Spring naar de content

De schavuiten van Oranje

Sywert van Lienden bespreekt de toestand in de polder.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

De afgelopen tien jaar waren roerige tijden voor monarchisten. Foute schoonvaders, verkeerde ex-liefjes, belastingontduiking, buitenechtelijke kinderen, vastgoedgerommel; het leek eerder een smeuïg Bouquetreeksverhaal dan een sprookje.

De steun voor het Koninklijk Huis zit op een naoorlogs dieptepunt. Zelfs bij orangistische partijen als de VVD is de achterban inmiddels verdeeld. De sociaal-psychologische rol van het koningschap zou in deze tijden van verwarring en gebrek aan gevoel van nationale identiteit waardevol kunnen zijn. Voorbeelden van koninklijk bindend vermogen zijn er in de geschiedenis in overvloed. Zo inspecteerde de latere koningin Elizabeth in de Tweede Wereldoorlog na een bombardement haar paleis. De arme volkswijk East End was ook zeer zwaar getroffen. Bij de inspectie sprak zij de legendarische woorden: “I’m glad we’ve been bombed. It makes me feel I can look the East End in the face.”

Onze toekomstige koningin Máxima stelt echter, gevaarlijk, dat er geen nationale identiteit bestaat. Met het ontkennen van een nationale identiteit dreigt ook de nationale eer in gevaar te komen. De combinatie van schandalig gedrag en het ontkennen van nationale eer, waar het Koninklijk Huis op steunt, is link. Zoals Montesqieu stelde: “De monarchie (-) raakt nog sterker in verval wanneer eer en eerbewijzen met elkaar in tegenspraak zijn, wanneer iemand overladen kan zijn met schande en tegelijkertijd met onderscheidingstekenen.”

Het Koninklijk Huis heeft zich door de jaren heen steeds moeten aanpassen, van ridders tot hoeders van nationale eenheid in het verzuilde naoorlogse Nederland. Nu het verzuilde Nederland verdwenen is en instituties worden platgewalst, is het Koninklijk Huis toe aan een nieuwe maatschappelijke opdracht.


Het koningshuis, en Willem-Alexander in het bijzonder, lijkt zich onvoldoende bewust van de nationale morele opdracht en voorbeeldfunctie die het heeft. Koningin Beatrix is te ouderwets voor deze opdracht. Haar kersttoespraak liet pijnlijk zien dat ze niet meer van deze tijd is, al had ze misschien wel een punt. De spreuk Qualis rex, talis grex – zoals de koning is, zijn de onderdanen – zou het levensmotto van de toekomstige Koning Willem IV moeten zijn. Als liefhebber van zijn grootmoeder Juliana zal hij voortaan het volk liefdevol en sober moeten voorleven en het Koninklijk Huis een nieuwe eeuw in moeten leiden. Willem-Alexander zou daarbij wijlen prins Claus serieus kunnen nemen en niet de media de schuld moeten geven: “Het laatste hoofdstuk van de monarchie zal door de leden van het Koninklijk Huis zelf geschreven worden.”

Onderwerpen