Spring naar de content

Gorillaz

Ooit begonnen ze als ‘cartoonband’ en wist niemand wie zich achter dit mysterieuze muzikale project verschool. Inmiddels is dat genoegzaam bekend: Blur-zanger Damon Albart en striptekenaar Jamie Hewlett. Een gesprek met de heren over hun monstersucces.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

In een gore buurt in Noord-Londen, vlakbij een spoorweg, staan verwaarloosde pakhuizen op een industrieterrein met Oostblokallure. Hier, in een zwaar beveiligde oude verffabriek – binnen ligt voor miljoenen aan materiaal – zetelt Gorillaz. Of, preciezer gezegd, hier zetelen de burelen van Zombie Flesh Eaters en Studio 13. Dat zijn de productiefirma’s van Jamie Hewlett en Damon Albarn, de breinen achter Gorillaz.

Beneden in de hal staan flight cases, een antieke carrousel en een Franse miniatuur buffetpiano uit 1880. “In Barcelona voor mijn dochtertje gekocht,” zegt Albarn vertederd. “Ik heb hem voor drieduizend pond laten restaureren en hij is nog steeds vals.”

In de gang hangt een roestig bord met het opschrift ‘Chateau De Sade’. Cadeautje van George Melly, volgens Albarn, de befaamde Britse jazz-zanger die in 2007 overleed. “Hij had het zelf in de jaren dertig gestolen en beweerde dat dit het échte naambord is van het échte kasteel van de échte Markies de Sade.”

We praten op het dakterras, terwijl achter ons de goederentreinen voorbij denderen. Albarn is tegenwoordig vader én veertig, maar de meest markante verandering sinds de laatste keer dat ik hem zag, is een gouden voortand die steeds als hij lacht verwarring wekt. Hoewel we nog aan de brunch zitten, wordt er al stevig gedronken, en Albarn rookt dingen die lekker ruiken maar waar je wel longkanker van krijgt.

Tien jaar geleden maakte ik ook al eens een interview met Gorillaz – via e-mail. En bij het concert dat ik toen zag, stonden jullie achter een scherm te spelen, om het mysterie van Gorillaz intact te laten. Waarom voeren jullie nu wel gewoon het woord?


Damon Albarn: “Omdat we het zat waren om de schijn hoog te houden. Het is slopend en schizofreen. Bovendien bleken veel media de zin voor avontuur te missen om het spel mee te spelen. Some get it, some don’t. En nu zijn we al zo lang bezig en is er al zo veel gebeurd, zeker sinds Demon Days, dat het ongeloofwaardig zou zijn om te blijven doen alsof wij er niets mee te maken hebben. Maar officieel zijn we ‘medewerkers’ van Gorillaz.”Some get it, some don’t, zeg je. Hoe hebben jullie het idee van Gorillaz als schimmige cartoonband ooit weten te slijten aan de platenmaatschappij? Nu jullie hip en succesvol zijn, wil iedereen zich wel met Gorillaz associëren, maar tóen…

Albarn: “De scepsis was grenzeloos, ja. En áls mensen het idee al begrepen, zeiden ze: ‘Oké, origineel. Maar het is wel een gimmick die maar één cd meegaat. En aangezien het handenvol geld kost om zoiets op te starten, is de winst verwaarloosbaar.’ Het was inderdaad peperduur, maar ik wist dat we ook op de lange termijn potentieel hadden. En ik wilde er altijd al een live band aan koppelen, van échte muzikanten met een ziel.”

Is dat de reden dat jullie Gorillaz nooit hebben laten infilteren in de virtuele wereld van bijvoorbeeld Second Life? Zoiets leek me een voor de handliggende stap.

Jamie Hewlett: “We hadden Second Life niet nodig, daar waren we al snel achter. Het is een steriele omgeving. En ook al kom ik uit een gelijkaardig nest – de tekenfilm – ik heb geen geduld voor dat soort ongein. Ik vind het tijdverlies. First Life, de echte wijde wereld, is al zo boeiend dat ik niet inzie waarom ik tijd zou steken in Second Life. En het valt me op dat vooral mensen die er niet in slagen hun First Life in goede banente leiden, hun heil zoeken in Second Life.”


Als ik Gorillaz ergens zie opduiken, op MTV, op TMF of in een society-programma, denk ik nog steeds: het is een paard van Troje, een soort tegengif.

Hewitt, lachend: “Een ézel van Troje, met een enorme pik.”

Albarn: “Wij bieden een alternatief, zoveel is zeker. We zijn destijds met Gorillaz begonnen omdat we al die zooi op MTV voorbij zagen komen en dachten: dat kunnen wij beter. We zagen al die bordkartonnen figuren en zeiden: ‘Wij zetten gewoon de logische vervolgstap en verzinnen artiesten die échte cartoons zijn’.”

