Spring naar de content

De dwarse Zeeuwen

Het besluit om de Hedwigepolder ‘terug’ te geven aan de natuur is voor de meeste Zeeuwen onverteerbaar. Goede landbouwgrond opofferen aan zilt water, dat doe je niet. ‘Het is een prestigestrijd geworden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Laat het woord ‘ontpolderen’ vallen, en elke rechtgeaarde Zeeuw reageert als door een wesp gestoken. Zoals de Kapelse fruitteler Wim de Jager: “Voor vijf vogels moet een dijk worden doorgebroken. Het is te gek voor woorden. Krankjorum.”

Het besluit om de Hedwigepolder weer onder te laten lopen, is de schuld van de milieubeweging, zegt De Jager, vader van CDA-staatssecretaris Jan Kees de Jager. Die zou willens en wetens op een frontale botsing met de Zeeuwse bevolking aansturen door het ontpolderen van de Hedwigepolder te koppelen aan de verdieping van de Westerschelde. De polder moet een nat schorrengebied worden: tweemaal per maand, bij springtij, komt het land dan onder water te staan.

De 73-jarige De Jager, eigenaar van een fruitteeltbedrijf aan de rand van Kapelle, een dorp op Zuid-Beveland, tussen de Wester- en de Oosterschelde, volgt het nieuws op de voet. Hij wordt er allesbehalve vrolijk van. Nadat premier Balken-ende, geboren en getogen in Biezelinge (gemeente Kapelle), er deze zomer tot opluchting van bijna alle Zeeuwen eindelijk in was geslaagd een streep te zetten door het ontpolderen, gooide de Raad van State roet in het eten. In een voorlopige uitspraak honoreerde die het bezwaarschrift van Vogelbescherming Nederland en de Zeeuwse Milieu Federatie (ZMF) en mocht de Westerschelde tot nader order niet worden verbreed en uitgediept. Dit tot ongenoegen van Vlaanderen, dat baat heeft bij een verdiepte Westerschelde, zodat ook de allergrootste containerschepen de haven van Antwerpen altijd kunnen bereiken, en niet alleen bij hoog water. De Nederlandse ambassadeur werd bij de Vlaamse minister-president Kris Peeters op het matje geroepen en kreeg te verstaan dat het Scheldeverdrag, waarin de verdieping is vastgelegd, zo snel mogelijk moest worden uitgevoerd. Ruzie tussen Nederland en België was het gevolg. De Nederlandse regering beloofde haar verplichtingen na te komen en besloot dat de naar de hertogin van Arenberg genoemde polder toch onder water moest, om zo nieuwe ruimte voor de vogels te creëren, die met het uitbaggeren verloren gaat.


Jammer, heel jammer, vindt De Jager. “Onze Belgische vrienden willen maar één ding: verdieping van de Westerschelde. Dat staat los van de ontpoldering, maar de milieubeweging heeft de verdieping en ontpoldering op een slinkse manier aan elkaar gekoppeld.” Als het kabinetsbesluit van oktober wordt uitgevoerd, krijgt de milieubeweging dus alsnog haar zin, en wordt de Hedwigepolder, 300 hectare groot, onder water gezet.

Wim de Jager was niet alleen actief in het fruitteeltbedrijf, maar ook in de politiek, in belangenorganisaties voor fruittelers en de kerk. Vrijwel iedereen in Kapelle kent hem, en omgekeerd. Een man van gezag, evenals wijlen Jan Balkenende, de vorig jaar november overleden vader van de premier. De mannen kwamen elkaar regelmatig tegen in het maatschappelijk leven.

Als vertegenwoordiger van land- en tuinbouworganisaties was De Jager altijd op zoek naar evenwicht tussen natuur, landbouw en economie. De milieubeweging is in zijn ogen echter uit op confrontatie in plaats van verzoening. Zorgvuldig zijn woorden kiezend: “De milieuclubs zijn totaal onbetrouwbaar. Dat zeg ik niet in een opwelling, maar dat is het resultaat van jarenlange ervaring. In feite komt het erop neer dat ze tegen land- en tuinbouw zijn. Ze willen alles laten zoals het is; dat is hun credo.”

