Spring naar de content

Wanneer maakt de SP schoon schip?

Dankzij zwart geld, fraude en riante subsidies uit Peking kwam de SP in de jaren zeventig en tachtig uit de startblokken. Maar met de financiën van Neerlands rijkste politieke partij zijn nog steeds rare dingen aan de hand. Hoog tijd om schoon schip te maken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Roelof Bouwman

Dit wordt een verhaal met nogal wat getallen. Maar laten we beginnen met een getal dat – in tegenstelling tot veel andere cijfers in dit artikel – helemaal niets met geld te maken heeft. Het getal waar het om gaat, staat op de voorkant van het onlangs verschenen april-nummer van SP-maandblad De Tribune: ‘Jaargang 46’. Zou dat een drukfout zijn? Er zijn misschien wel SP-leden die dat vermoeden. Want voor verreweg de meeste van die ruim 46.000 leden geldt dat ze zich na 1994, toen de SP debuteerde in de Tweede Kamer, bij de partij hebben aangesloten. 1994: dat is zestien jaar geleden. Maar begon De Tribune dus al te verschijnen in 1965, toen de huidige SP-leider Emile Gerardus Maria Roemer nog in de luiers lag? Ja, zo oud is De Tribune al, hoewel het blad aanvankelijk Rode Tribune heette. En net zo oud is feitelijk ook de SP, hoewel de partij pas in 1972 haar huidige naam kreeg.
In die 46 jaar is er nogal wat gebeurd – hoe kan het ook anders. Het meest in het oog springende aspect, al dikwijls in kaart gebracht door journalisten, politicologen, historici en ook door de SP zelf, is natuurlijk de groei van de partij. Weliswaar lijkt die nu te zijn gestokt, maar ook als de SP op 9 juni de helft of zelfs twee derde van haar 25 Kamerzetels zou verliezen, blijft er sprake van een uniek fenomeen.
Uniek, vooral omdat de SP zo’n veertig jaar geleden behoorde tot een slag politieke partijen waarvan het in Nederland toentertijd wemelde: strak georganiseerde en bloedfanatieke miniformaties ter linkerzijde van de CPN, met doorgaans slechts enkele tientallen of enkele honderden leden (onder wie veel geradicaliseerde studenten), die zich ten doel hadden gesteld ons land door middel van een proletarische revolutie te transformeren tot een orthodox-communistische heilstaat. Naast de onvermijdelijke Marx en Lenin fungeerden ideologische hardliners als Jozef Stalin, Leo Trotski, Mao Tse-toeng, de Albanese communistenleider Enver Hoxha en de Cambodjaanse Rode Khmer-aanvoerder Pol Pot daarbij, in wisselende samenstelling, als lichtende voorbeelden.

Lees de rest van het artikel in HP/De Tijd van deze week

Onderwerpen