Hewlett: “We keken naar MTV en dachten: sorry, wie is hier nou eigenlijk de stripfiguur?! Maar wat we vooral onaanvaardbaar vonden, was het voorbeeld dat de volgende generatie kreeg voorgeschoteld! Al die commerciële rommel, al die Big Brothers en Idols en X Factors! Er groeit nu een generatie op die denkt dat Lady Gaga avontuurlijk is, dat muziekwedstrijden plastic moeten zijn en dat iederéén talent heeft. Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar níet iedereen heeft talent. Punt uit!”

Albarn: “Alleen al daarom wilden we niet dat Gorillaz een cultband zou blijven. Want dan laat je de mainstream over aan de fakers. Van alle mythen is die van het paard van Troje mijn favoriet: infiltreren in het systeem, het van binnenuit veranderen. Maar weinig mensen maken het zichzelf zo moeilijk als wij.”

Hoezo?

Albarn: “Nou, dit is een ingewikkeld project. Het lijkt simpel: een paar cartoonfiguurtjes en een handvol muzikanten die daar de soundtrack bij maken. Maar die cartoons, de decors, de hologrammen en de scheepsladingen gastmuzikanten kosten handenvol geld. Ook de website is peperduur. En je hebt veel meer ideeën nodig om het boeiend te houden, want van een gimmick is snel de lol af.”


Maar Gorillaz biedt ook een vrijheid die een gewone rockgroep niet kent…

Albarn: “O, man, ja, da’s zalig… Op muzikaal vlak ben ik blij dat Gorillaz geen strikt afgebakende grenzen heeft; we maken rock én funk én soul én hiphop, er wordt gerapt, we gebruiken een orkest, en ik zing ballads… God, wat moet het afstompend zijn als je in een orthodoxe metalgroep speelt waarin er meteen wordt geroepen zodra je een lekker funk riffje speelt: ‘Fuck off, da’s geen metal. We zijn geen jeanetten!’ Dat lijkt me heel frustrerend.”

Op de BBC liep de serie I’m in a Rock ‘n’ Roll Band. Elke aflevering was gewijd aan een groepslid: de zanger, de gitarist, enzovoort. De laatste aflevering ging over ‘The Other One’; ‘die ene’ van wie je niet precies weet wat hij doet, maar die wel cruciaal is. Zoals Brian Eno van Roxy Music. Gorillaz lijkt me een groep waarin uitsluitend Other Ones spelen.

Albarn: “Precies! We hebben wel een basic outfit met een soort ritmesectie, en de klassieke tandem Paul Simonon en Mick Jones op bas en gitaar. Maar zelfs die basics fluctueren. En Bobby Womack is een zanger, maar ook een soort goeroe, een vaderfiguur, wandelende soul. Mos Def en Snoop Dogg zijn rappers en soloartiesten, maar in de context van Gorillaz zijn het eerder nomaden, bewakers van de groove. Voor de rest bieden we… Mark E. Smith, Shaun Ryder, Neneh Cherry, Tina Weymouth (ex-Talking Heads), Roots Manuva, The Pharcyde, De La Soul, Ike Turner, een Arabisch orkest, een blazerssectie, een bende strijkers, Yukimi Nagono (de Zweeds-Japanse zangeres van Little Dragon), een koor van zeemeeuwen en een paar walvissen. En Jamie en ik, natuurlijk. En een virtuele Dennis Hopper! Wie in die line-up een lijn ziet, mag het zeggen.”


Met dank aan Gorillaz zou zo’n BBC-programma er over twintig jaar totaal anders kunnen uitzien. Dan bestaat de klassieke line-up van een rockgroep gewoon niet meer.

Albarn: “Het gegeven rockgroep zal zich zeker verder ontwikkelen, want stilstaan is achteruitgaan. Ik ben geen genie, maar ik kan wel zeggen dat ik muzikaal de grenzen een béétje heb verlegd. Frontman zijn wil iedereen, maar zelfs dat vond ik bij Blur al vaak te eenzijdig.”

Hewlett: “Het is heel inspirerend om een idee meteen te kunnen uitwerken, en om niet beperkt te worden door… de realiteit. Want als ik roep: ‘Eureka, ik héb het: Plastic Beach, een vliegend eiland gemaakt van aangespoeld afval, met explosies en duikboten en rare beesten….!’ dan maken we dat decor, filmen we het en is het realiteit. Met animatie kun je de wereld naar je hand zetten. En in tegenstelling tot grote multinationals hoeven we een goeie vondst niet kapot te vergaderen.”

