmenselijke proporties.


Geen mens bleef onverschillig onder Hirsi Ali’s situatie. Hoogleraar Margo Trappenburg: “Ik vond het vreselijk en heb nog overwogen of ze bij ons in huis kon.” Maar haar voormalige Leidse docent methoden en technieken, Huib Pellikaan, had haar al onderdak aangeboden. Pellikaan en Hirsi Ali spraken elkaar in die dagen regelmatig over een bijdrage die zij zou leveren aan een bundel over de multiculturele samenleving, waarover hij de redactie voerde. Toen Hirsi Ali hem vertelde dat ze bedreigd werd, zei Pellikaan meteen dat ze bij hem terecht kon. Zijn huis was praktisch gelegen in de grachtengordel van Amsterdam op vierhonderd meter afstand van het WBS-kantoor aan de Herengracht.

Pellikaan nam zijn taak als beschermheer uiterst serieus omdat hij ‘parallellen zag met de Rushdie-affaire’. ‘s Ochtends en ‘s avonds begeleidde hij te voet Hirsi Ali naar het WBS-kantoor. Om indruk te maken als lijfwacht schoor hij zijn hoofd kaal. “Op een zeker moment dacht ik wel: dit is te gek,” zegt Pellikaan. “Een jochie op een scooter kan ik de baas, verder stel ik als bodyguard natuurlijk weinig voor. Ik belde Paul Kalma, en hij was het met me eens. Die man verdient een standbeeld voor hoe hij met de situatie is omgegaan.”

Kalma besloot op 18 september voor de zekerheid particuliere bescherming in te huren. Via de redactie van Barend & Van Dorp schakelde de noodlijdende WBS twee bodyguards in voor vijftig euro per uur per persoon om Hirsi Ali te beschermen.

Naar later zou blijken, namen diverse prominenten onder wie Job Cohen, Bram Peper en toenmalig PvdA-partijvoorzitter Ruud Koole contact op met de ministers Johan Remkes (Binnenlandse Zaken) en Piet Hein Donner (Justitie) over de bescherming van Hirsi Ali. Remkes en Donner schreven op 1 oktober in antwoord op Kamervragen dat een dreigingsanalyse van de AIVD op 20 september aanleiding gaf tot ‘grote zorg voor haar veiligheid’. Omdat er inmiddels ‘adequate maatregelen waren getroffen’ zagen de bewindslieden geen reden om haar permanente beveiliging te bieden – tussen de particuliere beveiligers die waren ingehuurd door haar werkgever en de regionale politiekorpsen waren ‘duidelijke afspraken gemaakt’. Dat Hirsi Ali geen politica was, speelde ‘geen rol’ bij de beslissing haar niet vanuit de overheid te beschermen.


Huib Pellikaan had verwacht dat hij zijn gast tijdens haar onderduik beter zou leren kennen. Maar Hirsi Ali had amper tijd voor hem. “We ontbeten wel samen, al at Ayaan eigenlijk alleen dadels en druiven. Ze dronk vooral liters koffie.” Het had wel iets bijzonders, vond hij. “De hele wereld was naar haar op zoek en zij zat bij mij aan de ontbijttafel.”

Pellikaan herinnert zich ook dat Hirsi Ali uren aan de telefoon hing. “Geen idee met wie ze allemaal sprak, in ieder geval met journalisten, die mij dan weer belden als zij haar niet te pakken kregen.” Behalve dat iedereen haar telefoonnummer had, ging Hirsi Ali iedere avond de deur uit, zegt Pellikaan. Hij maakte zich zorgen. “Ze zei wel hoe laat ze thuis zou zijn, maar niet waar ze naartoe ging.”

Een van de personen die haar spontaan opzochten, was Felix Rottenberg. Omdat hij wist dat Hirsi Ali problemen had met haar huisvesting, bezocht hij haar bij de WBS, zegt hij. “Ayaan zat daar in een klein zolderkamertje en ze leek tamelijk wanhopig te midden van alle commotie. Ik ben met haar naar Stadsherstel gegaan en we hebben twee huuretages bekeken.”

