Spring naar de content

Raad van boven

Al ontbreekt de wetenschappelijke onderbouwing en is het soms nog duur ook, miljoenen Nederlanders zoeken bij ziekte of levensproblemen hun heil in het spirituele circuit. HP/De Tijd stuurde een studente op pad met de vraag: ‘Wat moet ik later worden?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Wat: Tarotist

Waar: Zaandam

Kosten: 20 euro

Bij tarot blijkt het niet de bedoeling dat de legger vooraf een vraag formuleert. Die schijnt zich namelijk als vanzelf te openbaren. Nou maar hopen dat mijn droombaan eruit vloeit. Tarotist Frans Meulman wil een Keltisch Kruis voor me leggen. “Daarmee kan ik zien in welke situatie je zit en waar je naartoe gaat. En dan wil ik dat je daarnaast nog een aparte kaart gaat trekken, want ik zeg altijd: dat innerlijke kind, dat kleine meisje dat er nog steeds zit, dat heeft ook een verhaal.” De rapheid waarmee Frans praat, heeft veel weg van die van de verkopers uit een TelSell-reclame. Ze staat in schril contrast met de langgerekte klanken van de new-age-muziek die hij heeft opgezet.

“Mag ik vragen of je studeert?” Ik antwoord dat ik journalistiek studeer. “Dat vind ik wel bij je passen. Je bent in ieder geval mondig genoeg.”

Als hij de kaarten schudt, valt er eentje uit. “Dat doe ik bewust. Als iemand binnenkomt, scan je die persoon. Dat doe ik, maar dat doe jij ook. Ik kijk altijd wat er valt om te zien of dat strookt met wat ik in jou zie. Niet dus. Je hebt een Acht van Zwaarden. Zwaarden zijn vrij heftig. Dat wil zeggen dat er best wat aan de hand is.”

Van de tien kaarten die ik vervolgens van hem moet trekken, legt Frans er zes in een kruis en vier in een verticale rij. “Oké, je hebt vier Grote Arcana.” Frans verduidelijkt: “De Grote Arcana symboliseren het verhaal van De Zot tot aan De Wereld. Ze staan voor gebeurtenissen. De rest van de kaarten is onderverdeeld in vier elementen: bokalen, pentagrammen, staven en zwaarden. Jij hebt alles behalve pentagrammen.” En wat betekent dat? “Pentagrammen zijn werkgerelateerd.” Geen advies over werk, dus.


“Oké, je basiskaart is de Prins van Bokalen. Dat betekent dat je op dit moment doet wat je wil doen. En je hebt het hart op de goede plek. Maar je invloedskaart is de Negen van Zwaarden. Alweer vrij heftig, dus.”

Frans fronst. “Je bent jong, maar niet zo jong dat ik hem lichter ga interpreteren. Deze kaart zegt dat je in het verleden schade hebt opgelopen die nu een beetje opspeelt. Bovendien leid ik hieruit af dat je een doemdenker bent.” Ik herken mezelf daar niet in en vertel dat ook.

Als ik later een kaart moet trekken die de boodschap symboliseert die mijn ‘innerlijke kind’ wil vertellen, trek ik de Drie van Zwaarden. “Meid, hoe krijg je het voor elkaar! Dit is de verdrietskaart. Je innerlijke kind is niet blij!”

Frans snapt er helemaal niets van. “Als ik naar jou kijk, denk ik: daar gaat het prima mee. Maar je kaarten vertellen een heel ander verhaal. Die zijn vrij dramatisch. Er is iets wat ik maar niet te pakken krijg.” En ik weet het ook niet. Frans: “Je bent nog zo jong, maar deze kaarten vertellen mij dat je een heel dikke muur om je heen hebt. Het lukt me niet om daar doorheen te komen.”

Na een consult van anderhalf uur verzucht Frans dat hij het erg jammer vindt, maar dat hij niet ‘to the point’ heeft kunnen komen. Hij blijft erg vriendelijk. “Je hoeft ook niet te betalen. Nee, echt niet. Ik doe dit omdat ik het leuk vind, niet vanwege het geld. En hoewel ik daar bijna altijd in slaag, is het me dit keer niet gelukt om tot de kern door te dringen.”

Frans is benieuwd wat ik over een jaar of vijf zal doen. Ik ook.


Wat: Numeroloog

Waar: Amersfoort

Kosten: 60 euro

Annemiek de Crom heeft bij mijn binnenkomst al een stapel papieren klaarliggen met daarin haar beschrijving van mijn persoonlijkheid. Van tevoren heb ik haar verteld dat ik op 3 februari 1985 geboren ben, voluit Jenny Maria Dorothea Velthuijs heet en journalistiek studeer, maar twijfels heb. Op basis van mijn geboortedatum en naam heeft Annemiek vervolgens berekend wat voor beroep bij me past. “Ik weet nu heel veel van je.” Ik ben benieuwd.

