Spring naar de content

Het Grote Verkiezingsonderzoek

Hoe denken de lezers van HP/De Tijd en de bezoekers van de website www.hpdetijd.nl over de gemeentelijke politiek. Op welke partij gaan ze stemmen? Wat vinden ze van de zeer beperkte deelname van de PVV. Zijn ze voor een gekozen burgemeester? De antwoorden komen uit het Grote Verkiezingsonderzoek dat HP/De Tijd de afgelopen weken hield.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

De 1167 deelnemers aan het Grote Verkiezingsonderzoek zijn representatief voor de lezers van HP/De Tijd en bezoekers van de website www.hpdetijd.nl en dus niet voor de gehele Nederlandse bevolking. We zeggen dit maar meteen, omdat Jan Peter Balkenende anders in een misschien wel fatale huilbui zou uitbarsten over het gebrek aan waardering dat u voor zijn partij hebt. Slechts 12,2 procent van u gaat op 3 maart op het CDA stemmen en dat is 4,5 procentpunt minder dan heel Nederland in 2006 in werkelijkheid deed.

Toch is het CDA van de landelijke partijen daarmee nog de grootste partij – als het aan u ligt. De PvdA, in 2006 in het echt goed voor 23,5 procent van alle stemmen, moet het bij u met 11,6 procent doen. Dat is niet best, om het nog vriendelijk te zeggen. De derde landelijke partij is de VVD. De liberalen krijgen van u 8,8 procent van de stemmen, tegenover 13,8 procent bij de echte gemeenteraadsverkiezingen in 2006.

‘s Lands grootste partij… bestaat niet.

De gezamenlijke lokale partijen zijn bij de lezer van HP/De Tijd torenhoog favoriet. Liefst 22,1 procent van de deelnemers aan ons onderzoek gaat een rood vakje invullen voor een naam op de lijst van een plaatselijke partij. Dat is geheel in lijn met de echte uitslag van 2006, toen de lokalo’s 22,9 procent scoorden.

Heel opmerkelijk in het huidige onderzoek: u hebt niet veel op met D66. Waar Alexander Pechtold, mochten er nu Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden, landelijk zomaar 10 procent zou scoren, komt u niet verder dan 4,7 procent voor de partij die zich het felst tegen PVV-leider Geert Wilders heeft verzet. U maakt GroenLinks groter: 7,1 procent.


We hebben u ook gevraagd hoe u denkt dat héél Nederland gaat stemmen. Dan denkt 56,6 procent dat het CDA de grootste partij van het land gaat worden. De lokale partijen zouden (als ze zich landelijk zouden bundelen) volgens 19,3 procent van de deelnemers aan ons onderzoek de grootste partij worden. Op de derde plaats komt de VVD met 9,8 procent en alle andere partijen worden in minder dan 5 procent van de gevallen als de grootste partij genoemd. Dit is overigens behoorlijk in lijn met eerdere gemeenteraadsverkiezingen, al was de PvdA in 2006 bij wijze van uitzondering in werkelijkheid de grootste. Nu denkt slechts 3,6 procent van u dat de sociaal-democraten, nadat alle stemmen op 3 maart zijn geteld, de grootste partij zijn. U kunt er niet allemaal kijk op hebben, zullen we maar zeggen:

Over naar de Grote Geperoxideerde Voorman van de PVV, tevens huisvriend van HP/De Tijd (voor wie internettaal spreekt: 😉 – voor anderen: dat is een grapje)! Wij vroegen ons af of u het betreurt dat de PVV in uw gemeente niet meedoet of dat u juist juichend rond de schoorsteen heeft gestaan en vervolgens de vlag bent gaan uithangen toen bleek dat de PVV in uw gemeente niet op de kieslijst stond. Nou, daar worden we niet vrolijk van. Want een groot deel van u lijkt wel báng voor die Partij voor de Vrijheid die enkele maanden geleden nog zo fantastisch onderdak bood aan een verslaggeefster van HP/De Tijd. Liefst 18,6 procent vindt het ‘fantastisch’ dat de PVV in zijn gemeente niet meedoet en 13,3 procent is er gewoon blij om. Daar staat tegenover dat 30,0 procent weleens had willen zien hoe Wilders’ club het anno 2010 zou doen en dat 9,7 procent het ronduit ‘verschrikkelijk’ vindt dat de gemeenteraadsverkiezingen het in zijn gemeente zonder de volgelingen van ome Geert moeten doen. Of dat is omdat veel van de PVV-lokalen wordt verwacht of omdat die 9,7 procent hen graag op hun spreekwoordelijke plaat ziet gaan, hebben we (helaas) niet gevraagd. Onze excuses daarvoor. En oh ja, de rest maakt het niet uit dat de PVV niet meedoet in zijn gemeente (of woont in Den Haag of Almere, waar de partij juist wel op het kiesformulier staat).


