Spring naar de content

Zwarte romantiek

Wie in een auto stapt, hoeft zich niet bezig te houden met de vraag hoe het ding werkt, want de ware aard van dit vervoermiddel houdt zich discreet verborgen onder de motorkap. Het is wel degelijk een machine, opgebouwd uit stalen onderdelen, een complexe constructie met een eigen strenge logica; maar dat realiseren de meeste bestuurders zich pas als ze hulpeloos in de berm staan terwijl de rook eraf slaat. Dan moet de Wegenwacht eraan te pas komen om ze weer vlot te trekken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Bij een motor is dat anders, want motoren pronken juist met hun machinale karakter: hoe het mechaniek werkt wordt niet weggemoffeld, maar is aan de buitenkant goed af te lezen. Vorm en functie gaan naadloos in elkaar over. Bij een motor spreek je dan ook niet over een bestuurder maar over een berijder. Het beeld dat wij hebben van ‘de man op zijn motor’ is waarschijnlijk terug te voeren op een archetype, dat van de ruiter op zijn paard: een twee-eenheid die lichamelijke kracht en snelheid uitstraalt en alleen kan bestaan bij de gratie van ervaring en zorgvuldige dressuur. De bestuurder van een auto daarentegen lijkt meer op de welgestelde negentiende-eeuwer die zich lui liet rondrijden in een koetsje, en de zorg voor de paardenkrachten die hem ten dienste stonden liever uitbesteedde aan geschoold personeel.

In zijn boek Motorziel – Kleine sociologie van een machine is het journalist en socioloog Warna Oosterbaan vooral te doen om de manier waarop motoren sinds de jaren vijftig met allerhande ‘culturele betekenissen’ zijn bekleed. Over de verwantschap met paardrijden hoor je hem overigens niet, vreemd genoeg, want de (ruige) subcultuur van motorliefhebbers is in oorsprong een typisch Amerikaans verschijnsel, en de analogie met lone cowboys – zo ongeveer vergroeid met hun mustangs, in de Hollywood-opvatting van het Wilde Westen – ligt nogal voor de hand.

Het (zwart)romantische beeld van de motorrijder als buitenstaander en eeuwige rebel without a cause, steeds op zoek naar de vrijheid en flirtend met de dood, is daar mijns inziens een direct uitvloeisel van. De eerste projectie van dat imago laat zich dateren aan de hand van een film over het historische treffen tussen twee motorclubs bij het plaatsje Hollister, vereeuwigd in The Wild One uit 1954. Het script doet onweerstaanbaar denken aan een gemotoriseerde western, met één in het oog lopend verschil, zoals Oosterbaan opmerkt: de strijd gaat niet tussen Goed en Kwaad, maar tussen het volstrekt amorele kwaad van dronkelap Lee Marvin en het iets kleinere kwaad van tegenstrever Marlon Brando (Johnny in de film). Bikers zijn kennelijk altijd bad, dat maakt ze nou juist zo verleidelijk.


Warna Oosterbaan, zelf fervent motorrijder, duikt met graagte en kennis van zaken in de literaire, muzikale en cinematografische ontstaansgeschiedenis van zulke mythische voorstellingen, want wat hem interesseert is de motor als symbool van een nonconformistische levensstijl; een houding die gekenmerkt wordt door distantie en recalcitrantie: “Een motor zet zijn gebruikers apart.” Ironisch genoeg is dat tevens de énige functie die de motor nog rest, want als modern vervoermiddel is hij voornamelijk onhandig, levensgevaarlijk en uiterst oncomfortabel. Of, zoals Oosterbaan ergens schrijft: “Wat moet je er eigenlijk mee?” Hij geeft zelf het antwoord: “Hij (de motor) vertegenwoordigt iets, hij staat in een traditie. Ook de braafste huisvader op een Yamaha is een verre lotgenoot van Johnny uit de The Wild One.”

Warna Oosterbaan: Motorziel – Kleine sociologie van een machine. Augustus. €15. Ook verkrijgbaar via www.ako.nl.

Taal is zeg maar echt mijn ding (1) – Paulien Cornelisse

Eten, bidden, beminnen (re) – Elizabeth Gilbert

Gaat niet bestaat niet (7) – Richard Branson

Het pauperparadijs (6) – Suzanna Jansen

Laat maar waaien (3) – Daphne Deckers

De ideale schoonzoon (4) – Herman Koch

De vastgoedfraude (8) – Vasco van der Boon & Gerben van der Marel

Asta’s ogen (5) – Eveline Stoel

Jezus van Nazaret (re) – Paul Verhoeven

Van Moskou tot Medan (9) – Jelle Brandt Corstius

Tussen haakjes de klassering van de vorige keer. Deze non-fictietoptien is tot stand gekomen op basis van een selectie uit De Bestseller60 van de CPNB.

Onderwerpen