Waar ligt eigenlijk de grens? Is dat puur een budgettaire kwestie?

Albarn: “Na de musical Monkeys wilden we iets gaan maken dat Carrousel zou heten. Die antieke carrousel die je beneden zag staan, moest het hart worden van een nieuwe wereld, een arena waarin we hele levens in kaart konden brengen, van geboorte, kindertijd, puberteit, het volwassen worden, de ouderdom… Alles in de vorm van een virtuele lange Victoriaanse pier vol attracties, films en muziek. De carrousel zou dan de apotheose zijn, een soort laatste kamer waarin je een flashback kreeg van de hoogtepunten uit zo’n leven. Op die draaimolen zaten dan personen en zag je evenementen die je kon aanklikken… Ik vertel het niet goed, maar de mogelijkheden zijn eindeloos. Het is alleen hopeloos ingewikkeld en het kost een godsvermogen.”


Hewlett: “Mensen denken dat we stinkend rijk zijn, maar we investeren het grootste deel van wat we verdienen steeds in het volgende project.”

Albarn: “We zijn een nieuwe verdieping op dit pand aan het bouwen. Daar moet die antieke carrousel komen staan. En hopelijk broedt het idee zich het volgende jaar zelf uit.”

Nu Gorillaz zo’n succes is, hebben jullie de sponsors natuurlijk voor het kiezen. Maar welke sponsors wijzen jullie af?

Albarn: “Op producenten van idiote frisdrankjes en gadgets die via ons de jeugd willen hersenspoelen zitten we niet te wachten. Maar ik herinner me in dit verband ook twee legendarische dagen in Milaan, op uitgenodiging van Giorgio Armani. We gingen eerst eten. Toen gingen we naar de nachtclub van Armani. Daar zijn we heel dronken geworden. De volgende ochtend verwachtte Armani ons al om negen uur voor een onderhoud…”

Hewlett: “…een onderhoud dat mijn collega hier tactvol begon met de mededeling dat de enige Engelsen die in Armani-jeans lopen voetbalhooligans zijn. Terwijl Armani een deal wilde sluiten waarbij wíj zijn jeans zouden dragen.”

Albarn: “Ik was die ochtend nog steeds zo dronken dat ik dacht dat ik Italiaans kon spreken. Op een bepaald moment werd Armani dat zo beu dat hij ons het zwijgen oplegde.”

Hewlett: “En ons vriendelijk verzocht het pand te verlaten. En de stad. En het land. Niet dat Gorillaz-frontman Murdoc ooit designer-jeans zou dragen!”

Het grootste nadeel van de crisis in de muziekindustrie is dat geldschieters enkel nog willen investeren in commerciële projecten zoals Lady Gaga of in gitaarbandjes à la The Ramones die geen cent kosten. Maar wie creatiever is en originele projecten wil opstarten die een grotere investering vergen, heeft een probleem. Een nieuwe Pink Floyd of zelfs Radiohead zou in dit klimaat nooit van de grond komen.


Albarn: “Ik ben voor Gorillaz naar Damascus geweest, en naar Nigeria, noem maar op. Ik kan niet zeggen welke invloed dat heeft gehad op Plastic Beach, maar dat dat invloed heeft gehad, weet ik zéker.”

Hewlett: “‘Wij zijn financieel afgestraft voor onze opera, Monkey. Daar is veel werk in gaan zitten, en we hebben er geld op moeten toeleggen. Maar ik ben er trots op dat ik zoiets op mijn cv heb staan, en we hebben er met veel plezier aan gewerkt. Dat is ook wat waard. Ik geloof in léven. Intens leven levert vroeg of laat goede ideeën op.”

Albarn: “Nu willen filmmaatschappijen een Gorillaz-film maken. Maar als wij zeggen hoe we dat voor ons zien en wat dat dan gaat kosten, haken ze af. Want voor film geldt hetzelfde wat jij net over muziek zei: Hollywood maakt enkel nog films die zichzelf het eerste weekend na de premièreal terugverdienen. Terwijl goede films meestal moeten groeien. Stel je voor hoeveel prachtige kunst nooit gemaakt zou zijn als ze dat première-principe daar op hadden toegepast!”

Waar denken jullie dan aan? 3D-film? Hologrammen? Sinds Alice in Wonderland en Avatar kan het blijkbaar.

Albarn: “3D is zeker een optie.”

Bij de uitreiking van de Grammy’s traden jullie op met Madonna, die op een bepaald moment zowel voor als áchter het hologram van Murdoc danste. Hoe kan dat?

