Spring naar de content

Eva’s verborgen vrucht

‘Eva Jinek zegt baan op voor geliefde,’ kopte De Telegraaf vorige week. Maar zag de nieuwslezeres wel vrijwillig af van haar positie als co-anchor van Nieuwsuur (naast Twan Huys)?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

In een persverklaring schrijft ze zelf: “De hoofdredacteur van Nieuwsuur, Carel Kuyl, heeft de NOS en mij te kennen gegeven dat hij het onwenselijk acht dat ik mijn functie van presentator van Nieuwsuur bekleed vanwege mijn privé-relatie met Bram Moszkowicz. Daarnaast lijkt op de redactie van het programma onvoldoende draagvlak te bestaan voor mij als presentator vanwege die relatie.”

Dat klinkt al een stuk minder vrijwillig. Volgens de tamtam was er binnen de redactie van Nieuwsuur, dat na de zomer NOVA vervangt, ook al weerstand tegen de ‘te lichte’ Jinek. En blond én vrouw én pas 31, dat was kennelijk te veel. Het uitlekken van haar liefdesrelatie met strafpleiter Moszkowicz was enkel een stok om mee te slaan.

De enige winnaar – voor zover er te spreken is van winnaars – is Journaal-hoofdredacteur Hans Laroes, die nu geen vervanger hoeft te zoeken voor Jinek. “Ze was pas een week weg. Ik ben blij dat ze volop bij de NOS aan de slag blijft,” zegt hij.

Wat hij vindt van de ‘onwenselijk’-opmerking van Kuyl? “Ik ga beslissingen van anderen niet becommentariëren,” begint hij voorzichtig. Dan: “Ik snap de eisen die aan een anchor gesteld worden. Die verschillen van die van nieuwslezer.”

Herman Meijer, eindredacteur van Pauw & Witteman, is minder begripvol. “Als Jeroen Pauw een relatie met mr. Moszkowicz zou hebben, zou niemand op de redactie van P&W daar bezwaar tegen maken!” twitterde hij.

Moeten we ons zorgen maken over Jinek? “Welnee,” lacht Laroes. “Het komt vast wel goed met haar.”

De redactie van NOVA/Nieuwsuur is nu druk doende een opvolger te zoeken voor Jinek.

Is Clairy Polak soms kandidaat? “Zeker niet,” zegt Kuyls secretaresse Laura Zwaal stellig. “Eerder is al besloten dat ze verslaggever wordt en daar komen we niet van terug.”