Hadden de deelnemers aan ons onderzoek overwogen op de PVV te gaan stemmen als die partij in hun gemeente wel had meegedaan? Liefst 11,1 procent zou het zeker doen. En nog eens 23,9 procent zou het tenminste overwegen. Dat zijn duidelijke cijfers. De andere kant van de medaille: 57,3 procent heeft geen haar op zijn hoofd die daaraan denkt en 6,4 procent denkt van niet. Heel opmerkelijk: één respondent zegt de vraag niet te durven beantwoorden. Die denkt ongetwijfeld dat onze vrienden van de AIVD afluisterapparatuur op onze website hebben geplaatst. Margarita revisited:

Overigens denkt u met z’n allen dat de PVV, áls die club wel overal kandidatenlijsten zou hebben ingediend, een serieuze factor in de diverse gemeenteraden zou zijn geworden. Liefst 20,3 procent van u denkt dat de PVV zomaar meer dan 30 procent van de stemmen zou hebben behaald. Tussen 20 en 30 procent denkt 27,5 procent van u en tussen 10 en 20 procent meent 40,9 procent. Als we dit resultaat extrapoleren naar het niveau van het gehele land, zal de PVV bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen een serieuze club worden, waardoor een kabinet dat bestaat uit minder dan vier partijen alleen mogelijk is met de PVV. Of Wilders deel wil uitmaken van een kabinet staat niet vast. De ene week zegt hij in Revu van wel, de volgende op RTL 7 van niet. Geen van beide media zijn overigens door hem van leugens beschuldigd, dus hij zal er wel ambivalent in zitten, zoals dat tegenwoordig zo fraai heet.

We stappen over op politici van wie we zeker weten dat ze wel bestuurlijke verantwoordelijkheid durven te nemen: burgemeesters en wethouders. We kennen de lezer van HP/De Tijd (zie nummer 4/2010, de Oranjespecial) inmiddels als iemand die niet van oneerlijke ‘benoemingen’ houdt, dus dat zal bij burgemeesters ook wel zo zijn. En… inderdaad!


Van alle deelnemers aan ons onderzoek vindt 48,1 procent dat de burgemeester gekozen moet worden door de bevolking. En 32,1 procent meent dat de burgemeester gekozen moet worden door de gemeenteraad. De Tweede Kamer denkt daar dus heel anders over. De huidige methode, een benoeming na een geheim advies van een vertrouwenscommissie uit de gemeenteraad, is volgens maar liefst – en schrik nu niet – 4,1 procent van u de beste methode. Maar het is ook de enige die garandeert dat de grote partijen in de Tweede Kamer hun eigen restmateriaal het land in kunnen blijven sturen, dus uw mening zal geen verandering in het standpunt van de grote partijen teweegbrengen, vermoeden wij zo.

Sinds de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in 2006, hoeven wethouders niet meer uit de gemeente te komen waar ze de boel besturen. Theoretisch betekent dat dat gemeenteraden hun bestuurders niet meer uit een handvol, maar uit een landvol kandidaten kunnen kiezen. Bevalt dat u? Nee dus! Liefst 32,1 procent vindt die ingevlogen wethouders veel slechter en 20,6 procent gewoon slechter dan ‘eigen volk’ op het pluche. Beter of veel beter vindt daarentegen slechts 11,8, respectievelijk 10,0 procent het. En 25,4 procent zal het worst wezen. Samengevat zeg je dan: experiment mislukt!

Een soortgelijk nieuwigheidje is het gegeven dat wethouders niet meer worden benoemd vanuit de gemeenteraad. Dan kunnen ze dus, zoals hiervoor besproken, uit een andere gemeente komen, maar ook uit de eigen gemeente. Maar dan zonder dat ze eerst zijn verkozen als gemeenteraadslid door de bevolking. U bent daarover iets minder kritisch dan over de complete buitenstaander, maar nog altijd beschouwt u deze bestuurlijke noviteit niet als een parel. Veel slechter: 20,8 procent, slechter: 21,1 procent, beter: 12,9 en veel beter: 12,3 procent. En 25,4 procent maakt het niet uit.


Dat gedoe met die wethouders heeft te maken met het dualisme, waarover u elders in dit blad (pagina 80) meer kunt lezen van onze jongste medewerker, prof. dr. Sywert van Lienden. Een ruime meerderheid (56,0 procent) zegt niets te hebben gemerkt van dat dualisme. Volgens 13,2 procent is het lokale bestuur door het dualisme (fors) verbeterd. En 15,1 procent vindt dat het niveau er juist door is gedaald. De rest (15,7 procent) heeft geen mening over het dualisme.

