Spring naar de content

41 gehoorzame nobody’s

Tussen de 41 nieuwe kandidaten op de PVV-lijst voor de verkiezingen van 9 juni staan nul klinkende namen. Dat is jammer, want een debat tussen arabist Hans Jansen en Alexander Pechtold was ongetwijfeld razend interessant geworden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Boudewijn Geels

Het leek wel of er, daar in het afgelegen Loosdrechtse eetcafé De Eend, een soort sekte bijeenkwam. Je mocht alleen naar binnen als je een persoonlijke uitnodiging had ontvangen van organisator Peter Siebelt, rechts publicist annex beveiligingsexpert en pain in the ass van linkse actiegroepen. Een beveiliger voor de deur hield toezicht. Hij stond er ook om handelend op te treden ingeval linkse actievoerders lucht van de bijeenkomst hadden gekregen.

Binnen nuttigden op die 27ste november 2009 vijftig mensen een driegan- gendiner. Het waren, zo stelde Siebelt in de uitnodiging van zijn ‘politiek café’, mensen die ‘politieke veranderingen’ nastreven. Aan één tafel zaten voormalige Jonge Fortuynisten, rond een andere breedgeschouderde heren uit de beveiligingsbranche. Aan de derde tafel bevonden zich – dit was de grootste groep – rechtse bloggers: scribenten van Hetvrijevolk en Hoeiboei en bekende ‘reaguurders’ van sites als GeenStijl.

Tafel vier was het interessantst. Daaraan zaten behalve Siebelt onder meer PVV-Kamerlid Martin Bosma, Telegraaf-primeurjager Martijn Koolhoven (die opmerkelijk genoeg geen letter over de bijeenkomst schreef), publicist en Wilders-kenner Joost Niemöller en arabist Hans Jansen.

Jansen en Bosma verzorgden lezingen, respectievelijk over de islam en de ‘linkse media’. Tot inhoudelijke discussies kwam het niet. Alle invités bleken het roerend met elkaar eens.

Vooral de aanwezigheid van Hans Jansen – de oud-hoogleraar is ook getuige à décharge in het ‘haatzaai’-proces tegen Geert Wilders – intrigeerde. Zou hij dan de man worden die de PVV-Tweede Kamerfractie straks eindelijk enige intellectuele statuur gaat geven?


Nee dus. Afgelopen maandag, twee weken eerder dan was aangekondigd, maakte Wilders zijn kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen van 9 juni bekend. Die lijst is in zekere zin teleurstellend te noemen. Geen Ehsan Jami (hij leek een ‘zekerheidje’), geen Hans Jansen, en ook niet iemand als de immer hoog van de toren blazende klimaatscepticus Hans Labohm.

De lijst van vijftig namen bevat 41 relatieve nobody’s: wat oud-VVD’ers, een leraar Duits, een voormalige hordenloper, een meneer van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël en veel mensen die nu al PVV-medewerker zijn.

Eerste conclusie: Wilders speelt op safe. Althans, er zitten geen mensen bij van wie je nu al kunt vermoeden dat hun ego zo groot is dat ze de oekazes van de chef op enig moment zullen negeren. Zulke heibel kan de partij ook niet gebruiken. Zeker nú niet.

De PVV leek de laatste maanden een beetje de kluts kwijt te zijn. Was Wilders’ partij eind vorig jaar nog virtueel de grootste van Nederland, inmiddels hebben veel kiezers toch meer vertrouwen in Wilders’ vróegere partij, de VVD. Begrijpelijk, want Wilders en zijn discipelen spelen het spel niet goed.

Wie denkt dat de PVV ook maar een nanoseconde heeft overwogen om daadwerkelijk zitting te nemen in de coalitie van Almere en/of Den Haag, is abuis. Wilders weet dat regeren pijn doet en dus op termijn zetels kost; het is oneindig veel gemakkelijker om vanuit de oppositiebanken allerlei wilde dingen te blijven roepen. Bovendien kost regeren menskracht. De PVV-leider beseft dat hij op dit moment volstrekt onvoldoende capabele aspirant-bestuurders in huis heeft.