Een andere persoon die zijn steun bood, was Leon de Winter. De Winter schreef later in Trouw dat hij Hirsi Ali had gebeld omdat zij indruk op hem maakte. “Na de geëxalteerde retoriek van Fortuyn klonk nu de bedachtzame stem van een vrouw die vier Afrikaanse oorlogen had doorstaan.”

Op zondagavond 22 september dineerde Hirsi Ali met De Winter en zijn echtgenote Jessica Durlacher in het Amsterdamse Hilton Hotel. Jaffe Vink was er met zijn echtgenote ook. Wat daar precies gebeurde, weet Pellikaan nog altijd niet, maar hij vertelt dat Hirsi Ali plots van tafel werd weggerukt door haar beveiligers. Met razende spoed scheurden ze naar Leiden. “Achteraf hoorde ik dat er buiten het Hilton verdachte jongeren waren gesignaleerd met een islamitisch uiterlijk,” zegt Pellikaan. “Maar hé, dit is Amsterdam. Ik vermoed dat alle paniek voor niets was: niemand wist dat Ayaan die avond in het Hilton was, zelfs ik niet.”


Inmiddels had De Winter besloten actie te ondernemen. Het leek hem beter dat Hirsi Ali even zou vertrekken uit de Amsterdamse grachtengordel en zou bijkomen in een appartement in Santa Monica in Californië, waar hij zelf ook wel verbleef. De Winter belde zijn vriend Harry van den Bergh, die als voorzitter van VluchtelingenWerk Nederland in de positie was om zich te ontfermen over de bekendste vluchtelinge van het land. De mannen sloegen hun adresboekjes open om geld in te zamelen.

Van den Bergh zegt nu: “Ik vond het een schande dat Ayaan werd bedreigd. Ik gunde haar de mogelijkheid om in alle rust in de Verenigde Staten haar talenten te ontplooien. Omdat ze wilde promoveren, was ik ook bezig met een studiebeurs zodat ze een jaar kon studeren bij de islamcriticus Bernard Lewis. Dat plan was in een vergevorderd stadium.”

Maar Van den Bergh wist niet dat Felix Rottenberg die zomer al contact had gelegd met Abram de Swaan voor een promotieplek in Nederland. En hij wist ook niet dat Pellikaan met Hirsi Ali had afgesproken om in oktober naar Harvard te reizen zodat hij haar aan zijn voormalige promotor kon voorstellen, bij wie zij misschien kon promoveren.

Volgens haar ex-vriend Marco van Kerkhoven verzamelde Hirsi Ali in korte tijd ‘een harem aan adviseurs’. Mannen van middelbare leeftijd gingen spontaan met haar aan de haal omdat ze bij iedereen te rade ging: moest ze verder in de wetenschap of in de politiek?

Tegen Pellikaan zei Hirsi Ali dat ze overwoog om zich verkiesbaar te stellen als leider van de PvdA. Nu de lijsttrekker toch gekozen zou worden, kon ze dat best proberen. “Ik zei dat ze geen schijn van kans maakte,” zegt Pellikaan. “Dat vond Ayaan vervelend; ze kan niet goed tegen kritiek.”


Zij nam ook contact op met haar voormalige Leidse hoogleraar Bart Tromp (die in 2007 overleed – red.). Op maandag 30 september bezocht ze hem in Leiden. “Het was de eerste keer dat Ayaan binnenkwam met lijfwachten,” aldus Tromp. “Ze vroeg me om advies: hoe zou ze haar ideeën verder kunnen uitdragen binnen de PvdA?” Tromp kwam op het idee dat ze de fractie in de Tweede Kamer eens zou kunnen ontmoeten en hij belde daarom toenmalig PvdA-fractievoorzitster Jeltje van Nieuwenhoven. “Jeltje zei onmiddellijk dat Ayaan van harte welkom was om langs te komen op woensdag 2 oktober. Dat had wel te maken met Ayaans bijzondere situatie, want het is zeer ongebruikelijk dat een beginnend wetenschapster van de WBS wordt ontvangen door de voltallige fractie.”