“Jouw geboortegetal is een één.” Annemiek is tot die conclusie gekomen door de 3 en 2 (van de maand februari) bij de 1, 9, 8 en 5 op te tellen. Daaruit komt het getal 28. Dat heeft ze opgesplitst in een 2 en een 8 en opgeteld tot het getal 10. En tien kan weer worden vereenvoudigd tot een 1 (1 plus 0), want in de numerologie draait alles om de getallen 1 tot en met 9. “Mensen met een 1 zijn pioniers. Leiders. Dat betekent niet dat je topmanager hoeft te zijn. Bij jou lijkt me dat zelfs zeer onwaarschijnlijk, omdat het getal 8, dat staat voor zakelijkheid, nauwelijks bij jou voorkomt. Daarentegen ben je ambitieus, individualistisch en origineel. Maar als je niet lekker in je vel zit, word je arrogant of onverschillig.”

Als ik vertel dat ik me nog niet bijzonder aangesproken voel, onderbreekt Annemiek me om te zeggen dat dit waarschijnlijk te maken heeft met mijn naamgetal. “Dat is namelijk een 7.” De numerologe is tot dat getal gekomen door alle letters in mijn naam te vertalen naar cijfers, en die bij elkaar op te tellen tot er weer een enkelvoudig getal uit kwam. “Een 7 wil alles onderzoeken. Bovendien kun je ook nog eens ongelofelijk goed analyseren.” Ze pauzeert even. “Zelf schrijf je je achternaam met een y, hè, in plaats van een ij. Weet je wat grappig is? De y correspondeert in de numerologie met de 7! Dus je zet zelf nog eens een extra 7 in je naam! Bijzonder, hè!” En ik al die tijd maar denken dat ik mijn naam zo schreef omdat ik dat makkelijker vind.


Annemiek vervolgt: “En wat een 7 ook heel sterk heeft, is de behoefte om de kennis die hij opdoet door te geven aan de rest van de wereld. Dus op basis hiervan denk ik dat jij zeer geschikt bent voor de journalistiek. Alleen niet zo’n Story of zo, meer de onderzoeksjournalistiek.”

Verder kwam Annemiek er bij het berekenen van mijn ‘naamgetal’ achter dat ik erg onrustig ben. “Je hebt een 16 voor de 7 staan. Dat betekent dat je er moeite mee hebt persoonlijke relaties langdurig te onderhouden.” Annemiek denkt dat dit een restant is uit een vorig leven. “Misschien heb je toen te lang in een beknellende relatie gezeten. Vrijheid en avontuur zijn in ieder geval heel belangrijk voor jou. Op je werk en privé. Het zal dus voor jou lastiger worden om een stabiele relatie op te bouwen, want na verloop van tijd mis je het vuurwerk.”

Hoewel Annemiek officieel niet aan voorspellingen doet, voorziet ze een leven waarin ik veel ga reizen en maatschappelijk betrokken artikelen schrijf of documentaires maak die in eerste instantie misschien weerstand oproepen maar later worden erkend als zinvol. “Maar die onrust in jou, die blijft.”

Wat: Zandlezen

Waar: Oude Pekela

Kosten: 20 euro

Grietje Dijk laat me mijn hand in een bak rood zand drukken. Daarna trekt ze de schaal naar zich toe en wijst ze op wat onregelmatigheden in de afdruk van mijn handpalm. “Er liggen korreltjes. Wat ik hieruit haal, is dat je energie van jezelf weggeeft. Kun je dat plaatsen?” Ze kijkt me indringend aan. “Ongemerkt gaan de dingen niet altijd zoals je wilt. Je moet je keuzes meer vanuit je gevoel maken. Nooit twijfelen! Want aan je middelvinger zie ik: jij bent heel pienter.”


Staat de middelvinger dan voor intelligentie, vraag ik. “Voor mij wel. Want hij gaat rechtdoor, en het is ook nog eens de langste vinger. Je kunt veel meer dan je denkt.”

Daarop vraagt Grietje naar mijn studie. “Journalistiek? Maar kind!” roept ze uit. “Journalistiek is jou op het lijf geschreven! Ik vind dat echt toppie!” Ze steekt haar duim op. “Jij bent hier met jouw intentie, maar van boven hebben ze een andere intentie met jou. Snap je wat ik bedoel?”

Ze kijkt me peilend aan. Uiteindelijk kijk ik maar naar de zandbak.