De Jager is een vakman, die er voldoening in vindt gaaf fruit te telen. Om dat doel te bereiken is er op het bedrijf van 12 hectare bevloeiing aangelegd, worden de duizenden bomen in de winter keurig gesnoeid, en in voorjaar en zomer insecten, mijten en schimmelziekten bestreden met gewasbeschermingsmiddelen. Tegen het onkruid worden eveneens chemische middelen ingezet. “Die milieufanaten zien liever een wildernis met onbespoten, wormstekige appels en peren,” schampert hij. Omdat ze tegen de reguliere landbouw zijn, moet er zo veel mogelijk landbouwgrond worden teruggegeven aan de natuur, is zijn overtuiging.


“Het uitdiepen van de Westerschelde is een breekijzer om dat te bereiken. Eerst lag er een claim van 3000 hectare, half Beveland zou onder water moeten worden gezet. Vervolgens werd het 1000 hectare, later 600 en nu nemen ze genoegen met het onder water zetten van de Hedwigepolder, zo’n 300 hectare. Ik kan het niet meer volgen; wie het snapt mag zijn vinger opsteken.”

Fel: “Zeeuwen zijn gezagsgetrouw en van nature geen onruststokers. Maar op een gegeven moment is de maat vol – dan gaan ze dwarsliggen.”

Echtgenote Corry de Jager-Sinke komt uit het naburige vissersdorp Yerseke, dat, vertelt ze, op voet van oorlog leeft met de milieubeweging sinds de Vogelbescherming en de Waddenvereniging er vorig jaar in eendrachtige samenwerking bijna in slaagden om de mosselcultuur, de kurk waarop Yerseke drijft, te liquideren. De Raad van State ging mee met de milieuclubs: die vonden dat de mosselkwekers niet op mosselzaad in de Waddenzee mogen vissen zolang de effecten op de natuurwaarden van de visserij en mosselkweek niet bekend zijn. Zo zou de voedselvoorziening van de eidereenden worden bedreigd. Uiteindelijk kwam er een compromis, waar beide partijen voorlopig mee kunnen leven.

Corry de Jager: “Eerst hebben ze de kokkelvisserij om zeep geholpen, even later waren de mosselkwekers aan de beurt. Nu moet de Hedwigepolder eraan geloven. Het houdt niet op.”

Dat Jan Peter Balkenende landbouwminister Gerda Verburg zowel de Hedwigepolder als de mosselkwestie uit handen nam, vinden beiden niet meer dan logisch: het zijn ingewikkelde dossiers met veel juridische haken en ogen; uiterste zorgvuldigheid is daarom geboden.


Bovendien, zegt Corry de Jager: “Bal-kenende komt er eerlijk voor uit dat hij verknocht is aan Zeeland. Hij verloochent zijn afkomst niet. Wat is daar mis mee? Vervolgens krijgt hij iedereen over zich heen, als hij stelt dat de milieubeweging de hoofdschuldige is van het uitstel van de verdieping van de Westerschelde. Zeker tachtig procent van de Zeeuwen is het daarmee eens.”

Kees Hamelink (69) is waarnemend voorzitter van de afdeling Kapelle van het CDA. Officieel is hij fruitteler in ruste; zijn zoon heeft het bedrijf van 15 hectare overgenomen. “Maar laat die rust maar weg, ik werk nog hele dagen in de boomgaard.” Hij kent, zegt hij, zeker de helft van de inwoners van de gemeente Kapelle, bestaande uit de kernen Kapelle, Biezelinge, Wemeldinge en Schore, samen goed voor ruim 12.000 inwoners.