Wat Tromp weer niet wist, was dat Hirsi Ali via Opzij-hoofdredacteur Cisca Dresselhuys een dag eerder in contact was gebracht met VVD-leider Gerrit Zalm. Vanuit huize Pellikaan was Hirsi Ali op zondagmiddag 29 september op bezoek gegaan bij Dresselhuys in Hilversum. Daar had ze een ontmoeting met de toenmalige LPF-staatssecretaris van emancipatiezaken Khee Liang Phoa.

Gastvrouw Dresselhuys viel het op dat op haar tuinpad ‘twee nogal amateuristische bewakers zeer opvallend stonden te bewaken’. Dresselhuys: “Die zondagmiddag heb ik Gerrit Zalm gebeld omdat hij de enige politicus was die ik goed genoeg kende om betere en meer professionele bewaking voor Ayaan te durven vragen.” Zalm maakte met Hirsi Ali de afspraak om elkaar te ontmoeten op 2 oktober, als ze toch in Den Haag zou zijn om de PvdA-fractie toe te spreken.

In het begin van diezelfde week kreeg Hirsi Ali op haar onderduikadres bezoek. Journaliste Pauline Sinnema stond op de stoep. Als voormalig Opzij-columniste, die al jaren over de vrouwenzaak schreef, was Sinnema net als zovelen woedend over de bedreigingen. “Een aantal vrouwen in Brabant wilde een kring vormen om Ayaan met hun lichamen te beschermen,” zegt Sinnema. “Ik wilde me bij die vrouwen aansluiten; daarom belde ik Cisca Dresselhuys, of zij er meer van wist. Cisca gaf me het telefoonnummer van Ayaan en die heb ik toen gebeld.”


Toen Sinnema vroeg of ze ‘iets voor haar kon doen’, zei Hirsi Ali verlegen dat ze zo’n honger had. “Wil je een broodje voor me halen?” Sinnema: “Ik vond dat heel vertederend.”

Behalve met een broodje kon Sinnema ook op een andere manier helpen. Hirsi Ali vertelde dat ze een paar dagen later was uitgenodigd door de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, maar door alle hectiek had ze geen tijd om een speech te schrijven. Sinnema: “Ik wist dat we over de positie van moslimvrouwen precies op dezelfde lijn zaten. Ik zei: ‘Ik zet wel wat voor je op papier.'”

Pellikaan herinnert zich dat Sinnema in zijn huis achter de computer kroop. Volgens Pellikaan, die zelf ‘ook nog naar de voordracht keek’, was Hirsi Ali amper bij de totstandkoming van het stuk betrokken. “Ayaan had het veel te druk met telefoneren,” zegt hij.

De avond voor haar bezoek aan de PvdA-fractie had Hirsi Ali afgesproken om te eten in restaurant Pier 10, een afspraak die weken eerder was gemaakt voor de documentaire van Eveline van Dijck. Theodor Holman was daar intussen ook bij betrokken geraakt. Omwille van de privacy wilde Hirsi Ali haar lijfwachten thuislaten. Dat vond Pellikaan onverantwoord. “Ayaan moest van mij thuisblijven om haar speech te repeteren.” Hirsi Ali bleef binnen, maar nodigde Van Dijck uit om op haar onderduikadres te filmen. Holman en haar ex-vriend Van Kerkhoven waren er ook; de sfeer was nogal lacherig. “Maar dat kwam ook door de zenuwen,” zegt Van Dijck.

De volgende middag, op 2 oktober, wachtte Bart Tromp Hirsi Ali om half vijf op op het Binnenhof. Daar hoorde hij van haar dat ze net een ontmoeting had gehad met Gerrit Zalm. “Ik vond dat wel vreemd,” aldus Tromp, “maar ik nam aan dat het over haar beveiliging ging. Ik heb er niet verder naar gevraagd.” Ook Paul Kalma en Margo Trappenburg waren meegekomen naar Den Haag. “Ayaan was bang dat de hele fractie over haar heen zou vallen. Ze had mij gevraagd om haar te steunen,” zegt Trappenburg.