“Ik heb het gevoel… ga jij hier een stukje over schrijven?”

Ik knik. “Goh, wat leuk! Dus ik kom misschien in een blad?” Ik vertel dat ze in HP/De Tijd komt, maar daar heeft Grietje nog nooit van gehoord. Wel van de Story. Bij zo’n blad ziet ze mij ook wel werken. Jippie!

“Mag ik je handen eens voelen?” Dat mag. “Jij houdt niet van huishoudelijk werk. Maar maak je geen zorgen, dan neem je later gewoon een huishoudster. Zo rijk word jij wel.” Grietje denkt dat ik ‘een oude ziel’ heb. “Andere meisjes kunnen wild doen, maar jij niet.” Ik zeg dat ik wél vrij wild ben geweest. Het is even stil.

“Ja, je kúnt wel wild zijn, maar ik bedoel: roken en zo. Dat heb jij niet gedaan.” Als ik zeg dat ik nog steeds rook, oogt Grietje opeens een beetje moe. “Het gaat echt goed met jou later, ik wil dat je dat altijd onthoudt. Dat jij heel ver gaat komen. Enne…” Ze zwijgt een halve minuut en zegt dan: “Dat jij meer uit de mensen haalt dan jij zelf denkt.”

Wat bedoelt ze daarmee? “Dat jij meer uit de mensen haalt dan dat jij zelf denkt; ik weet het ook niet!” De stilte die volgt, voelt ongemakkelijk. Tot Grietje weer een visioen krijgt. “Jij gaat ooit een huis kopen. Een flat.”


En ik dacht nog wel dat ik zo rijk zou worden. “Kijk, ik krijg af en toe wat door en daar moet je het mee doen.”

Wat: Tenenlezen

Waar: Heukelem

Kosten: 55 euro

Arlette Berkouwer heeft een praktijk als voetreflextherapeut, oorkaarsenbehandelaar en tenenlezer. “Het is toch grappig dat je iemands karakter kunt analyseren aan de hand van de tenen?” Daarna: “Het doet er niet toe of het waar is wat ik zo meteen ga zeggen. De vraag is: wat kun jij ermee?” Arlette gaat op een krukje tegenover me zitten en hangt over mijn voeten. “Leuk om te zien. Langs de tenen van je rechtervoet, die staat voor je rationele kant, kan ik een veel rechtere lijn trekken dan langs de tenen van je linkervoet. Waarschijnlijk heb je in je werk graag duidelijkheid en orde. In de relatiesfeer hou je wat meer van chaos.” Ze wijst op de plek waar mijn grote teen overgaat in mijn wreef.

“Daarnaast is de gedienstigheidsknobbel op je linkervoet groter dan op je rechtervoet. Dat betekent dat je moeilijk ‘nee’ zegt tegen vrienden. Terwijl je dat op je werk wel heel goed kan.”

Vervolgens valt Arlette op dat mijn tenen ‘lekker naar buiten’ staan. “Je mag graag kijken in de wereld. Al blijf je wel op een afstandje van alles. Maar je praat graag.” Hoe ze dat weet? “Mensen met een wat dikkere grote teen zijn erg communicatief ingesteld.”

Ze neemt iets meer afstand van mijn voeten. “Je hebt redelijk lange tenen. Korte tenen willen vooral weten of het thuis allemaal wel goed zit, lange tenen zoeken graag verbanden; zijn altijd met van alles bezig. Reizen hoort daar ook bij.” Ze knikt: “Jij hebt graag een ver-van-je-bed-show.” Het valt me op dat ze meer tegen mijn voeten praat dan tegen mij. “Ze zijn wel bruin, ik weet niet of het nou een beetje rood is, of…” Arlette pakt mijn rechtervoet beet en tuurt tussen haar wimpers door naar mijn kleine teen. “Het lijkt wel of deze een beetje… een beetje paarsig is. Alsof er heel veel energie in zit.” Met mijn voet nog in haar handen kijkt ze me opeens doordringend aan: “Ben jij soms een denker?”


Ik knik. Wie is dat niet? “Altijd maar aan het denken, analyseren, malen… Dat denken, denken, denken is natuurlijk best vermoeiend. Dus wat ik je als tip kan meegeven: probeer wat meer te voelen.”

Wat betreft mijn carrière ziet Arlette, die weet dat ik journalistiek studeer, ‘zeker wel raakvlakken met de verslaggeverij’. Maar toch denkt Arlette niet dat dat het beste bij me past. “Want in de journalistiek moet je heel snel reageren, terwijl jij een dieseltje bent.” Aangezien mijn tenen dikker eindigen dan ze beginnen, ben ik volgens Arlette namelijk iemand die tijd nodig heeft om op gang te komen. “Bovendien is journalist best een chaotisch beroep.”

