Spring naar de content

Kansloos in het mbo

Sywert van Lienden bespreekt de toestand in de polder.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Volgens de onderwijsinspectie zijn ruim 64 mbo-opleidingen ‘zeer zwak’ en ruim 500 ‘zwak’. Over de hele linie gezien is het mbo-onderwijs al jaren zwak. De hartstochtelijke oproep van Ahmed Marcouch, talloze mbo’ers en hun ouders, om falende roc-instellingen hard aan te pakken, en desnoods op te laten draaien voor particuliere bijlessen, verdient steun. Voorzitter Jan van Zijl van de bestuurslobby, de MBO Raad, haastte zich om te zeggen dat er van de ‘elfduizend opleidingen in ieder geval 10.936 wel goed waren’. Hij maakt zich er op z’n janboerenfluitjes vanaf. Niet alleen scoort dus ruim vijf procent van de opleidingen onvoldoende, het is waarschijnlijk dat het aantal nog veel hoger is door de zachte inspectiemethodes.

De zwakste onderwijsinstellingen staan in de slechtste wijken. Oorzaak en gevolg lopen hier door elkaar. Toch is het onthutsend. Een half jaar tot een jaar geen leraar die je Nederlands of Engels geeft. Ahmed de metselleerling die vervolgens geen diploma krijgt omdat hij die lessen ‘gemist’ heeft. En zich daarna niet staande kan houden op de arbeidsmarkt omdat sollicitatiebrieven schrijven ‘noa nie eg zn ding is’ – hij heeft het dus gewoon niet kunnen leren. De problemen als het gaat om taalbeheersing in de dienstverlenende sector zijn zo mogelijk nog schrijnender.

Door gebrekkig bijgehouden cijfers krijgen we geen inzicht in de omvang van het probleem. Slechts een kwart van de roc-instellingen had in 2009 de registratie op orde – van ziekteverzuim tot uitval tot leerrendement. De voorzitter van de Brusselse denktank The Lisbon Council, Paul Hofheinz, heeft gelijk als hij zegt: “We moeten de werkelijkheid in ons onderwijs blootleggen. Verandering begint met transparantie.” De Jan-van-Zijls van deze onderwijswereld moeten wat dat betreft nog veel leren.


Investeren in mensen, kennis en kunde levert altijd wat op. Wat precies, is weer wat duidelijker geworden dankzij de OESO. In het recente rapport De hoge kosten van laag onderwijskundig rendement kwam Nederland er niet slecht af. Maar door te investeren in de leeruitkomsten op wiskundegebied blijkt Nederland structureel alleen al drie tot vier procentpunt extra economische groei te kunnen bereiken. Daarbij krijgen veel praktische handen eindelijk wat werk om handen. Want met drie dagen per week een opleiding op school of werkplek word je in Nederland verplicht tot lui zijn!

Onderwerpen