Hirsi Ali droeg het verhaal voor dat journaliste Sinnema had geschreven. ‘De PvdA onderschat het lijden van moslimvrouwen’ was de titel van de speech, die begint met de zin: “Tien jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen.” Tromp en Trappenburg zijn achteraf verbaasd dat Hirsi Ali het verhaal niet zelf schreef. Trappenburg: “Ik weet dat politici hun stukken wel door anderen laten schrijven, maar ik zag Ayaan toen nog als een WBS-medewerkster, en dan verwacht je dat niet.” Tromp: “Toen ze een uitgetikte voordracht uit haar tas haalde, was ik verrast: die heeft zich snel grondig voorbereid, dacht ik. Het was niet afgesproken dat zij een echt praatje zou houden.”

Hirsi Ali’s kritiek was niet mals. “Wat mij ernstig verontrust, is dat de PvdA vrouwen en meisjes van moslimafkomst lijkt te beschouwen als tweederangs burgers.” En over democratie, rechtsstaat en vrije meningsuiting zei ze: “Tot mijn verbijstering merk ik: jullie relativeren dat allemaal weg.” Haar vrees om afgemaakt te worden, bleek volgens Trappenburg onterecht. “De fractie was heel geïnteresseerd en er ontstond een levendige discussie.” Tromp: “De bijeenkomst liep zo uit dat ik helaas Madama Butterfly miste, de opera die ik die avond zou zien.”

Twee dagen later, op 4 oktober, stond het stuk ‘PvdA onderschat het lijden van moslimvrouwen’ afgedrukt in NRC Handelsblad, die volgens het onderschrift ‘de hand op de tekst had weten te leggen’. Sinnema’s naam als auteur bleef onvermeld. “Uiteraard,” zegt Sinnema. “Een speechschrijver is inwisselbaar, Ayaan niet. Waar het om gaat is dat het stuk er zonder haar nooit was gekomen. Bovendien had ik op dat moment enorme ruzie met mijn hoofdredacteur van Het Parool, die vond dat ik te kritisch over moslims schreef. Dus ik zag de humor er wel van in dat het nu in de NRC stond.”


Hirsi Ali’s idealen maakten indruk op Nederlandse vrouwen. Op zondag 6 oktober zaten VVD’er Neelie Kroes, PvdA’er Margreeth de Boer en CDA’er Gerda Verburg in het programma Buitenhof. Het gesprek ging erover dat meer vrouwen in de politiek moesten treden en aan het einde van de uitzending deed Kroes ineens een oproep: of alle vrouwelijke kijkers een kaartje naar de redactie wilden sturen met de tekst ‘een stem voor Ayaan Hirsi Ali’.

Gesterkt door de briefkaartenactie schoof Hirsi Ali die zondagavond aan tafel bij het schrijversechtpaar De Winter en Durlacher in Bloemendaal. Er was een afscheidsetentje voor haar georganiseerd omdat zij dinsdag 8 oktober zou vertrekken naar Los Angeles. Jaffe Vink en Harry van den Bergh en hun echtgenotes waren er ook. Het gesprek ging weer over de toekomst van Hirsi Ali. Tot zij volgens Van den Bergh ‘ineens vertelde dat Gerrit Zalm haar eerder die week een politieke carrière bij de VVD in het vooruitzicht had gesteld’.

“Wij keken ervan op, maar de tafel kwam tot de slotsom dat het nog te vroeg was voor Ayaan om de politiek in te gaan. We vonden dat ze eerst nog een jaar moest studeren om haar ideeën te laten rijpen.” Hirsi Ali leek het er helemaal mee eens. “Op geen enkele manier liet Ayaan die avond blijken dat ze Zalms voorstel serieus overwoog,” zegt Van den Bergh.

Toen Hirsi Ali naar de Verenigde Staten vertrok, was er voldoende geld ingezameld om haar daar een paar maanden te onderhouden. Leon de Winter zegt over haar vertrek: “We hadden zoiets van: meisje, het ga je goed. Blijf in Amerika, ga lekker studeren en stuur nog ‘ns een kaartje als je gaat trouwen.”


