Spring naar de content

Minder kosten, beter onderwijs

Net als de zorg fungeert het onderwijs als bodemloze put voor gemeenschapsgelden. Er bestaat nu eenmaal geen natuurlijke grens voor de behoefte aan bijstand voor kwalen en ook niet voor de behoefte aan scholing en opleiding. Voor de burger kan het altijd meer en beter. Begrijpelijk dat er in tijden van economische crisis hier en daar weleens op de rem moet worden getrapt. Maar onuitstaanbaar is de manier waarop bezuinigingen steevast worden opgedirkt als kwaliteitsverbeteringen. Deze tergende aanpak stamt niet van vandaag of gisteren. De term ‘win-winsituatie’ gaat al jaren mee om een ideaal te schetsen waarbij zowel degenen die de geldkraan bedienen als de dorstige ontvangers profijt in het vooruitzicht wordt gesteld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Beatrijs Ritsema

Sleutelwoord in deze verbale cosmetica is doelmatigheid, oftewel efficiency, oftewel rendementsverbetering. In de technologie draait het voortdurend om de vraag hoe je met inzet van minder middelen een beter resultaat kunt krijgen. Tegenwoordig kan iedereen voor een habbekrats honderd keer zoveel computerkracht kopen als tien jaar geleden, en moderne auto’s stoten een fractie uit van de vervuilende uitlaatgassen van de vorige generatie auto’s. Dat heet vooruitgang, en aan de wieg van technologische innovaties staan behoorlijk autonome, slimme onderzoekers. Aan de wieg van de rendementsverhoging op sociaal gebied staan daarentegen helemaal geen slimme koppen, maar hypocriete windowdressers met bezuinigingsideetjes zoals iedereen ze uit de losse pols kan schudden.

De Onderwijsraad is een extreem voorbeeld van een gezelschap goedbetaalde adviseurs die de regering inhoudelijke ideetjes aan de hand doen voor het probleem hoe de kosten in deze geldverslindende moloch te beteugelen en tegelijk de kwaliteit van de output naar immer grotere hoogtes op te zwepen. In de recente nota Naar doelmatiger onderwijs geven ze onder andere aanbevelingen voor het invoeren van een prestatiebeloning voor goede leraren. Om te kunnen bepalen wat een goede leraar is, moet er een stelsel van beoordeling worden ingevoerd, waarbij zowel leerlingen, collega’s als leidinggevenden evaluatieformulieren invullen, terwijl tegelijkertijd de leraren zelf zich kwijten van de schone taak van het tijdschrijven: nauwkeurig bijhouden op formulieren hoeveel tijd ze kwijt zijn aan wat voor soort taken.

Je ziet al helemaal voor je wat er gaat gebeuren. Leraren die elkaar oneigenlijk beconcurreren om de bonus (de een z’n afgang is de ander z’n triomf), goede leraren die te weinig tijd besteden, slechte leraren die zich juist over de kop werken, leraren die geen tijd hebben om tijd te schrijven, leraren die van veel leerlingen een zwakke beoordeling krijgen maar bij een klein groepje juist extreem hoog scoren, leerlingen die met de pet gooien naar hun evaluatieplichten, leidinggevenden die dure leraren als zwak beoordelen en goedkope leraren als sterk, en bovenal een onafzienbaar woud van formulieren, transparante toetsmomenten en computergewijze data-assemblage, waaruit als bij toverslag het vonnis rolt: “En de prestatiebonus gaat naar…” Meer bureaucratie zal korte metten maken met de chaos en willekeur op onze scholen, waar leraren maar wat aanklooien en zich koning wanen in hun eigen klas. Doelmatigheid kan eindelijk zegevieren in het onderwijs, terwijl het ministerie de hand op de knip houdt.


Dat het de Onderwijsraad uitsluitend om kostenbesparing gaat en dat het aandachtspunt kwaliteit (wat dat verder ook mag inhouden) van volstrekt ondergeschikt belang is, blijkt uit de eveneens in het rapport aangedragen doelmatigheidsaanbeveling om de klassen te vergroten tot 50 à 75 leerlingen. Deze megaklassen kunnen vervolgens in subgroepen worden opgesplitst, waar onderwijsassistenten worden ingezet. Een schoolklas bestaat sinds mensenheugenis net als een peloton soldaten uit dertig personen, maar als je deze beproefde menselijke maat laat vallen, openen zich enorme vergezichten. Waarom niet meteen de hele school gereduceerd tot één klas van duizend leerlingen die allemaal voor een computer zitten en hun individuele leerroute doorlopen met exposés in toenemende moeilijkheidsgraad, sommetjes, oefeningen, google-opdrachtjes en proefwerken? Nog even verder doordenken langs deze lijn en dat hele schoolgebouw plus de helft van de leraren is overbodig, want leerlingen hebben thuis ook een computer! Het ware onderwijs op maat kan aldus thuis plaatsvinden zonder ordeproblemen, en het fijne is dat het nog niet eens wat kost.

Onderwerpen