Spring naar de content

Verras me

Cadeautjes? Iedereen heeft alles waaraan hij behoefte heeft allang zelf aangeschaft

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

April mag de wreedste maand zijn, december is ongetwijfeld de zwaarste. Terwijl verstandige zoogdieren het gebrek aan daglicht aangrijpen om onder te duiken in winterslaap (aan dit seizoen valt toch geen eer te behalen), storten mensen zich in een opeenvolging van huiselijke festiviteiten, waar ze in januari altijd zwaarder uit tevoorschijn komen dan ze erin zijn gegaan. Iedereen accumuleert vet door de overvloed aan seizoensspecifieke lekkernijen, ingewikkelde diners en veel drank. Iedereen accumuleert materie door de vele cadeaumomenten die zich voordoen. Gezelligheid gaat nu eenmaal gepaard met bijzondere consumpties en het uitwisselen van materiële blijken van genegenheid.

Qua eten en drinken kan iedereen nog zo’n beetje z’n eigen koers varen, hoewel dat ook niet meevalt bij zo’n overweldigend aanbod, maar cadeautjes zijn echt een probleem. Niet voor kinderen natuurlijk. Tot een jaar of twaalf hebben kinderen geen enkele moeite om te bedenken waar hun hart naar uitgaat. Zelfs de meest verwenden onder hen kunnen nog steeds nieuwe verlangens ontdekken in de jaarlijks uitdijende speelgoedcatalogi. Het ís ook leuk voor ouders om eens lekker uit te pakken, niet op een paar euro te kijken en hun kinderen te bedelven onder materiële weelde. En met hun verjaardag nog een keer! Toe maar, twee keer per jaar een flinke uitspatting is een fijne traditie, waar alle betrokkenen plezier aan beleven. Arme kinderen met een decemberverjaardag – te midden van het overige feest- en cadeautjesgeweld kan hun eigen verjaardag niet anders dan verbleken.

Maar op een gegeven ogenblik is het afgelopen met het gemak waarmee je een kind blij kunt maken. Dat moment komt steeds eerder, want al in de laatste klassen van de basisschool verliezen kinderen hun belangstelling voor speelgoed en krijgen ze tienervoorkeuren: eigen computers met bijbehorende spelletjes, mobieltjes en andere elektronische gadgets. Met muziek, altijd een veelvoorkomende tienerwens, hoef je niet meer aan te komen, want dat downloaden ze allemaal zelf. Boeken lezen ze niet meer. Ouders volgen dus braaf de gedetailleerde zoekinstructies op, want het luistert nauw op het gebied van tienerverlangens – je kunt niet met modelletje X80 aankomen terwijl zo duidelijk gevraagd is om X100. Maar eigenlijk is het minder leuk dan een speelgoedwinkel binnenlopen en je eigen keus maken uit het aanbod van plastic onzin in schreeuwende kleuren.


Met volwassenen is het nog veel erger. Die hébben niet eens meer wensen. Ja, ze verlangen naar een vrijstaand huis met een eigen parkeerplaats of naar tien kilo gewichtsverlies, maar gewone cadeautjes? Al sla je ze dood, ze kunnen niets bedenken. Behalve Marcel van Dams onrendabelen heeft niemand meer verlangens in de cadeautjessfeer, omdat iedereen alles waaraan hij behoefte heeft allang zelf heeft aangeschaft. Het is om wanhopig van te worden. Met zorg uitgezochte cadeaus als boeken, cd’s en dvd’s hebben plaatsgemaakt voor het obligate bosje bloemen of de mooie fles wijn die als attentie bij een etentje worden meegenomen. De ontvanger komt om in de zelf aangeschafte boeken, cd’s en dvd’s waarvoor het hem aan tijd ontbreekt, laat staan dat hij toekomt aan wat hij ongevraagd gekregen heeft. Ook kleren, sieraden en gebruiksvoorwerpen zijn in zo’n overvloedige mate aanwezig dat een ontvanger alleen openstaat voor objecten in een specifieke verschijningsvorm en niet in hun algemeenheid.

Volgens Joel Waldfogel, een Amerikaan die onderzoek heeft gedaan naar de desillusie van het cadeau, worden er per jaar miljarden verspild aan verkeerde cadeautjes. Hoe verrast mensen ook zijn door geinige kurkentrekkers, koffietafelplaatjesboeken, ruimtevretende citruspersen, druipkaarsen met kiwi-essence, uienbrillen tegen het tranen, of struisvogel- lederen agenda’s, ze vinden de cadeaus minder geld waard dan de gever eraan had gespendeerd. Waldfogel beveelt eerlijke feedback aan als methode om de verspilling tegen te gaan. Maar duidelijke communicatie over geschikte en ongeschikte cadeautjes biedt nooit garanties voor de toekomst en leidt onafwendbaar tot één conclusie: geef maar gewoon geld, dat bespaart ons allebei een hoop vergeefse moeite. En geld is nu net het enige wat ten enenmale ongeschikt is als attentie van de ene self-supporting volwassene voor de ander. Niets geven is verkieslijker dan geld, maar niets geven is onmogelijk, dus zal december als vanouds weer dichtslibben met nutteloze materie. Liever een desillusie dan helemaal geen illusie.

Onderwerpen