Het fonds van De Winter en Van den Bergh was opgegaan in een grotere pot met 25.000 euro die werd beheerd door de WBS via de stichting ‘Fonds Ayaan Hirsi’. Paul Scheffer en Amnesty-voorzitter Lilian Gonçalves zaten in het stichtingsbestuur, evenals Van den Bergh, die penningmeester was.

In Trouw zou Leon de Winter later schrijven dat er rond Hirsi Ali ‘een autonome publiciteitsgolf’ was ontstaan die zij ‘gezocht noch geïnitieerd, gewenst noch gehoopt had’. De dag nadat ze vertrokken was, leek die publiciteit zich tegen haar te keren. In Vrij Nederland verscheen op 9 oktober het stuk ‘Tussen bedreigen en bedriegen’. Op grond van gesprekken met Somaliërs en een verklaring van haar vader trok het opinieblad de ernst van de bedreigingen in twijfel. De vergelijking werd gemaakt met politica Tara Singh Varma, die had gefantaseerd dat ze ongeneeslijk ziek was.

Leon de Winter reageerde furieus met een open brief: “Iemand die in de toekomst een paar van de explosiefste thema’s in ons land hanteerbaar moet zien te maken, heeft u door scoopgeilheid en losse journalistieke mores proberen te verminken.” Journaliste Elma Verhey moest zich verantwoorden in het tv-programma De leugen regeert. Tegenover zich vond zij VVD’er Neelie Kroes, die het opnam voor de uitgeweken PvdA’ster.

Getrouw haar gewoonte spontaan prominenten te bellen, besloot Hirsi Ali Kroes, die ze niet kende, vanuit Amerika te bedanken. Toeval of niet, dit deed ze volgens haar dagboeknotities in Elsevier op 17 oktober, de dag nadat in Nederland het kabinet-Balkenende I was gevallen vanwege ruzie tussen de LPF-ministers Herman Heinsbroek en Eduard Bomhoff. Kroes vertelde in het boek In godsnaam dat een lang telefoongesprek volgde over Hirsi Ali’s toekomst. “Ze zat daar met een koffertje spullen, maar had geen idee hoe ze terug moest komen.”


Het ANP berichtte later dat Zalm voor haar vertrek naar Amerika uitvoerig met Hirsi Ali had gesproken, en dat hij zich toen al had afgevraagd wat ‘zij met haar ideeën bij de PvdA deed’. Daarna had de VVD Hirsi Ali op ‘subtiele manier’ gepolst, vertelde Zalm – de contacten liepen via Neelie Kroes. In haar dagboek schreef Hirsi Ali dat Kroes haar beloofde: “Bij de VVD krijg je de ruimte en kom je op de kandidatenlijst.”

Terwijl de PvdA’ers volgens eigen zeggen uit prudentie afstand hielden om Hirsi Ali rust te gunnen, zocht Kroes persoonlijk contact. Zij stelde Hirsi Ali voor om haar zoon in San Francisco te bezoeken en ze vloog daar zelf ook naartoe.

“Dat een partijbaron als Neelie Kroes haar persoonlijk opzocht, maakte vanzelfsprekend grote indruk op Ayaan,” zegt Leon de Winter. “Zo’n Paul Kalma heeft zich uitstekend opgesteld, maar om nu te zeggen dat de PvdA als een kordon om haar heen is gaan staan – welnee, er waren een paar loslopende individuen die haar steunden, maar de partij als geheel had moeten zeggen: ‘De veiligheid van dat meisje is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.'”

Kroes spotte volgens De Winter ‘feilloos’ Hirsi Ali’s ‘unieke politieke talent’, en zij wist hoe ze moest omgaan met een ‘natural star’. “Stel je voor, Ayaan had even midden in de spotlights gestaan, en ineens zat ze moederziel alleen in Los Angeles. Dan word je gebeld door Neelie Kroes: ‘We moeten eens praten.’ Niet zomaar in een donkerbruin kroegje ergens achteraf, maar in een chic restaurant midden in San Francisco. Dat is spannend, dat is verleidelijk, de persoonlijke aandacht gaf haar idealen urgentie; zo heeft Neelie Ayaan voor de VVD gewonnen.”