We vroegen u – ons ben zuunig – hoe u tegen het hele wachtgeldgedoe aankijkt. Een paar honderd burgemeesters en wethouders maakten de afgelopen vier jaar gebruik van de wachtgeldregeling en dat zijn – we gaan nu even PVV’erig doen – wel onze centen waarvan ze op hun luie reet op de Bahama’s gaan zitten! Dus…

U bent massaal tegen wachtgeld. Als ze vrijwillig opstappen moeten die ambtsdragers van 46,8 procent van u zich maar gewoon melden aan het loket van eerst de WW en daarna de bijstand. Bestuurders die eruit gegooid worden hebben volgens 37,5 procent van u geen recht op wachtgeld. Een afkoopsom die genoeg is om een halfjaar te overleven vindt 24,4 procent van u wel redelijk als zo’n wethouder zelf ontslag neemt en 26,2 procent als hij of zij wordt weggestuurd. En genoeg om een jaar te overbruggen zegt 17,2 procent bij vrijwillig en 21,3 procent bij onvrijwillig ontslag. Oftewel: wat u betreft liggen er bij gemeenten wel wat miljoentjes die wegbezuinigd kunnen worden. Of we dan nog goede burgemeesters en wethouders krijgen, als hun rechtspositie zo wordt ‘aangetast’ is natuurlijk een vraag die we u weer vergaten te stellen. Maar je kunt ook te veel willen weten.


Waarom stemt u op de ene partij en niet op de andere? Politieke partijen hopen natuurlijk altijd dat u een paar avonden op hun verkiezingsprogramma’s heeft zitten studeren en dat u niet ondoordacht kiest voor een partij of voor personen. Want Het Gaat Om Den Inhoud! Welnu, dan valt u ze niet tegen.

Liefst 45,8 procent van u zegt de stem te bepalen op basis van het plaatselijke verkiezingsprogramma (en u heet geen Pinokkio?). Op de tweede plaats komt, met 28,5 procent, het plaatselijke beleid. Op drie noteren we, met 18,5 procent, traditie. U stemt gewoon landelijk en lokaal altijd op dezelfde partij; lekker overzichtelijk. Zoals abonnees bij tijdschriften. Daarna komen met 13,9 procent de landelijke verkiezingsprogramma’s, met 12,3 procent de mensen op de plaatselijke kandidatenlijst en met 9,8 procent de landelijke daden.

Over landelijke daden gesproken: hoe veel last bezorgen de Bossen en Balken-endes en Rouvoeten van deze wereld hun lokale partijgenoten met hun gestuntel en geruzie en gejokkebrok? Dat die lokale mensen door weer en wind verkiezingsprogramma’s lopen te verspreiden (die leest u immers) en dat al die inspanningen vervolgens tevergeefs zijn omdat er door hun vrienden in Den Haag maar wat aangeklooid wordt. Het ergst ‘last’ van de rol in het kabinet heeft, volgens u, de PvdA. Liefst 79,7 procent van u denkt dat de PvdA lokaal stemmen verliest dankzij de aanwezigheid in Balkenende IV. Bij het CDA is dat 57,0 procent en bij de Christen- Unie 17,3 procent. Zijn er dan ook mensen die denken dat de drie coalitiepartijen juist beter worden van het feit dat ze ‘hun verantwoordelijkheid nemen’? De Christen-Unie wel, denkt 35,2 procent, het CDA wel, denkt 13,1 procent en de PvdA wel, denkt 5,2 procent. Dus wat dat betreft is het voor lokale PvdA’ers en CDA’ers een treurig verhaal; hoeveel rozen en groene ballonnen ze ook hun wijken in pompen, het zal ze wel windeieren leggen.


Weet u nog dat twee grappenmakers van de PvdA onlangs aan staatssecretaris Ank Bijleveld vroegen te onderzoeken welk effect een latere verkiezingsdatum zou hebben op de opkomst? Met pek en veren reden we ze door de straten (en onze kolommen). Maar wat denkt u? Zou het gunstig zijn voor de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen als die pakweg in mei of juni zouden worden gehouden? Een ruimte meerderheid (55,5 procent) meent dat de opkomst dan gelijk zou blijven. Volgens 29,0 procent zou de opkomst inderdaad stijgen (traditioneel goed nieuws voor de PvdA) en volgens 6,7 procent zou de opkomst juist lager zijn als de verkiezingen bij beter weer worden gehouden.