Spring naar de content

Opgewekt voorwaarts

Het vierde kabinet-Balkenende was ook hún kabinet, maar de ChristenUnie ziet een maand na de val ervan niet om in wrok of verdriet. Geen enkel mens uitsluitend gaan de mannenbroeders (m/v) voort, op naar een nieuwe termijn.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Met een aandoenlijk stalletje op de beurs Kerk en Gemeente, vorige week in de Utrechtse Jaarbeurs, voert de ChristenUnie campagne. Bezoekers worden getrakteerd op pepermuntjes, koffie en thee, en op pennen en tasjes met het opschrift ‘Ik draag de ChristenUnie’. In die tasjes zijn ledenwerfkaartjes gestopt die je kunt gebruiken tijdens ‘uw campagne-acties en evenementen’. Waar grote broer het CDA in Utrecht verstek laat gaan, veegt de ChristenUnie deze ogenschijnlijke kruimel maar wat graag op haar bord. De partij is klein, de middelen voor een uitbundiger campagne ontbreken.

Maar vlak de ChristenUnionisten daarmee niet uit. De val van Balkenende IV werd door de orthodox-christelijke aanhang ervaren als een teleurstelling, maar de eigen partij is er niet om veroordeeld. Aldus valt te noteren onder beursbezoekers. De peilingen ondersteunen die indruk: de CU schommelt steeds rond het huidige aantal Kamerzetels van zes à zeven. Hiermee kan de stabiele, betrouwbare en bescheiden ChristenUnie bij de komende kabinetsformatie het verschil maken. Dat gebeurde bij Van Agt I, en ook bij latere formaties werd de zogeheten Staphorster variant altijd achter de hand gehouden. Dus, André Rouvoet straks op het bordes tussen JPB en Job Cohen in?

“Ik heb wel een zekere feeling met Cohen,” glundert fractieleider Arie Slob.

We spreken hem zittend op het witte Ikea-bankje in het verkiezingsstalletje, met naast hem een enorme bordkartonnen foto van Rouvoet. “Onze vicepremier heeft het uitstekend gedaan,” meent de fractieleider, en er volgt een opsomming van verworvenheden die ik verder niet kan navertellen.


De politieke leider is er zelf niet bij, vandaag – hij heeft ministerraad. Wijzend naar de bordkartonnen Rouvoet zegt Slob dat André hier nog z’n oude brilmontuur draagt. “Daar lopen ze nu ergens in Afrika mee rond.” En, ietwat ondeugend verwijzend naar het nieuwerwetse model dat zijn baas thans draagt: “Ja, hij gaat met z’n tijd mee hoor, die jongen.”

De opmerking past bij de gemoedelijke sfeer op de beurs. Er is een gevarieerd aanbod van standhouders. Van één voor ongediertebestrijding – kerken hebben namelijk erg veel last van muizen, duiven en ratten – tot de boekbindersfirma R. Kok uit Maartensdijk, die oude bijbels restaureert of nieuwe voorziet van zilveren en gouden sloten. Vol trots toont mevrouw Kok ons de originele, uit de zeventiende eeuw stammende Synode van Dordrecht. Af en toe hoor je iemand op een kerkorgel spelen van een van de aanwezige orgelbouwers. Meestal werk van Bach, waaronder het toepasselijke Wachet auf, ruft uns die Stimme.

Een stem van geheel andere orde is die van CU-Kamerlid Cynthia Ortega. In de workshop ‘Armoedebeleid, schuld- en hulpverlening’ roept zij haar gehoor nogal luid toe, want er is geen microfoon. Nou ja, die is er wel, maar de Surinaamse ontdekt het voor haar neus liggende apparaat te laat. Eenmaal aan de microfoon, is haar eigen volumeknop dermate van slag dat ze ons een beetje doet denken aan Prem Radhakishun, maar dan al wat later op de avond.

De Duivel waart ook rond, in de gedaante van Rutger Castricum, die klier van GeenStijl die Ella Vogelaar zo te kijk zette. Beursorganisator Marco van de Wetering zegt dat hij hem de toegang niet kon weigeren, want de camera liep al toen hij zich meldde en de eventuele commotie bij een verhindering had hij gegarandeerd integraal uitgezonden. De jeugdige campagnemedewerker van de ChristenUnie, Anne Grijzenhout, is er amper gerust op en kijkt steeds om zich heen of hij Rutger en diens cameraman niet ergens een willoos slachtoffer ziet slachten. Pas na een tijdje ontspant Anne – de negatieve beeldvorming omtrent die wereldvreemde christenen blijft hardnekkig en als de goddeloze buitenwereld kwaad wil, dan is daar niets tegen bestand.


Anne is negentien en studeert journalistiek aan de christelijke opleiding te Ede. Iedere zondag gaat hij naar de kerk in zijn woonplaats Asperen, en dan twee keer, zoals het hoort: om tien uur ‘s ochtends en om half zeven, vlak voor Studio Sport. Hij beweert geen uitzondering te zijn. De kerk die hij bezoekt, is iedere week afgeladen, ook met leeftijdgenoten. Hij verwijst naar festivals als de EO-Jongerendag, het Flevo Festival en Opwekking, die ieder jaar grootser opgezet worden. “Ik zie het overal om me heen: iedereen zoekt naar betekenis, naar zingeving. Ook in relatie tot de samenleving.”

De CU profiteert daarvan, zegt Linda van ‘t Hoog, 21 jaar, student bestuurskunde in Tilburg. Linda besteedt heel wat vrije uurtjes aan de CU, en dat dient een doel: Linda wil de politiek in, ‘omdat ik zo de verbinding wil leggen tussen God en de mensen’.

Zoals zij het zegt, met die gelukzalige blik in haar ogen, word ik er zelf ook een beetje blij van. Linda heeft al drie jaar stijf verkering, maar samenwonen is er niet bij. Dat verbiedt de kerk. En seks voor het huwelijk? De vraag ligt voor de hand, maar om een of andere reden weigeren de woorden het hoofd te verlaten.

Wordt dat niet lastig straks, probeer ik vervolgens, een druk politiek leven en een gezin? Van dat laatste ga ik gemakshalve uit, want die christelijke meisjes trouwen vaak jong en gaan meteen aan de kinderen. “Dan wordt mijn vriend toch huisman,” giechelt ze, maar ze maakt beslist geen grapje.

Nog even terug naar Arie Slob, en aan hem de vraag of de ChristenUnie straks politici uitsluit – wat tegen Gods wil zou indruisen, want Hij sluit níemand uit. Slob, met een gezicht dat om begrip smeekt: “Nee, we sluiten geen enkel mens uit. Maar in de politiek draait het om inhoud, en de inhoud van de PVV, want daar doelt u op, zal zich niet blijken te verdragen met die van de andere partijen. Dat is ook een realiteit.”


Het antwoord verbaast me vanwege de handigheid, die je eerder verwacht bij een glibberige katholiek dan bij een steile mannenbroeder. “Gods wegen zijn ondoorgrondelijk,” zal later zuster Meijerink van de Zusters Augustinessen van Sint-Monica in Utrecht me voorhouden, weliswaar in een geheel andere context. Maar de hele weg terug naar huis blijft die opmerking hangen. Bij aankomst evenwel is de conclusie ingedaald: de ChristenUnie is er alweer helemaal klaar voor. Job en JP kunnen op hen rekenen.