Spring naar de content

De dageraad uit het Oosten

Twintig jaar na de val van de Berlijnse Muur hoor je steeds vaker dat het Westen een misplaatst gevoel van triomfalisme aan de dag heeft gelegd. Het einde van de geschiedenis is helemaal niet aangebroken (de obligate sneer naar Francis Fukuyama ontbreekt nooit), de geschiedenis maakt buiten het zelfgenoegzame Westen juist een tempoversnelling door, waarbij de toekomst niet aan Amerika en Europa is, maar aan de Aziatische reuzen China en India. Over een door Duitsland geleid ‘Vierde Rijk’ maakt niemand zich nog druk, en nadat op 11/9 de torens van Babylon door toedoen van een stelletje islamitische desperado’s waren ingestort, ligt nu ook de wereld van Wall Street aan diggelen. Wie had dat in 1989 kunnen denken?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Kishore Mahbubani, auteur van The New Asian Hemisphere: the Irresistible Shift of Global Power to the East en afkomstig uit Singapore, de stadstaat van Lee Kuan Yew, is de meest uitgesproken vertegenwoordiger van de school dat het Westen zijn beste tijd gehad heeft en de dageraad uit het Oosten komt. Afgaande op interviews en krantenartikelen (zoals in de International Herald Tribune van 12 november) wil hij graag provoceren. Aan de vooravond van het bezoek van Barack Obama aan Azië liggen stellingen als die van Mahbubani overigens voor de hand. Dat was eind jaren tachtig niet anders. Toen beweerde iedere visionair dat Japan de toekomst had. Dat het land van de rijzende zon al twintig jaar stagneert en met een schuldenlast van drie keer de nationale economie het grootste zorgenkindje van de industriële wereld is, vermeldt Mahbubani niet. Wel beweert hij dat het Westen onder niet-westerlingen enorm reputatieverlies heeft geleden door Guantánamo Bay. Zou het? Ik dacht dat de Chinese leiders hoofdzaken en bijzaken beter wisten te onderscheiden.

Intussen betwijfelt niemand dat de economieën van China en India in opkomst zijn. Na eeuwen stilstand en regressie werd dat tijd, en met Obama zie ik niet in waarom het niet ook in het belang van het Westen zou zijn dat de massa’s in Azië eindelijk consumeren. Dat zorgt voor meer mondiale competitie in de strijd om grondstoffen en markten, maar ook het Westen zou slechter af zijn als er in het bevolkingsrijke Azië op grote schaal honger werd geleden, wat tot voor kort het geval was. En over welk ‘Oosten’ gaat het eigenlijk? Wij Hollanders dachten daarbij lang aan Indië en de Verenigde Oost-Indische Compagnie. In de negentiende eeuw spraken Europeanen over ‘het nabije Oosten’ of de Oriënt (het Ottomaanse Rijk), het ‘Midden-Oosten’ (het Indiase subcontinent) en het ‘Verre Oosten’ (China en Japan). En Rusland was er ook nog. Tijdens de Koude Oorlog stond ‘het Oosten’ voor een wereldcommunisme dat vanuit Moskou werd geleid. Zelfs Mao erkende dat, voor China een eigen weg ging.


Er is dus nogal wat Oosten geweest dat ten onder is gegaan. Het Westen stond voor de moderne wereld, en wie zich niet aanpaste, overleefde niet. Dat er nu zorgen zijn over Turkije, dat zich meer op het Oosten wil oriënteren, laat vooral de emancipatie van een belangrijk NAVO-lid zien. Toen de Bondsrepubliek onder Willy Brandt in de jaren zeventig een eigen Ostpolitik begon, waren er ook zorgen over de verankering van Duitsland binnen het Westen. We weten hoe dat afgelopen is.

Daarmee is niet gezegd dat het Westen altijd wint. Tussen 1949 en 1979 (revoluties in China en Iran) waren er enorme terugslagen, en de westerse alomtegenwoordigheid roept afkeer op. Maar wie zegt dat de stemming in het Westen in 1989 triomfantelijk was, bedrijft geschiedvervalsing. Er was blijdschap over de ondergang van een totalitair systeem, maar achter de schermen heerste ongerustheid over de wankele positie van Michail Gorbatsjov en een vernederde Sovjet-Unie die haar dominantie over Oost-Europa niet zonder slag of stoot zou opgeven. Dat de ontmanteling van het Oostblok geweldloos is verlopen, was mede te danken aan de terughoudendheid van George H.W. Bush, die niet op de brokstukken van de Muur wenste te dansen, maar wel Helmut Kohl steunde om de Duitse eenwording zo snel mogelijk onomkeerbaar te maken. Stel je voor dat daar jaren overheen waren gegaan en dat proces was getraineerd, dan was Europa na 1989 nooit zo stabiel geweest. Achteraf valt op hoe soepel en succesvol de transformatie van Oost-Europa is verlopen, zeker als bedacht wordt hoeveel beren geopolitieke experts daarbij nog op de weg zagen. Ondertussen staan in Azië de beide Korea’s onveranderd tegenover elkaar.


Het zal best dat de zon in het Oosten opkomt. Maar wie het licht nareist, trekt naar het Westen, na 1989 meer dan ooit. Vele migranten uit Azië stemmen met hun voeten en komen hiernaartoe – net als de Oost-Duitsers twintig jaar geleden.

Onderwerpen