Met de familie Balkenende is hij al heel lang bevriend. Die familie is een begrip in Kapelle-Biezelinge. De grootvader van de premier, Jan, richtte Zaadhandel J. Balken-ende op. Boeren uit de wijde omgeving kwamen er graan en peulvruchten brengen. Een man van aanzien. Namens de ARP zat hij 35 jaar in de gemeenteraad: als raadslid, wethouder en loco-burgemeester. In de geschiedschrijving wordt vooral zijn rol in de Tweede Wereldoorlog geroemd. Als waarnemend burgemeester wist hij, zonder zijn principes te verloochenen, de bezetters te vriend te houden. Zo kwam Kapelle zonder onnodig bloedvergieten de oorlog door.

Hamelink kijkt met kromme tenen naar de gebeurtenissen in Den Haag. De uitspraak van de Raad van State bracht de premier in een onmogelijke positie, vindt hij. “Het idee dat je goede landbouwgrond opoffert aan zilt water wil er bij een Zeeuw niet in, ongeacht zijn politieke kleur. In de Randstad vragen ze zich af waar we ons zo druk over maken. Een paar honderd hectare, wat stelt het voor? Maar voor de Zeeuwen is het een prestigestrijd geworden.”


Hamelink drukt zich diplomatiek uit. De afgelopen jaren nam het verzet tegen gedwongen ontpoldering fors toe, zowel binnen als buiten het CDA. In het over-wegend conservatieve Zeeland, waar de confessionele partijen CDA, SGP en ChristenUnie domineren, ontstond langzaam maar zeker het gevoel dat milieu- fanaten uit andere delen van het land hun de wet wilden voorschrijven. Zo is het een publiek geheim dat niet-Zeeuwen de dienst uitmaken binnen de ZMF. Sinds die club voor de zoveelste keer naar de rechter stapte om een democratisch genomen besluit onderuit te halen, vinden steeds meer Zeeuwen het genoeg. Van provincie en gemeenten ontvangt de organisatie jaarlijks circa vier ton. Van hen mag de subsidie aan de ZMF onmiddellijk worden stopgezet.

Dat vindt ook voorzitter Jaap Geleijnse (VVD) van Levende Delta, een soort tegenhanger van de ZMF. “Afschaffen die handel,” zegt de gepensioneerde hoge ambtenaar van Rijkswaterstaat. “De overheid moet bezuinigen. Het eerste wat ze moeten doen is het opdoeken van subsidies aan al die milieuclubs. Dan zijn we van een heleboel geklier af en bezuinigen we ook nog. Kan niet beter.”

Ook zijn partijgenoot Ed Nijpels, die adviseerde om alsnog tot ontpoldering over te gaan, moet het ontgelden. “Schande. Tegen een exorbitant salaris heeft hij een flutrapport geproduceerd.” Geleijnse wijst erop dat volgens een recente enqute van Omroep Zeeland tachtig procent van de Zeeuwen tegen ontpoldering is. “Als je doorvraagt, kom je op 95 procent.”

Schrijver, journalist, milieuactivist van het eerste uur, senator voor de SP, maar bovenal Zeeuw in hart en nieren Kees Slager (70) uit Poortvliet (Tholen) heeft het ook gehad met de milieubeweging. Slager was in de roerige jaren zestig betrokken bij de actiegroep Oosterschelde Open. “Die was van onderaf ontstaan, zonder één cent subsidie. Zo hoort het ook. Wij waren een zooitje ongeregeld, idealisten die vonden dat de Oosterschelde zilt moest blijven. De huidige milieuclubs zijn ingekapseld. De milieubeweging loopt alleen maar van de ene naar de andere vergadering. Ze zijn bevriend met ambtenaren en politici van vooral GroenLinks, en bekokstoven onderling dealtjes. Naar de bevolking luisteren ze niet; dat komt niet in hun kraam te pas.”


