Het raadslid sterft uit
Bijna niemand wil meer de politiek in, en partijen kunnen nauwelijks voldoende goede kandidaten vinden voor de gemeenteraad. Lichtpuntje: de opkomst van de professionele wethouder. Donker vooruitzicht: gemeenteraden vol pensionado’s. Vier politicologen over ‘een enorm groot probleem’.
Wat hebben PVV, SP en D66 gemeen? Ze hebben alle drie zoveel problemen met het vinden van goede kandidaten dat ze volgend jaar in een aantal plaatsen niet mee kunnen doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Alle politieke partijen tobben al langer met een tekort aan goede mensen, maar het probleem is nu nijpender dan ooit tevoren, merken politicologen. Voor de Tweede Kamer melden zich nog altijd wel genoeg goede mensen, maar voor de gemeenteraden is het overal ploeteren. “Gezeur over de kwaliteit van politici is van alle tijden, maar ik hoor nu wel dat het echt minder is geworden,” zegt politicoloog Marcel Boogers, universitair hoofddocent in Tilburg, die veel onderzoek doet naar de wervingsproblemen.
Hij vat de zaak bondig samen: “Vroeger was het een erefunctie. Toen mijn oom in de raad kwam, ging de vlag nog uit. Nu krijg je als politicus vooral veel kritiek over je heen, daar moet je maar zin in hebben.” Tilburg is daar zelf een prachtig voorbeeld van, met de ondergang van burgemeester Ruud Vreeman. Eigenlijk was de rel rond het ‘Adje-theater’ een affaire van niks, want de feitelijke tegenvaller voor de gemeente bedroeg hooguit een paar ton. Toch botste de ‘regent’ van de PvdA keihard met de ‘populist’ Hans Smolders, de voormalige chauffeur van Fortuyn. Vreeman beschuldigde hem op zijn beurt van corruptie. Al met al was het geen reclame voor de lokale politiek, en het zal het animo voor buitenstaanders om zich aan te melden voor de gemeenteraadsverkiezingen niet vergroot hebben.
Het ledental van politieke partijen daalt al sinds de jaren tachtig. Bij de meeste partijen verkeren de lokale afdelingen in een ‘deplorabele staat’, stelt Boogers.
Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.
