Spring naar de content

Onderzoek naar de Scandinavische misdaadromans

Er is weinig criminaliteit in Scandinavië, dus verzinnen de inwoners hem maar zelf. Hun misdaadromans veroveren de wereld. Ze zijn zo geliefd om hoofdpersonen die allesbehalve superhelden zijn, en om de maatschappijkritische achtergrond van de verhalen? Maar is dat de hele verklaring? Een onderzoek ter plaatse, op locaties uit de fictieve misdaad, en de echte.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

In Stockholm rekent hacker/detective Lisbeth Salander rigoureus af met de demonen uit haar verleden (Stieg Larsson), worstelen gehaaide criminelen met hun ‘thuissituatie’ (Jens Lapidus) en zit een zwartgallige inspecteur Kurt Wallander met de verdwenen schoonvader van zijn dochter (Henning Mankell). Ondertussen neemt inspecteur Harry Hole in Oslo het op tegen dreigende sneeuwmannen (Jo Nesbø) en is in Reykjavik inspecteur Erlendur zoek (Arnaldur Indridason). Het zijn mean streets daar in dat kille Scandinavië, en de wereld lust er wel pap van.
De Scandinavische misdaadroman is aan een gestage internationale opmars bezig. De boeken infiltreren zelfs met succes in het Engelse taalgebied, bepaald geen makkie voor anderstalige misdaadauteurs. Ook Nederland is in de ban van grijze luchten, ijsblauwe meren en gure sneeuwstormen. Het CPNB, dat ‘Mørd en Dødslag’ als thema voor de komende Maand van het Spannende Boek heeft gekozen, berekende dat het afgelopen jaar in minstens een op de tien Nederlandse huishoudens een Scandinavische thriller werd gelezen. Hoog tijd dus voor een onderzoek naar de wortels van dat kwaad, en het succes ervan.
Leif G.W. Persson, gezaghebbend Zweeds criminoloog en bestsellerauteur van misdaadromans, heeft het ter verpozing weleens geturfd: in de Zweedse productie crimefictie van één jaar telde hij gemiddeld acht moorden per boek – dat komt op een totaal van zo’n 1200. De wat bokkige Persson is zojuist de trappen afgedaald naar de kerkers van het ‘Zweedse Alcatraz’, de oudste gevangenis van Zweden, waar op 23 november 1910, om 7 uur 40 uur de laatste Zweedse terdoodveroordeelde werd geguillotineerd voor de moord op een caissière. Tegenwoordig is het complex op het eilandje Långholmen, dat in de Zweedse hoofdstad ligt, een hotel-restaurant waar het eten volgens Persson “een stuk beter is dan vroeger”, en waar een kleine expositie is gewijd aan het fenomeen misdaad. Met die misdaad, komt Persson met een ‘trieste mededeling’, valt het in Scandinavië reuze mee. “Het is een van de meest vreedzame gebieden ter wereld. Alleen bij de Finnen ligt het misdaadcijfer iets hoger, die drinken meer.”

Lees de rest van het artikel in HP/De Tijd van deze week

Onderwerpen