Echter, de PVV’ers moeten natuurlijk wel dóen alsof ze in principe graag willen regeren, anders voelen hun kiezers zich bedrogen. Tegelijk moeten de andere partijen, tenzij ze hun aanhang juist het tegendeel hebben beloofd, net doen alsof ze serieus met de PVV willen praten. De wens van het volk moet nu eenmaal worden gerespecteerd, nietwaar? Zo zal het na 9 juni ook op het Binnenhof gaan. Wilders heeft zichzelf bewust buitenspel gezet door de verhoging van de AOW-leeftijd tot breekpunt te bombarderen.


Politiek bedrijven is voor een niet onbelangrijk deel toneelspelen. Sommige politici kunnen dat van nature (Maxime Verhagen), anderen juist niet (Wouter Bos) en weer anderen zijn er zelfs officieel voor opgeleid (Boris van der Ham). Het begint zich te wreken dat de PVV’ers in Almere en Den Haag nóg slechtere acteurs zijn dan die van de andere partijen. In beide gemeenten is de PVV ongeloofwaardig snel uit de onderhandelingen gestapt. Ongeloofwaardig is ook het recente gedraai rond het al dan niet toestaan van hoofddoekjes in gemeentelijke instellingen – eerst was de PVV mordicus tegen, nu het slecht gaat in de peilingen is ze opeens bereid water bij de wijn te doen.

De PVV mag dan geen hoge pet op hebben van de eigen aanhang (zie het boek Undercover bij de PVV), zó dom is de achterban nou ook weer niet. Vooral de beter opgeleide potentiële PVV-stemmer zal zijn afgehaakt.

Met iemand als Hans Jansen (1942) op de kandidatenlijst voor de parlementsverkiezingen had de PVV hoogopgeleide afhakers kunnen terughalen. De arabist laat een mail waarin hem wordt gevraagd of hij wel door Wilders is gepolst, onbeantwoord.

Het lijkt hoe dan ook nauwelijks voorstelbaar dat hij er hevig naar uitzag om samen te werken met een proleet als Richard de Mos, die onlangs en plein public voorstelde om bij een dreigende watersnoodramp het GroenLinks-Kamerlid Ineke van Gent voor de dijk te leggen. En wat te denken van Dion Graus? De Limburger mag dan een aandoenlijke compassie met dieren aan de dag leggen, met mensen heeft hij beduidend minder op. Hij is in het verleden in verband gebracht met agressie, en eind 2009 presteerde hij het zijn persoonlijk medewerkster voor ‘hoer’ uit te schelden (zie wederom het boek Undercover bij de PVV). Over Hero Brinkman hebben we het hier dan nog niet eens (dat doen we op pagina 13).


De PVV heeft het afgelopen jaar veel energie gestoken in het trainen van kandidaat-volksvertegenwoordigers. Maar de aspirant-Kamerleden moeten door de val van het kabinet veel vroeger voor de leeuwen worden gegooid dan was voorzien. “Het gaat allemaal veel te snel,” klaagde Martin Bosma vorige maand in De Pers. Wilders zal de nieuwelingen dan ook strak in de hand willen houden.

Zo’n benadering past niet bij een onafhankelijk denker als Hans Jansen. Dat weet Wilders natuurlijk ook. Hij prefereert devote types. Onbeschreven bladeren. Mensen die al driftig meningen hadden geventileerd via bijvoorbeeld Twitter vielen meteen af als kandidaat-volksvertegenwoordiger.

Toch is het jammer dat Jansen op de kandidatenlijst ontbreekt. We hadden de oud-hoogleraar graag de degens zien kruisen over de islam met bijvoorbeeld Alexander Pechtold. Tien tegen één dat het licht in diens studeerkamer de avond vóór zo’n debat tot diep in de nacht zou hebben gebrand.