Spring naar de content

Intriges in een gekkenhuis

De laatste tijd is veelvuldig een reclame op televisie te zien die ‘de luidruchtigste frites van Nederland’ aanprijst. Een gezin zit rond de tafel geschaard en produceert een oorverdovend gekraak bij het verorberen van die frieten. Dat lawaai is – uiteraard – niet authentiek. Voor dergelijke geluiden doen specialisten liever een beroep het assortiment van de groenteboer. Door bloemkool, rabarber of ijsbergsla te breken of scheuren kan een luidruchtig gekraak worden geproduceerd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Filmmakers zijn van oudsher gewend geluiden met der- gelijke hulpmiddelen te accen- tueren. Kijkers zijn er zelfs zo- zeer aan gewend dat een windvlaag, een vuistslag of een remmende auto op een bepaalde manier klinkt, dat ze de échte geluiden als onwaarachtig zouden ervaren. Zo bezien is de bioscoopbezoeker als het hondje van Pavlov, dat reageert op vertrouwde prikkels.

Sommige filmmakers durven daarin heel ver te gaan.

Zo onderstreept Martin Scorsese dramatische scènes niet alleen met gierende vioolsalvo’s, maar mag hij geluiden ook graag tot bombastische proporties opblazen. Halverwege Shutter Island zien we Leonardo DiCaprio behoedzaam een sinistere, kerkerachtige ruimte binnen stappen. Hoewel er steevast één felle lichtstraal op zijn gezicht valt, wordt hij verder door duisternis omringd. Om te kunnen zien wie zich in de ruimte schuilhoudt, bedient DiCaprio zich van lucifers. Het afstrijken daarvan maakt een geluid dat hoegenaamd niets met de werkelijkheid te maken heeft. Een WHIIIIIZZZH!! dat het midden houdt tussen het afschieten van een vuurpijl en een krachtige zweepslag. In al zijn overdrijving past het lawaai van die lucifers eigenlijk wel bij de suspense van die scène. Zoals de duisternis wordt doorsneden door intens licht, wordt de stilte doorbroken door intense geluiden. Subtiel is anders. Maar voor subtiliteiten zijn we bij Scorsese toch al aan het verkeerde adres. Hij houdt meer van het Grote Gebaar. Stilistisch laat Shutter Island zich omschrijven als een fraai staaltje barok. Filmvorsers hebben vaak gewezen op de sterke invloed van de Italiaanse roots van Scorsese en het katholicisme, dat sluipenderwijs in veel van zijn films is doorgedrongen. De overdadige, barokke stijl sluit daar naadloos bij aan.


Shutter Island (gebaseerd op de gelijknamige thriller van Dennis Lehane) is het verhaal van een rechercheur (DiCaprio) die per boot afreist naar een inrichting voor moorddadige psychiatrische patiënten op een rotseiland voor de kust van Boston. De directeur (Ben Kingsley) heeft zijn hulp ingeroepen om een ontsnapte patiënt te traceren. Achter de muren van de inrichting broeien allerlei intriges, en naarmate het onderzoek vordert, begint het onderscheid tussen waan en werkelijkheid te vervagen. DiCaprio is voortreffelijk als de agent die aan zijn eigen verstand gaat twijfelen.

Een eerdere samenwerking tussen DiCaprio en Scorsese (in Gangs of New York) resulteerde in een epische film die zowat stikte in zijn eigen bombast. Binnen deze benauwende thriller komen de barokke vormgeving en de gezwollen beeldtaal veel beter tot hun recht. Shutter Island is een spannende en onderhoudende film. ‘Vet’ in de positieve zin des woords. Dat roept een vraag op: zou Scorsese de sluizen niet eens lekker wijd open willen gooien in een échte horrorfilm?

Shutter Island. Regie: Martin Scorsese. Vanaf 18 februari in de bioscoop.

Onderwerpen