Harry van den Bergh hoorde in de loop van oktober van zijn vriend De Winter dat Hirsi Ali overwoog om naar de VVD te gaan. “Ik kon het niet geloven,” zegt Van den Bergh, “ik belde Ayaan meteen op.” Zij bezwoer hem dat het niet waar was. “Maar een paar dagen later,” zegt hij, “hoorde ik dat er een artikel voor NRC Handelsblad ‘in de maak’ was. Daarin zou Ayaan haar overstap naar de VVD bekendmaken. Ik belde, ze ontkende opnieuw, maar gaf toen toe. Toen zei ik: ‘Ayaan, dan lijkt het me onnodig dat je verder op kosten van de aparte WBS-stichting ‘Fonds Ayaan Hirsi’ in de Verenigde Staten verblijft.'” Volgens Van den Bergh sprak ze toen de ‘historische woorden’: “Oké, ik kom terug, maar ik ga eerst op vakantie naar Hawaï.” Onthutst: “En toen is Ayaan op onze kosten ook nog naar Hawaï gegaan.”

In hun gesprek had Van den Bergh haar gezegd dat hij PvdA-voorzitter Ruud Koole zou inlichten. Tot zijn verbijstering kreeg hij daarna een woedende Neelie Kroes aan de telefoon. “Ik geloof dat ik nog nooit zo ben uitgescholden,” zegt Van den Bergh. “Neelie was woest. Ayaans overstap mocht niet bekend worden voor de publicatie in de krant, dus of ik het maar geheim wilde houden.”

Omdat het nieuws dreigde uit te lekken, drukte NRC Handelsblad Hirsi Ali’s statement volgens Van den Bergh eerder af dan de bedoeling was. Op 31 oktober, ruim drie weken na haar vertrek naar de VS, verscheen het stuk ‘Waarom ik de VVD verkies boven de PvdA’. Hierin excuseerde Hirsi Ali zich tegenover Kalma en Koole, maar ze zei dat de PvdA ‘min of meer is gegijzeld door aanhangers van het multiculturalisme enerzijds en moslimconservatisme anderzijds’, waardoor er van de partij ‘omtrent het integratievraagstuk niet veel te verwachten valt’. Volgens Van den Bergh was het stuk geschreven door Bram Peper, toenmalig echtgenoot van Neelie Kroes. Peper ontkent dit, maar hij vertelt wel dat hij een ander stuk voor Hirsi Ali schreef. Waarover later meer.


Toen hij de formaliteiten in Santa Monica afhandelde, ontdekte Van den Bergh dat Hirsi Ali’s telefoonrekening torenhoog was. “Voor dat bedrag moet ze dag en nacht hebben getelefoneerd naar Nederland.” Net als de vakantie naar Hawaï, betaalde Van den Bergh netjes de kosten van het Stichtingsgeld. “Ja zeg, we zijn geen kinderen. We hadden geen zin om er heisa over te maken.” Maar een paar jaar later voelt hij zich nog genomen. “Na al die tijd en energie die ik in haar had geïnvesteerd, was ik vreselijk aangeslagen. Ik heb nooit meer iets van Ayaan gehoord. Ik vind haar sindsdien een vreselijk behendige opportuniste.”

Huib Pellikaan, die met Hirsi Ali naar Harvard zou gaan, was ook uiterst verrast toen hij het artikel in NRC Handelsblad las. “Nadat ze naar de VS was vertrokken, hoorde ik vrijwel niets meer van Ayaan, ook niet toen ik mailde dat ik de hotelkamers had gereserveerd. Ik vermoedde al dat onze reis niet meer zou doorgaan; ze durfde dat alleen niet te zeggen. Op macroniveau heeft ze veel moed, maar één-op-één gaat Ayaan de confrontatie liever uit de weg.”

Over zijn eigen betekenis als gastheer is Pellikaan helder. “Ayaan is een prima donna, dat heb ik haar ook gezegd. Ik diende als personeel, net als Pauline Sinnema. Inmiddels begrijp ik ook waarom ze zich nauwelijks druk maakte om haar speech voor de PvdA-fractie; ze wist waarschijnlijk toch al dat ze naar de VVD zou gaan.”