Hewlett: “Het is een hologram dat onder een heel scherpe hoek op een flinterdun scherm wordt geprojecteerd. Het probleem is alleen dat we dat live niet kunnen realiseren, omdat dat dat scherm meetrilt waardoor het beeld vervormt. Speel bas op het podium en de trillingen doen de illusie teniet. Tenzij je geluidloos speelt.”

En geluidloos spelen is voor een voormalig bassist van The Clash onaanvaardbaar…


Hewlett, lacht: “Inderdaad.”

Albarn: “We zouden natuurlijk heel zacht kunnen spelen, met koptelefoons op, en ook koptelefoons uitdelen aan ons publiek, zoals ze nu die 3D-brilletjes uitdelen bij Alice in Wonderland.”

Hewlett: “Of Murdoc zoveel herrie laten maken dat de hologrammen van de andere groepsleden aan gort gaan.”

De stem van Murdoc is afkomstig van de acteur Phil Cornwell, die soms de raarste dingen uitkraamt. Dan denk ik weleens: wat zouden Albarn en Hewlett daar van vinden…

Hewlett: “We geven hem carte blanche. Hij weet wat hij doet. En dat hij soms te ver gaat, houdt het spannend. Want als Gorillaz één ding niet mag zijn, is het braaf en voorspelbaar. Bovendien: Murdoc is een stripfiguur.”

Jullie spelen met de grens tussen strip en realiteit, bijvoorbeeld door Murdoc een achtergrond te geven die elementen bevat uit de werkelijkheid. Zoals dat gerucht dat hij een heftige relatie zou hebben met ‘een notoir onevenwichtige blonde zangeres’. Courtney Love?

Hewlett: “Klopt. Maar eigenlijk is het andersom en hebben we de echte wereld gereduceerd tot decor voor Gorillaz.”

Hebben jullie Lou Reed gebriefd voor Some Kind of Nature?

Albarn, lacht: “Ik heb een poging gewaagd. Hij kwam aanzetten in een pesthumeur, eiste dat iedereen behalve ik de studio verliet, praatte even met mij, vertrok toen meteen en kwam vijf uur later terug met de afgewerkte tekst. Die hij insprak. En die ik vervolgens zo heb gemonteerd dat het samenhangend klonk.”

Van alle gastartiesten was hij de enige die op de bonus-dvd niet in beeld kwam, zag ik.

Hewlett, grijnst: “Hij wilde niet gefilmd worden, en die wens hebben we gerespecteerd. Je moet het lot niet tarten.”


Jullie hadden het net over Lady Gaga. Iets kunstmatigers dan een virtuele popgroep bestaand uit stripfiguren is niet mogelijk. En toch klinken die stripfiguren in een nummer als Broken ontroerender dan zo’n stripfiguur van vlees en bloed als Lady Gaga.

Albarn: “Dat ligt vast aan de mooie melodie van Broken, maar onze muziek wordt natuurlijk wel gemaakt door soulvolle mensen van vlees en bloed. Terwijl Lady Gaga een marketingding is waarbij ontroering geenszins een prioriteit is. Lady Gaga is een potpourri van het slechtste uit de jaren tachtig. Ik moet nu al kotsen van het idee dat er straks een marionet komt die het slechtste van de jaren négentig belichaamt.”

Hewlett: “Wat ik vooral afstotelijk vind aan Lady Gaga, is de schaamteloze productpromotie in haar clips. Los daarvan kun je natuurlijk best gevoel leggen in stripfiguren: kijk maar naar oude Disneyfilms als The Jungle Book.”

Nog één ding: waarom is op de hoesillustratie van Plastic Beach de plaat Hunky Dory van David Bowie te zien?

Albarn: “Omdat dat een geweldige plaat is: every tune a winner. En omdat het ons een goed idee leek om hem in dat bootje af te beelden, met alle hem dierbare voorwerpen die hij heeft gered. Als je goed kijkt, zie je dat het een gesigneerd exemplaar is. En daar bedanken we Bowie netjes voor in de hoestekst.”

Copyright: IFA

Gorillaz werd in 1998 opgericht door Damon Albarn en Jamie Hewlett en bestaat uit de fictieve muzikanten 2-D, Noodle, Russel Hobbs en Murdoc Niccals. De muziek die ze maken is een combinatie van allerlei stijlen – van rock en hiphop tot glamrock en disco – en wordt uitgevoerd door de heren zelf, met assistentie van gastartiesten als Snoop Dogg en Neneh Cherry. Hun eerste plaat, het EP’tje Tomorrow Comes Today, verscheen in 2000. Daarna volgden Gorillaz (2001), Demon Days (2005) en Plastic Beach (2010).


Gorillaz speelt op 15 november in de Heineken Music Hall in Amsterdam.