Maar ik ben zelf ook chaotisch. “O ja? Je voeten vertellen me wat anders. Je bent op werkgebied juist rechtlijnig. Zoiets als accountant: dát zou dan wel weer bij je passen.” Ik trek een vies gezicht. “Of de politie! En wat zijn nou nog meer beroepen met een duidelijke hiërarchie?”

Als ik geen antwoord geef, werpt Arlette nog eenmaal een blik naar beneden. “Eén van de tenen aan je rechtervoet staat een beetje naar binnen gebogen. Als die vooruit gaat staan, word je wat minder rechtlijnig. Dus journalistiek kán wel.”

Wat: Medium

Waar: Eemnes

Kosten: 50 euro

Voordat medium Marcel Voorburg begint, moet hij zich even concentreren om zijn ‘aura door de ruimte heen te gooien’. Als hij daarna de ogen opent, lijkt hij een ander mens. Wild schiet zijn blik heen en weer als hij vraagt of ik soms ‘nieuwe aanpassingen’ wil doen. Ik vraag wat hij bedoelt. “Ik probeer het effe duidelijk te krijgen…”


Hij sluit zijn ogen opnieuw en gebaart met zijn hand zoals verkeersregelaars doen als ze een automobilist duidelijk willen maken dat hij mag doorrijden. Ogen weer open. “Heb je soms iets te maken met tandheelkunde?” Ik antwoord van niet. Daarna, met een rusteloze stem: “Ik heb het gevoel… wil jij soms hetzelfde doen als ik?”

Na nog een paar onjuiste openbaringen, voelt Marcel de energie in de kamer veranderen. “Er komt iemand bij staan. Volgens mij is het je opa aan vaders kant. Moest die voor werk een tuinbroek aan?” Ik antwoord van niet.

Marcel concentreert zich opnieuw. Af en toe schokt zijn rechterbeen. “Ik krijg 67 te zien. Is hij 67 geworden? Nee? En 76? Ook niet? Het is net alsof ik niet lekker op gang kan komen.” Lange stilte. “Klopt dat, had je opa een leidinggevende functie?” Dat klopt. Marcel grinnikt even: “Tot op het laatst toe hield hij alles in de gaten…” Als ik vertel dat mijn opa rond zijn zestigste dement werd, gaat Marcel daar niet op in.

Hij kijkt naar iets dat zich links van hem bevindt en knikt af en toe begripvol. “Je opa geeft aan dat jij ook leidinggevende capaciteiten hebt.” Opeens houdt Marcel het hoofd schuin, alsof hij iets belangrijks hoort. “Oké. Want jij kan mensen goed doorzien.” Ik reageer niet. “Maar dat is voor een latere periode. Je weet mensen te overtuigen met je charme, zegt je opa.”

En dan: “Klopt dat? Zit je oma nog in het bejaardentehuis?” Mijn oma is kort geleden overleden, vertel ik. Marcel zucht. “Ik kan je in ieder geval vertellen dat het moeilijk is om contact met haar te krijgen. Heeft je andere opa iets te maken gehad met verwarmingsmonteurs?”


Ik antwoord van niet. “Maar wel iets met metaal?” Ik vertel dat hij directeur was van een drukkerij. “Schreef hij zelf ook?” Nee, maar mijn opa aan vaderskant wel, vertel ik. Marcel: “Ja, nou weet ik niet meer wie ik aan de lijn heb.”

Hij kijkt gejaagd als hij zegt: “Ik krijg door dat je opa heel stil kon zijn. Dat is hij nu ook. Erg eh… stilletjes.”

De paragnost slaakt een diepe zucht. ,,Goed. Je opa aan moederskant laat een microfoon zien. Heeft hij daarmee gewerkt?” Dat lijkt me niet. “Moeilijk te vertalen hoor, wat ik krijg…” Het consult begint steeds meer te lijken op een moeizaam spelletje Wie is het? Marcel wil even pauzeren. “Het gaat niet zo lekker.” Zijn stem trilt.

Als het medium zich hervat, ziet hij een fluwelen hoed voor zich en denkt hij dat ik opzie tegen het eind van mijn studie. Allemaal onterecht. Twee lange uren later zegt Marcel daarom dat ik niet hoef te betalen. “Of je moet me wat willen geven.” Nadat Marcel tot uitputtens toe heeft beweerd dat hij best wat goed had – alleen niet álles – bied ik hem veertig euro aan voor de moeite. En om ervan af te zijn. Marcel weifelt eventjes, maar pakt de briefjes dan toch aan. En weg is hij.

Onderwerpen