Op de dag dat Hirsi Ali in NRC Handelsblad bekendmaakte dat ze naar de VVD ging, was Bart Tromp aanwezig bij de installatie van Bram Peper als hoogleraar op Nyenrode. “Dat was de laatste keer dat ik Neelie Kroes zoende,” aldus Tromp. “Zij wist toen al van Ayaans overstap, maar ze zei niets tegen mij.” ‘s Avonds belde Hirsi Ali Tromp vanuit de VS op. “Aan het einde van het gesprek zei ze me: ‘Bart, als ik eerder met je had gesproken, dan was ik bij de PvdA gebleven.'”


De overstap van Hirsi Ali was in aanloop naar de vervroegde Kamerverkiezingen in januari 2003 een spectaculaire politieke transfer. Met name omdat het electorale debat zich in die dagen concentreerde rond de integratiekwestie. Als bedreigd islamcritica die het opnam voor moslimvrouwen, was Hirsi Ali met haar ferme standpunten een geschikt woordvoerder voor zowel links als rechts. Toenmalig SP-Kamerlid Ali Lazrak had via Paul Cliteur Hirsi Ali een mail gestuurd of ze geen belangstelling had om bij de SP te komen. De VVD, die aasde op teleurgestelde LPF-stemmers, ging er met de trofee vandoor.

In de berichtgeving viel op dat de geschokte PvdA’ers achteraf niet boos waren op Hirsi Ali, maar op de VVD. Van Hirsi Ali’s beweegredenen begreep partijvoorzitter Ruud Koole niets, schreef hij in een verklaring. Maar hij nam het de VVD kwalijk dat die partij zich er niets van had aangetrokken dat Hirsi Ali na ‘een moeilijke periode’ tot rust moest komen. PvdA-lid Pellikaan noemt de keuze van de VVD immoreel. “Je kunt je toch niet voorstellen dat de Tories Salman Rushdie hadden gevraagd zitting te nemen in het Britse parlement?”

Koole vindt nog altijd dat de manier waarop Hirsi Ali overstapte niet chic was. Maar dat heeft een goede verhouding niet in de weg gestaan. Wel vindt Koole het onterecht dat zijn partij is verweten dat Hirsi Ali niet voor de PvdA behouden bleef door haar zelf een Kamerzetel aan te bieden. “Toen Ayaan vertrok naar de Verenigde Staten, was het kabinet-Balkenende I nog niet gevallen. Het is geen moment in mij opgekomen om haar in Amerika voor een Kamerplek te benaderen. Ze was nog maar een jaartje bezig bij de WBS, ze wilde promoveren en bovendien: ze zat daar voor haar rust.”


Journalist Kustaw Bessems belde Hirsi Ali in de VS en volgens hem reageerde ze ‘luchtig’ op alle commotie. “Nu ik Nederland op afstand bekijk, passen alle 150 Kamerleden in één partij.” En over de verdrietige PvdA’ers: “Nederland is een klein emotioneel landje. Je kunt geen politiek bedrijven op basis van gevoelens… Ik ben van niemand, alleen van mijzelf.”

Met Neelie Kroes, die ze op 8 november in San Francisco ontmoette, ging Hirsi Ali winkelen. Samen kochten ze een bordeauxrood leren jasje, vertelt Kroes in het boek In godsnaam. Het was het jasje dat Hirsi Ali zou dragen tijdens het VVD-partijcongres waar ze door Zalm werd voorgesteld als nummer zestien op de kandidatenlijst.

Een dag later, op 9 november, verscheen een artikel over haar in The New York Times, waarvoor Hirsi Ali vanaf haar onderduikadres een interview had gegeven. “‘Either I stop my work, or I learn to live with the feeling that I’m not safe’, she said. ‘I’m not stopping.'”

Ayaan Hirsi Ali heeft onlangs de procedure gestaakt waarmee ze Nederland wilde dwingen haar beveiliging ook in het buitenland te betalen. Ze woont in de VS en werkt voor de denktank American Enterprise Institute. In april 2010 verschijnt haar boek Nomade.

Onderwerpen