Net als ‘bijna alle Zeeuwen’ is Slager mordicus tegen ontpolderen: de argumenten deugen gewoon niet, vindt Slager. De milieubeweging voert aan dat de kwaliteit van de Westerschelde ‘hard achteruitgaat’. ‘Stuitend’ vindt Slager dat – hij woonde jarenlang in natuurgebied Zak van Zuid-Beveland. “De natuur in de Westerschelde is juist zienderogen vooruitgegaan. Antwerpen en Brussel, plus alle fabrieken aan het water, loosden vroeger ongezuiverd op de Westerschelde. Nu zuivert België tachtig procent, en ze gaan naar honderd procent. Het was dood water, nu kun je erin zwemmen en zijn er weer zeehondjes gesignaleerd. Dan kun je toch niet met droge ogen beweren dat het slecht gaat met de natuur in de Westerschelde.”

Voor de goede orde: Slager is zowel tegen ontpoldering als tegen verdere verdieping van de Westerschelde. “Je moet alleen rekening houden met het getij. Bij hoog water kan het grootste containerschip ter wereld de haven van Antwerpen bereiken.”

Dat de Zeeuwen zich massaal tegen ontpoldering hebben gekeerd, is gro- tendeels op het conto te schrijven van Gert-Jan en Monique Minderhoud. Het land van de 43-jarige akkerbouwer uit Oudelande (Zuid-Beveland) stond jarenlang op de nominatie voor terugga- ve aan de zee. Onder leiding van de potige Zeeuwse boer vormden de met onteigening bedreigde boeren en fruitte-lers één front tegen de ontpolderingslob-by. Ze bewerkten de politiek, hingen over- al spandoeken op tegen de ZMF, en bezochten vergaderingen van politieke partijen om hun ongenoegen te spuien.

Monique Minderhoud haalde hoogstpersoonlijk 27.524 handtekeningen op in Zuid-Beveland. Het verzet was succesvol: drie jaar geleden werden de Bevelandse polders plotsklaps uit de gevarenzone gehaald.


Wie gedacht had dat Minderhoud zich daarna koest zou houden, kwam bedrogen uit. Hij stortte zich in de politiek en is nu een van de drijvende krachten achter de Partij voor Zeeland (twee zetels in de Staten). Protest tegen de kunstmatige aanleg van getijdennatuur is het belangrijkste doel van deze partij. Minderhoud, nummer drie op de lijst, zit in de commissie-Ecologie en Water. Bij elk debat in de Tweede Kamer is hij present, met vele tientallen medestanders. Hij zal niet rusten voor ‘die kolder’ definitief van tafel is.

In een niet te stuiten spraakwaterval: “De ZMF hangt van list en bedrog aan elkaar. Daar praat ik niet meer mee, dat is een gepasseerd station. Ze weten donders goed dat de Westerschelde schoner is dan ooit; toch beweren ze glashard het tegendeel. En nu halen ze het in hun kop om de Hedwigepolder onder water te zetten. Dat kan helemaal niet. De Hedwigepolder is de hoogste polder in Zeeland, dus moet er eerst twee meter klei worden verwijderd om het water te laten binnenstromen. En wat krijg je ervoor in de plaats? Malariapoelen en distelvelden.”

Gijs van Zonneveld krijgt een nare smaak in de mond van de wijze waarop de tegenstanders van ontpoldering de milieubeweging attaqueren. Hij vindt die wijze ver beneden de maat. Volgens het Hoofd Groene Ruimte van de Zeeuwse Milieu Federatie (ZMF) is de ZMF juist de redelijkheid zelve en heeft de organisatie concessies gedaan in de ontpolderingsproblematiek. De ZMF heeft bijvoorbeeld ingestemd met het verdiepen van de Westerschelde.

Voorwaarde was wel dat het verlies aan getijdennatuur zou worden gecompenseerd door natuurherstel in de Westerschelde. Dat was vastgelegd in een verdrag en daar hield de Nederlandse regering zich niet aan. “Driehonderd hectare, de omvang van de Hedwigepolder, is het absolute minimum. Maar zelfs hier wilde het kabinet onderuit komen.” De ZMF kon, aldus Van Zonneveld, daarom niet anders dan – met succes – naar de rechter lopen.


