Spring naar de content

Muzikaal toneelspel

Kunst doet dromen en inspireert. Twee Nederlanders over kunst die belangrijk voor hen is.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Ik beleef al veertig jaar het ene hoogtepunt na het andere. Mijn grootste hartstocht ligt altijd bij het werk waar ik op dat moment mee bezig ben. Er is één uitzondering: de Gran Partita van Mozart, waarin we zijn volle genie zien. En in een razend tempo.

De Gran Partita was een opdracht van keizer Joseph II van Oostenrijk. Mozart voegde aan de standaardbezetting van acht blazers twee hoorns toe en gaf de contrabas een eigen rol – zeer eigenwijs in die dagen. Ook gaf hij de bassethoorn een plaats, een instrument dat hij had ontwikkeld met een collega-vrijmetselaar. Die hoorn heeft een veel diepere houtblazersklank dan destijds mogelijk was. Vervolgens maakte hij van de Gran Partita het langste stuk ooit: achtdelig, terwijl alles toen hooguit vier deeltjes had. En het gaat maar door, met de ene schoonheid na de andere. Hij blijft maar uitpakken.

Waar Mozart extreem goed in was, is het rollenspel. Zijn melodieën vertolken uiteenlopende personen die elkaar becommentariëren en voor de gek houden. Een muzikaal toneelspel. Een feest van verhaaltjes waarin je op een ongelooflijk subtiele manier almaar op de hak wordt genomen. Elk deel heeft een compleet eigen sfeer, waardoor het publiek zich altijd wel ergens aangesproken voelt. Humor, romantiek, naïviteit, lol, de kwinkslag, het kwinkeleren, drama – er ontbreekt bijna niets. Het beroemde langzame deel, het ‘Adagio’, is bijvoorbeeld heel melancholisch en tijdloos. Het is conceptmatig in elkaar gezet, zeer simpel eigenlijk. In het begin zet er een soort tijdklok in, een ritmische beweging in alle tweede stemmen, die het hele deel doorgaat. Daarbovenuit krijg je dan die prachtige hobosolo.