Verder stelt hij dat zijn opponenten ten onrechte rondbazuinen dat de natuur in de Westerschelde erop vooruit is gegaan. “Ze halen twee dingen door elkaar: de natuur en de waterkwaliteit. De waterkwaliteit is inderdaad sterk verbeterd: daarom zijn er zeehonden gesignaleerd. Maar de getijdennatuur is achteruitgehold door het almaar uitbaggeren van de Westerschelde. Drassige oevers zijn daardoor verdwenen, en dus is er minder ruimte voor trekvogels om te overwinteren.”

Van Zonneveld heeft geen zin in een ‘welles-nietesspelletje’. Hij verwijst naar een stapel rapporten (onder andere Verantwoording realisering van zeshonderd hectare nieuwe natuur in de Westerschelde van het Ministerie van LNV uit 2005, en Conclusie 1 van de commissie-Nijpels – red.). “Maar de tegenstanders hebben daar geen boodschap aan.”

Ontpolderen of niet? De vraag houdt Zeeland al vijftien jaar bezig, sinds de eerste verdieping van de Schelde – nu is de derde verdieping aan de orde. Talloze vergaderingen, rapporten, protestbijeenkomsten, handtekeningenacties, commissies, spandoeken en moties van afkeuring verder staat de provincie voor de beslissende slag tussen voor- en tegenstanders.

Premier Balkenende, opgegroeid in Kapelle, weet als geen ander hoe gevoelig de kwestie ligt. In de Zak van Zuid-Beveland kan hij in het labyrint van dorpjes, buurtschappen, kronkelwegen, dijkjes, kreken, boomgaarden, landerijen en natuurgebieden bijna blindelings de weg vinden. Uitgerekend in dat gebied wilde het ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Visserij) in 2005, met instemming van de ZMF, een aantal polders onder water laten lopen als compensatie voor het verlies aan overwinteringsplaatsen voor trekvogels.


Elke keer als Balkenende een stap op Zeeuwse bodem zette, werd hij geconfronteerd met actievoerende boeren en tuinders, die op spandoeken langs de A58 en in het gebied zelf lieten weten dat ze zich tot de laatste snik zouden verzetten tegen ontpoldering. Zijn eigen CDA was ook vierkant tegen. Toenmalig Tweede Kamerlid Siem Buijs (afkomstig uit Goes) betichtte de ZMF van chantagepraktijken door steeds met de rechter te dreigen.

Om uit de impasse te komen kwam er, naar goed Nederlands gebruik, een commissie. Die werd vernoemd naar zijn voorzitter Maljers, voormalig Unilever-topman. Maljers c.s. toverde eind 2006 een oplossing uit de hoge hoed door in de buurt van Terneuzen 350 tot 400 hectare nieuwe natuur te vinden. Zo konden de Bevelandse polders gespaard blijven. Alle aandacht richtte zich vervolgens op de Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder, eigendom van de 39-jarige Belgische zakenman Gery De Cloedt, telg uit de gelijknamige Vlaamse baggerdynastie. Hij heeft er een buitenhuis, bedrijft er de jacht en laat er zijn polopaarden grazen.

Deze polder leek een gemakkelijke prooi voor de voorstanders van ontpoldering. Verkeerd gedacht. Samen met twintig pachtboeren verzette De Cloedt zich met hand en tand tegen de dreigende ontpoldering. En jawel, er kwam weer een commissie: de commissie-Nijpels, vernoemd naar de gewezen commissaris van de koningin in Friesland. Die concludeerde in oktober 2008 dat de Hedwigepolder toch aan het zeewater moet worden prijsgegeven, een advies dat Balkenende naast zich neerlegde. Het kabinet koos aanvankelijk voor het ontwikkelen van buitendijkse natuur in plaats van ontpolderen, tot de Raad van State een spaak in het wiel stak door de milieuclubs in het gelijk te stellen. In oktober besloot het kabinet toch weer tot ontpolderen. Maar wat er uiteindelijk gaat gebeuren, is nog ongewis. Er lopen nog procedures bij de Raad van State. Onder meer van Gery De Cloedt, eigenaar van de Hedwigepolder.

Onderwerpen